Mathias Sercu en Janne Desmet: ‘Fictie maken is de waarheid liegen’
Regiedebuut 'J'aime la vie'
foto © Belga
Hoe leef je met een kankerdiagnose? Daarover gaat de aangrijpende film ‘J’aime la vie’. Doorbraak sprak regisseur Matthias Sercu en hoofdrol Janne Desmet.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementNa Veerle Baetens met Het smelt debuteert nog aan andere Vlaamse acteur als filmregisseur: Mathias Sercu met J’aime la vie. Ze sleutelden allebei jarenlang aan het filmscenario.
Over het hele wordingsproces van J’aime la vie hangt de schaduw — of stond in het teken — van de kankerdiagnose van Sercu’s oudste broer elf jaar geleden. Daar kwam dan twee jaar geleden bij dat bij Mathias’ 25-jarige zoon Tore een zeldzame beenmergkanker werd vastgesteld. De film wordt aan beiden opgedragen.
– Hoe persoonlijk is de film waarin Mira, een verpleegkundige, na haar kankerdiagnose kapotte familiebanden probeert te herstellen?
Mathias Sercu: ‘Zeer persoonlijk, zonder dat het over mij gaat. In de nasleep van Marsman, mijn eerste zelfgeschreven tv-serie, ben ik aan het scenario beginnen schrijven naar aanleiding van de diagnose bij mijn broer Sam. Hij was toen net geen 45 jaar. Dat is de kiem geweest, al gaat de film niet over hem. Veeleer over wat er gebeurt wanneer je zo’n diagnose krijgt. Ik schrijf over dingen die me raken. Wat er in mijn omgeving gebeurt. Daarvan maak ik dan een nieuw verhaal.’
– Vandaar dat je hoofdfiguur een vrouw is? Om afstand te houden?
Mathias Sercu: ‘In zekere zin wel. Het personage van Mira, gespeeld door Janne Desmet, is een palliatieve thuisverpleegster. Zij komt niet uit het niets, want mijn schoonzus en een broer doen dat werk. Mira is alleenstaande moeder van Sam, een jongen die eigenlijk een meisje wil zijn. Dat is mijn petekind. En het gebroken gezin? Toen ik mijn vrouw leerde kennen, had zij haar biologische vader al zeventien jaar niet gezien. Dat allemaal houdt me bezig. Weet je… Fictie maken is de waarheid liegen. Je verzint een hele wereld en alles wat daarin gebeurt is waar. Alle emoties zijn waar.’
– Een acteur die gaat regisseren, is dat voor een acteur gemakkelijker of net moeilijker?
Janne Desmet: ‘Zoals Mathias schrijft, was hij ook in de voorbereiding en op de filmset: geen letterlijke maar metaforische regieaanwijzingen. Dan kwam hij met een persoonlijk verhaal over Sam of een anekdote over Tore. Meteen ging mijn verbeelding aan het werk. Dat creëerde een sfeer van waarachtigheid waarin je echt moest zijn.’
Mathias Sercu: ‘Zoals in die eerste scène tussen Mira en Rocco op dat terras. Dan zei ik: “Neem je tijd.” Wanneer je met z’n tweeën samenzit en je wil niks zeggen, zeg dan niks. Dat is magisch.’
Janne Desmet: ‘Als je opdracht dan is: je hebt wel de woorden maar… Als acteur wist ik dat de cameraman Anton Mertens, zou blijven opnemen en Mathias zou blijven kijken. In de stiltes gaat er van alles door je heen. Toen ik Jürgen Delnaet (Rocco, red.), mijn tegenspeler, vertelde wat ik op dat ogenblik had gedacht, zei hij: “Ik heb het gezien.”‘
– Van nogal wat recente Vlaamse films — Wil, Het smelt — word je als toeschouwer niet echt vrolijk?
