JavaScript is required for this website to work.
Politiek

Forum

Meer overheid is niet de oplossing, maar het probleem

Studiediensten schrijven programma’s voor het ‘goede leven’. Dat doet de burger beter zelf.

Mathieu Cockhuyt staat op de 12de plaats op de Oost-Vlaamse N-VA-Kamerlijst. Hij is parlementair medewerker van Kamerlid Valerie Van Peel (N-VA) en voorzitter van Jong N-VA Gent. Mathieu studeerde sociale wetenschappen (HoGent), criminologie (UGent) en bestuurskunde (UGent).

11/1/2024Leestijd 2 minuten
Links: Alexis De Tocqueville. Rechts: Mathieu Cockhuyt.

Links: Alexis De Tocqueville. Rechts: Mathieu Cockhuyt.

Studiediensten schrijven programma’s voor het ‘goede leven’. Dat doet de burger beter zelf.

Over 6 maand gaan we naar de stembus. Dan schudt de kiezer de politieke kaarten. Ondertussen zijn de studiediensten van politieke partijen druk bezig met het schrijven van verkiezingsprogramma’s.

De rode draad van die programma’s laat zich makkelijk voorspellen: meer financiële middelen, meer regulering, meer overheid, en alles komt goed. Deze overdreven focus op overheidsinterventie vormt een bedreiging voor de individuele vrijheid, maakt de burger afhankelijk van de overheid en zet een rem op het private initiatief.

Alfa en omega

In de loop van de vorige eeuw namen we afstand van de idee dat elk individu verantwoordelijk is voor zijn eigen geluk. De burger werd klant bij de nv Vadertje Staat. En klanten verwachten een kwaliteitsvolle dienstverlening. Dat resulteerde in een almaar uitdijende brij van wetten en regels waarmee de overheid het goede leven tracht vorm te geven. Deze vermenging tussen politiek en geluk creëerde in de twintigste eeuw totalitaire regimes.

Want de overheid faalt. En de overheid faalt het meest als ze beleid voert vanuit een ongebreideld geloof in de scheppende kracht van de wetgever. Volgens het maakbaarheidsdenken ligt de gelukzaligheid binnen handbereik. Vanachter de tekentafel nog een komma aanpassen, daar nog een achterpoortje sluiten, en we zijn er. Progressieven zeggen dan dat het volgende station het eindstation is, maar de trein dendert rücksichtslos verder.

Mild despotisme

Helemaal vrijuit gaat de burger zelf ook niet. Iedereen wil zelfbeschikking, maar bij alles wat verkeerd loopt moet de overheid de scherven lijmen. En politici gaan daar nog in mee ook. Niet gespeend van profileringsdrang kwijt de volksvertegenwoordiger zich vlijtig van zijn wetgevende taak. Geen Imodium die de wettendiarree kan stoppen. Niet zelden trapt de politicus in de valkuil van de Sinterklaaspolitiek. Geen kat die haar jongen nog terugvindt in de subsidiejungle.

Burgers en volksvertegenwoordigers moeten zich bij elke roep om overheidsingrijpen een aantal vragen stellen. Is er überhaupt een probleem? Is het aan de overheid om dit probleem op te lossen? Vormt de voorgestelde overheidsinterventie een oplossing? Wat zijn de kosten en baten van die oplossing? Elke oplossing zet immers de deur open voor een ander probleem. Er bestaan geen zaligmakende oplossingen. Alles is afruil.

In zijn boek Over de democratie in Amerika wees de Franse denker Alexis de Tocqueville tweehonderd jaar geleden al op de gevaren van een samenleving waarin de overheid almaar meer macht uitoefent om in de behoeften van haar burgers te voorzien. Het grote kwaad zag hij niet in leiders die zich gedragen als tirannen, maar in leiders die zich gedragen als voogden. Om het met een tegeltjeswijsheid te zeggen: de weg naar de hel ligt geplaveid met goede bedoelingen.

Reglementitis

We hangen met z’n allen aan het infuus van de overheid, een collectieve verslaving die bovendien de antipolitiek voedt. We verwachten te veel van meer regels, strengere handhaving en meer financiering. Verwachtingen die beleidsmakers nooit kunnen inlossen. Je zou voor minder je geloof in de politiek verliezen. Wanneer gaan we eindelijk eens beseffen dat volmaaktheid niet bestaat en dat er grenzen zijn aan de effectiviteit van overheidsingrijpen?

Laat dit een pleidooi zijn voor een terughoudende overheid die spontane verbanden tussen mensen ondersteunt. Voor een bescheiden overheid die gelooft in ondernemerschap als motor voor welvaart en innovatie. Een overheid die gelooft in het zelf-oplossend vermogen van de burger. En laten we ons ver weghouden van verkozenen die tegen elkaar opbieden voor de volksgunst. Het zijn vleiers in plaats van wetgevers, werktuigen in plaats van gidsen, schreef Edmund Burke. Ik denk dat hij gelijk had.

Mathieu Cockhuyt staat op de 12de plaats op de Oost-Vlaamse N-VA-Kamerlijst. Hij is parlementair medewerker van Kamerlid Valerie Van Peel (N-VA) en voorzitter van Jong N-VA Gent. Mathieu studeerde sociale wetenschappen (HoGent), criminologie (UGent) en bestuurskunde (UGent).

Commentaren en reacties