Muziek overwint de tirannie: de zevende symfonie van Dimitri Sjostakovitsj
Een eerbetoon aan moedige lafheid of laffe moedigheid.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementExact 74 jaar geleden, op 9 augustus 1942, klonk in Leningrad de première van Sjostakovitsj’ zevende symfonie, de zgn. ‘Leningradsymfonie’. Niet alleen de omstandigheden van compositie en opvoering van dit werk, maar ook de plaats van het werk in Sjostakovitsj’ persoonlijke worsteling met zijn eigen tijd, maken van deze symfonie een tijdloos kunstwerk.
Muziek tegen fascisme
De Leningradsymfonie is onlosmakelijk verbonden met de stad Leningrad en de gruwelen die haar bevolking moest ondergaan tijdens het beleg van de stad door de Duitse Wehrmacht (september 1941 – januari 1944). De sovjetcomponist Dimitri Sjostakovitsj begon direct na het begin van het beleg aan de compositie van zijn symfonie. Hij was verknocht aan zijn stad die hij met tegenzin verliet. Hij weigerde meerdere malen om geëvacueerd te worden uit de belegerde stad, waar de gevolgen van ondervoeding reeds begonnen toe te slaan. Uiteindelijk stemde hij in met evacuatie, waarna hij in zeven haasten zijn symfonie voltooide.
Het werk zou beroemd worden als een stevige vorm van artistiek verzet tegen de nazi’s. De partituur van de symfonie werd immers per vliegtuig overgevlogen naar de toen reeds uitgehongerde stad Leningrad. In de stad werd er een gelegenheidsorkest samengesteld uit wat nog over was van het Leningrad radio-orkest, soldaten en muzikanten uit de stad. Ondanks barre omstandigheden –drie mensen stierven tijdens de repetities (!) – ging de Leningradsymfonie in première in Leningrad op 9 augustus 1942. De première was een kwestie van staatsbelang. Niet alleen kregen de muzikanten extra rantsoenen. Luitenant-Generaal Govorov liet de Duitse stellingen omheen de stad preventief bombarderen zodat de Duitsers de concertzaal niet op de korrel zouden nemen tijdens de opvoering. Het stuk galmde door de sovjetluidsprekers over de Duitse linies die zwegen door het bombardement. Govorov zou later tegen de dirigent Eliasberg gegrapt hebben ‘wij hebben ook ons instrument gespeeld in uw opvoering’.
Muziek tegen tirannie
De Leningradsymfonie werd door de Sovjetunie en de geallieerden direct aanzien als een sublieme vorm van artistiek verzet tegen het nationaalsocialisme. In het openbaar liet Sjostakovitsj zich deze rol van componist des vaderlands welgevallen. In de Pravda van maart 1942 schreef hij:
‘De oorlog die we vechten tegen Hitler is een uiterst rechtvaardige oorlog. Wij verdedigen de vrijheid, eer en zelfstandigheid van ons Moederland. Wij vechten voor de hoogste idealen in de geschiedenis. (…) De kunstenaars van de Sovjetunie zullen nooit afzien van de historische confrontatie die zich nu afspeelt tussen rede en obscurantisme, cultuur en barbarij, licht en donker… Ik draag mijn zevende symfonie op aan onze strijd tegen het fascisme, aan onze toekomstige overwinning op de vijand, en aan mijn geboortestad, Leningrad.’
De realiteit bleek echter genuanceerder dan de sovjetpropaganda deed uitschijnen. Sjostakovitsj vertrouwde zijn vrienden toe dat zijn zevende symfonie, net zoals zijn vijfde, niet alleen een aanklacht was tegen het nationaalsocialisme, maar ook tegen het communisme en alle vormen van totalitaire tirannie.
Dimitri had immers zijn redenen om over de druk van een totalitair regime te schrijven. Tijdens zijn lange en productieve carrière is de componist tweemaal, in 1936 en in 1948, persona non grata verklaard omwille van zijn zogenaamd decadent westerse stijl en bourgeois formalisme. In een tijd van Stalinistische zuiveringen, waarin Sjostakovitsj ook vele vrienden en naasten verloor, was de dreiging van het communistisch cordon sanitaire reëel –Sjostakovitsj kon van geluk spreken dat hij de jaren 30 en 40 levend was doorgekomen.
Dappere lafheid
Sjostakovitsj’ omgang met de verpletterende druk van de sovjetmaatschappij bleek even genuanceerd als succesvol. Velen hebben hem bekritiseerd omwille van zijn plat conformisme. Dimitri liet zich graag gebruiken als een gewillig propagandamiddel om de glorie van sovjetkunst in binnen- en buitenland te etaleren, participeerde in verschillende bestuursfuncties en was een meester in de politiek correcte sovjetfrasen. Maar onder deze conformistische oppervlakte lag een fundamenteel neurotisch individu dat zijn muziek gebruikte om zichzelf in het reine te brengen met de druk van de sovjetmaatschappij. Sjostakovitsj was slechts een lauwe fan van de socialistische doctrine; bij een socialistisch ingangsexamen aan het conservatorium werd hij de deur gewezen omdat hij in lachen uitbarstte bij de eerste vraag. Hij gebruikte zijn bestuursfuncties om zijn vrienden te helpen, waarvan er vele in kampen waren terechtgekomen of in ieder geval in ongenade waren gevallen. Hij heeft zijn echte muziek nooit laten hypothekeren door het conformisme. Zijn vijfde symfonie, die zijn rehabilitatie teweegbracht na het débacle van 1936 kreeg in de volksmond de bijnaam ‘Een artistiek antwoord op terechte kritiek.’ Sjostakovitsj heeft deze ondertitel echter nooit onderkend. Zijn satirisch stuk Anti-Formalistische Peepshow is een van de meest vinnige parodieën op het sociaal realisme van zijn tijd.
Sjostakovitsj’ muziek was zijn enige redmiddel in zijn doodsstrijd met de tirannie. Toen, in de zomer van 1960, de sovjetautoriteiten aandrongen bij de gevestigde componist om zich toch lid te maken van de Communistische Partij, ging Dimitri door een zware emotionele crisis. Hij had besloten om zelfmoord te plegen na het schrijven van zijn Achtste Strijkkwartet, om zijn lidmaatschap te ontwijken. De zelfmoordpoging werd behoed door zijn vrienden, Sjostakovitsj schreef zijn kwartet officieel toe aan de emoties die hij voelde bij een bezoek aan de stad Dresden – hij zou de muziek schrijven voor een documentaire over de geallieerde bombardementen daar – en op 14 september 1960 woonde hij zijn inauguratie tot lid van de Communistische Partij bij. Sjostakovitsj’ laffe moed of moedige lafheid hebben van hem een symbool gemaakt en zullen zijn muziek onsterfelijk maken: moed overwint de onderdrukking. Kunst overwint de tirannie.
Raf Praet is klassiek filoloog en doet momenteel onderzoek naar de late oudheid in het kader van zijn doctoraat aan de universiteiten van Groningen en Gent.
Foto: (c) Reporters
Personen |
---|
Raf Praet (1989) studeerde klassieken aan de universiteit van Gent. Na twee jaar als onderzoeksmedewerker in de byzantinistiek aan deze universiteit, voltooide hij zijn doctoraatsstudies in de oude geschiedenis aan de universiteiten van Groningen en Gent.
De Frontbeweging speelde in op de rol van de VS na het einde van de Grote Oorlog. VOS Vlaamse Vredesvereniging haalt die banden terug aan.
Amerikakenners Roan Asselman en David Neyskens bespreken de actualiteit aan de overkant van de oceaan.