Men heeft de Joden de holocaust nooit vergeven
Op studiereis naar Israël
foto © Sam van Rooy
Wim van Rooy trok met het CIDI op studiereis naar Israël. Propaganda roepen sommigen. Neen, gewoon veelzijdig informatief. Verslag deel vier.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementMen heeft de Joden de holocaust (een concept dat ik eigenlijk liever niet gebruik wegens de religieuze connotatie) nooit vergeven: het is een bekende uitdrukking, maar ze is hyperwaar. De Duitse schrijver Martin Walser heeft ooit eens gesteld dat het ontstaan en het bestaan van de staat Israël door velen als een dodelijke morele slag ervaren werd. Dat zindert nog altijd na: nog steeds leggen velen zich niet neer bij de existentie van die staat.
Het Palestijnse narratief heeft in die zin gewonnen want het werd vanuit het multiculturalisme vanaf eind jaren zestig klakkeloos door het Westen overgenomen en met veel geld besproeid. Men pikt het ook niet dat de onderstroom van de joodse verbeelding, uitgekristalliseerd in het zionisme en bekampt door weer andere, meer kosmopolitisch ingestelde Joden, etnische homogeniteit en identiteit is, een situatie die wij op dit forum soms wensen omdat we de malaise van het multiculturalisme en zijn utopie elke dag aan den lijve ondervinden.
Israël echter, met zijn zionisme, is merkwaardig genoeg maar voor een stuk een eenheidsstaat (etnostaat), want alle minderheden hebben er rechten waar ze elders in het Midden-Oosten slechts van kunnen dromen. En zoals Joden in de Europese steden zich op een erg specifieke manier in hun respectieve samenlevingen hebben geïntegreerd (ze blijven zichzelf, maar leven de seculiere wet na en zijn gezagsgetrouw aan de staat of de natie waarin ze leven), zo slagen zij er ook in de Arabieren in Israël op een democratische manier op te nemen, in het onderwijs, in de politiek, in het leger, in hun juridisch apparaat.
Nationalisme als uitdrukking van openheid
Er was een tijd dat nationalisme nog niet in een verdachte geur stond, een tijd waarin, aldus de Israëlische politicoloog Yoram Hazony, nationalisme met een open geest werd geassocieerd. Progressieven beschouwden Woodrow Wilson’s ‘Fourteen Points’ en het ‘Atlantische Charter’ van Roosevelt en Churchill als bakens van hoop voor de mensheid, juist omdat ze uitgingen van een zeker nationalisme. Het waren uitdrukkingen van hoop op nationale onafhankelijkheid en zelfbeschikking voor volkeren die nog ‘in slavernij leefden’. En werd het nationalisme van Gandhi niet aangemoedigd?
Toen Israël aanvankelijk dat recht opeiste werd dat streven enthousiast onthaald maar gaandeweg, toen dat land zijn eigen koers voer en zijn weerbaarheid uitspeelde, herleefde het aloude antisemitisme, nu in een andere, meer democratisch gelegitimeerde vorm: men mocht nu op een zeer eenzijdige wijze tegen Israël zijn, want deze staat beet van zich af en geloofde niet in de sprookjes die Europa profeteerde. Israël werd dus de Jood onder de naties.
Natie versus imperium
Nationalisme is het principe dat de wereld nog het best georganiseerd is als naties hun eigen koers kunnen varen en hun eigen tradities kunnen cultiveren. Is een imperialistisch project als de EU – imperialistisch ten opzichte van de landen die er deel van uitmaken en die hun soevereiniteit verkwanselen – of de poging tot het opzetten van een Amerikaanse wereldorde door neoconservatieven van allerlei slag (Project for he New American Century – PNAC) niet veel erger?
