Mrs. May: “stalen besluitvaardigheid”
Velen hier kennen Albion niet (meer)
Journalisten kunnen zich maar beter wat inwerken in hun stof, voor ze zich aan het schrijven zetten
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementTer afronding van onze artikelenreeks die tot doel had de lezer te begeleiden te midden van de chaos veroorzaakt door het referendum in het VK over het al dan niet toebehoren van dat land tot de EU, volgt hier nog een summiere slotbeschouwing. Het streelt uiteraard onze ijdelheid dat de verwachtingen die werden uitgesproken in het eerste artikel van de serie grotendeels in vervulling zijn gegaan.
De Britten luisteren dus niet naar de aanbevelingen van een wat dolgedraaide groep Europeanen, die beweerden dat de brexit niet hoefde door te gaan want dat het Britse parlement zich hierover nog diende uit te spreken. Dat ondemocratische standpunt werd nooit door vooraanstaande Britten gedeeld. Van meet af aan vonden zij dat men niet tegen de volkswil kon ingaan, maar in Brussel weet men niet wat democratie is.
Na enige verwarring, en een soort aflossingskoers volgend op het ontslag van premier David Cameron, kwam mevrouw Theresa May naar voren als de enige kandidaat voor Camerons opvolging. Deze vrouw geniet in eigen land een ongezien gunstige reputatie als bestuurster. Zij leidde met de allure van een Margaret Thatcher gedurende jaren het ministerie van Binnenlandse Zaken, dat in bestuurlijk opzicht als het grootste en moeilijkste van alle Britse departementen beschouwd wordt. Interessant is de mening van kardinaal Vincent Nichols, aartsbisschop van Westminster (Londen) en primaat van Engeland. Hij omschrijft (in het katholieke weekblad The Tablet van 16 juli) May als een vrouw die uitblinkt in “rijpheid van oordeel, stalen besluitvaardigheid, gevoel voor rechtvaardigheid, en persoonlijke integriteit en warmte” (“maturity of judgement, steely resolve, sense of justice and the personal integrity and warmth”).
Zo hoort u het eens van een ander, al moet hierbij wel worden gezegd dat de Anglicaanse Mrs. May op goede voet staat met het katholieke volksdeel. Zij was in 2014 door de Paus uitverkoren om zitting te hebben in de Santa Marta-commissie die ten Vaticane de strijd aanging tegen de slavernij en de slavenhandel.
May nam direct de leiding van wat beschouwd wordt als een der sterkste kabinetten die het VK sinds de Wereldoorlog heeft gekend. Op verschillende ministerposten benoemde zij, luidt het, de juiste man op de juiste plaats. Dit gold met name voor het ministerie van Buitenlandse Zaken, waar ze bewust een stunt uithaalde door Boris Johnson voor de post naar voren te schuiven. Ik weet niet waarom Sturtewagen in De Standaard van 15 juli de benoeming van Johnson een “vergiftigd geschenk” noemt. Sturtewagen gewaagt zelfs van “een lege doos met een mooie strik rond”. Hier gaat Sturtewagen op een luchtige manier zwaar in de fout, dunkt me. Hij zoekt in de gelijktijdige benoeming van een paar andere mensen op het ministerie van Buitenlandse Zaken een bewijs als zou Johnson maar een façade-figuur zijn. Echter niets is minder waar, want het is Brits gebruik om de onderministers van Buitenlandse Zaken gelijktijdig met hun baas te benoemen. Sturtewagen zou er beter aan gedaan hebben er bij zijn lezers in te hameren dat al deze onderministers niet toevallig tot het brexit-kamp behoren, en dat één van hen de specifieke taak heeft om wat May noemt, de besprekingen over de brexit in Europa te gaan voeren. Dat is toch niet min als doelstelling – ik denk integendeel dat May op Buitenlandse Zaken de sterkste equipe heeft gevormd die momenteel in de conservatieve partij beschikbaar was. U ziet hoe weinig het vasteland nog steeds afweet van de Britse gebruiken. Ook de Britse politieke cultuur blijft voor velen ontoegankelijk en vandaar onbekend. We zullen in ons eigen belang verplicht zijn een zelfstandig VK beter te leren kennen dan het voormalige …lid van de Europese Unie.