Mathias Sercu: ‘Mensen vertellen mij dat J’aime la vie een hoopvol einde heeft. Ik wou alle aspecten van een traject laten zien. Eigenlijk is het een verhaal over hechten en verbinden. In de film zit ook humor. In het beste geval gaan verdriet en humor hand in hand. Dat is het leven. In de grootste tragiek wordt er heel veel gelachen.’
Janne Desmet: ‘Dat de Vlaamse films die je vernoemt somber eindigen, is geen toeval. Ze maken iets los. Het zijn existentiële verhalen over leven en dood. We zitten in een periode dat mensen de behoefte voelen om geraakt te worden waardoor veel zuurstof naar boven komt. J’aime la vie ontwijkt niks, ook de zware kant niet. Vandaar dat je in de spleetjes toch nog licht kan zien schijnen.’
– Hoe kwam je als titel van de film bij ‘J’aime la vie’ uit? Iedereen denkt hierbij aan het liedje waarmee de 15-jarige Sandra Kim het Eurosongfestival heeft gewonnen. Met een liedje over de verliefdheid van een meisje van 15.
Mathias Sercu: ‘De titel van de eerste scenarioversie was “Ver van hier valt de maan in de zee”. Dat was een zinnetje uit een liedje van Frank Boeijen. Maar dat is de titel voor een dichtbundel, zei iedereen. Dus moest ik op zoek naar een andere titel. Toen kwam ik al vrij snel uit bij J’aime la vie. Want dat dekt de lading.’
– Je hebt singer-songwriter Hannelore Bedert wel een eigen versie van het liedje laten schrijven.
Mathias Sercu: ‘Toen de eerste versie van het scenario klaar was, heb ik Hannelore al gevraagd om daar een melancholische variant van te maken. Als iemand dat kan, dan ben jij dat, heb ik nog gezegd. Maar soms word je door de realiteit ingehaald. Niemand kon bedenken dat zij enkele jaren later haar partner zou verliezen en dat mijn zoon kanker zou krijgen. Het verhaal heb ik niet meer gewijzigd maar een en ander heeft een grote impact gehad op het maken van de film.’
– We kennen je als acteur, als schrijver – ook van het tweede seizoen van de tv-serie Chantal – en nu ook als regisseur. Was dat de ultieme ambitie?
Mathias Sercu: ‘Hoegenaamd niet. Het was de bedoeling dat ik de film zou co-regisseren met Ashref Reybrouck. Maar door het herhaaldelijk uitstel zijn onze wegen uit elkaar gegaan. En dus zei de producent van Lumière, de filmproductiemaatschappij: “Doe het toch zelf!’
‘Door de situatie van mijn zoon werd er wel een back-upregisseur achter de hand gehouden. Das is Christa Vandekerckhove. Ze heeft maar één dag moeten inspringen. Anton Mertens, de cameraman, zou het wel verdienen om als co-regisseur op de generiek te staan. Een tovenaar in beeld. Hij stelde mij meteen gerust: hoe minder ik voorbereid ben, hoe beter werk ik aflever. Hij komt uit de wereld van de documentaire. En hij zei ook nog: “Ik zie het als mijn taak om jouw ogen te zijn.” Dankzij zijn aanpak — camera op de schouder en zoom — kon een scène helemaal worden gespeeld. Dat geeft een enorme flow. Een cadeau voor de acteurs.’
Janne Desmet: ‘Een luxe!’
Freddy Sartor (1952) is beroepsjournalist, oud-hoofdredacteur van de filmtijdschriften Cinemagie (ex-MediaFilm) en het maandblad Filmmagie, tot 2006 bekend als Film & Televisie. Hij heeft een hart voor de Europese film en wereldcinema.
Het psychologisch drama ‘Milano’ schetst de problematische relatie van een afwezige, alleenstaande vader met zijn dove puberzoon.
Amerikakenners Roan Asselman en David Neyskens bespreken de actualiteit aan de overkant van de oceaan.