Die imperialismen hebben in ieder geval na de val van de Muur via de idee van de Pax Americana (Charles Krauthammer) gedurende de laatste decennia de wereld omgewoeld… Trump probeert het tegenovergestelde te doen en dat zint de deep state dus niet. En is het globalisme geen nieuwe versie van het oude imperialisme, ‘a liberal empire’? Trouwens, wat Hazony ons vertelt, wordt ons ook door Thierry Baudet voorgehouden in zijn boek De aanval op de natiestaat (2012), een politieke ordening waarbij de natiestaat centraal staat en die hij als garantie beschouwt voor de ontwikkeling van vrije instituties en individuele vrijheid. Ik zou zeggen: zoals ze in Israël floreren.
Er bestaan in dit geval, om het nog eens postmodern en perspectivistisch ten opzichte van de waarheid uit te drukken, twee narratieven: het Palestijnse en het Israëlische. Ik zei het al: in Europa heeft het Palestijnse verhaal zich kunnen doorzetten en opdringen, want aan Israël wordt door onze politici slechts lippendienst bewezen. De vrede met de Palestijnen werd in jaren zeventig al afgekocht via veel geld (dat naar corruptie en nepotisme ging) en met de belofte dat de sectaire PLO-aanslagen verminderd zouden worden.
De nieuwe pravda
Veel heeft het allemaal niet geholpen. Het islamogauchisme heeft in zowat alle media postgevat en de Rudi Vranckxen van de nieuwe pravda en zijn perverse linkse spraakcodes hebben daar ruimhartig toe bijgedragen. De arme Palestijn, een creatie van de Pallywoodfabriek, tegenover zijn wrede verdrukker, de Israëli, dus de Jood. Het is een nieuwe versie van de Protocollen van Zion, maar dat stoort onze intelligentsia niet. Het is de taal van het Derde Rijk, maar dan vloeiend aangepast aan de postmoderniteit, minder ostentatief voor wie het niet wil zien.
Wie de twee verhalen kent, kan alleen maar vaststellen dat allebei hun feilen vertonen, hun omissies, hun lacunes, hun historische onzekerheden en hun parti pris. Maar zeker is dat wie goed bij zijn hoofd is het Israëlische narratief verre moet verkiezen boven het hypocriete en larmoyante verhaal dat de Palestijnen uitventen, net zoals bij ons ook de islam de vermoorde onschuld speelt en alle kwaad op de schouders van het Westen wentelt.
Waarom herkent men dat patroon niet, of beter: waarom wil men dat patroon niet herkennen? Wie zich bij ons als het grootste slachtoffer kan presenteren, die wint. Want de culpabiliseringsmechanismen (en dus het toewijzen van alle schuld aan ons, niet-moslims), draaien meer en meer op volle toeren, en dat al decennia. En zie: het lukt…. Want elk gesprek of elk debat over het Midden-Oosten eindigt met het omineuze: ‘Ja, maar de Joden…’. Het is geopolitiek beschouwd cultuuroorlog, dat had Huntington scherp gezien. En met Marrakesh en de Palestijnse zieligheidsindustrie staan we aan de verkeerde kant. Einde verhaal.
Dit is het laatste deel van een reeks van vier. Lees hier deel één, hier deel twee en hier deel drie.
Categorieën |
---|
Tags |
---|
Wim van Rooy (1947) is publicist en essayist. Hij is licentiaat Letteren en Wijsbegeerte afdeling Germaanse Filologie en licentiaat Zweedse Taal- en Letterkunde (RUGent, 1971) - bijkomende specialisatie: godsdienstwetenschap. Hij is auteur van o.a. ‘De malaise van de multiculturaliteit’ en ‘Waarover men niet spreekt. Bezonken gedachten over postmodernisme, Europa, islam’.
Het overlijden van de briljante schrijver Wessel te Gussinklo ging bijna onopgemerkt voorbij. Een in memoriam.
‘Afgrond’ verhaalt de waargebeurde verhouding tussen Venetia Stanley en de veel oudere Britse premier Henry Asquith, die leidde tot een kabinetscrisis.