Waar, denkt u, zou men buiten Engeland een periodiek aantreffen als The London Review of Books die in haar editie van 14 juli niet minder dan 15 pagina’s grijze, dichtbedrukte tekst brengt met een vrijwel compleet overzicht van de kijk der voornaamste Britse intellectuelen op het referendum. Dat is van een nergens anders in Europa aangetroffen intellectueel niveau. Dit soort Engeland is wat wij het meeste zullen missen ingevolge de brexit.
En wie is aan het wringen en wroeten om Engeland er zo vlug mogelijk uit te “pushen”? Frankrijk natuurlijk, dat volgens de berichtgeving in De Standaard van 22 juli nu reeds overhoop ligt met Duitsland en de andere Europese landen, omdat Frankrijk het VK zo rap mogelijk eruit wil, en de anderen voorzichtiger en zorgvuldiger te werk willen gaan, ook al weten zij dat er geen alternatief voor de brexit is. Het is voor Frankrijk een grote overwinning, althans sinds Azincourt in 1415 (de Engelsen noemen het Agincourt).
Waarschijnlijk is men in sommige Franse ministeries al voorbereidingen aan het treffen voor het sluiten van de Kanaaltunnel. Engeland keert terug als de aartsvijand van de Bourbons, thans vertegenwoordigd door de socialistische koning François Hollande. Het was al niet netjes van de Fransen om direct na het referendum bij hoogdringendheid een conferentie bijeen te roepen van de zes oorspronkelijke landen van “Europa”, namelijk Frankrijk, Italië, Duitsland en de Benelux. Dat verbond van zes staten bestaat niet alleen niet meer, maar heeft ook geen enkel speciaal statuut binnen de Europese integratie gekregen. Het is eigenlijk lucht, maar des te symbolischer en kwetsender voor alle anderen. Oost-Europese leden van de EU hebben trouwens formeel protest aangetekend tegen dit initiatief, waaraan actief werd meegewerkt door de voorzitter van de Europese Commissie, de Luxemburger Juncker (De Tijd, 2 juli).
Men ziet waar dit naartoe gaat. Frankrijk keert met onverholen plezier terug naar de tijd toen Generaal De Gaulle zijn veto had gesteld tegen de toetreding van het VK tot de EU. Dit Europa zonder Britten is het Europa dat Frankrijk altijd gewenst heeft, maar is ook een Europa dat de Duitsers schrik aanjaagt, want het is een Europa in dienst van Franse belangen. Het eerste van die belangen werd door Margaret Thatcher in haar memoires omschreven als “de Duitsers eronder houden”. Daar keren we nu naar terug, maar het is niet gezegd dat de Fransen deze slag zullen winnen. Het Duitsland van vandaag kan eventueel alleen nog onder de Franse knoet worden gehouden door te dreigen met de atoombom – dat zou al enkele keren gebeurd zijn – maar of Frankrijk daarin ooit zal gevolgd worden door de andere Eurolanden – buiten België natuurlijk want dat volgt Frankrijk blindelings – is nog zeer de vraag.
En tenslotte biedt de brexit Engeland alle kansen op een politiek en internationaal renouveau. Laat Boris Johnson maar de scheepsklokken luiden. Go, Britannia, rule the waves.
Categorieën |
---|
Mark Grammens (1933) was uitgever en hoofdredacteur van De Nieuwe en Journaal. Hij schreef ook in 't Pallieterke, Het Volk, Trouw, Tijdschrift voor Diplomatie. Hij kreeg de Orde van de Vlaamse Leeuw en de Prijs voor de Vrijheid.
In 1988 – twintig jaar na mei ’68 – stelde Mark Grammens zich de vraag wat er feitelijk te vieren was, dan ‘des enfantillages’ die alles behalve progressief waren.
Amerikakenners Roan Asselman en David Neyskens bespreken de actualiteit aan de overkant van de oceaan.