JavaScript is required for this website to work.
Binnenland

N-VA: -8%,Vlaams Belang: +8%. En wat nu?

Ook Mark Grammens schrijft nu voor Doorbraak

Mark Grammens20/5/2016Leestijd 3 minuten

Waarom laat iedere Vlaamse voorman de Vlaamse Beweging in de steek als hij op Belgisch niveau actief wordt? vraagt Grammens zich af

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Ja, dat is de vraag, nietwaar. Dat was ze in 1977 toen het Egmontpact werd gesloten onder impuls van Hugo Schiltz en Wilfried Martens, en dat is ze vandaag opnieuw. A propos, het citaat komt uit een brief van de Nederlandse Vlamingenvriend, socialist en historicus Pieter Geyl en was gericht tot zijn vriend, de socialistische flamingant Herman Vos die toen, kort na de oorlog was dat, minister was in een regering-Van Acker. (Men vindt het citaat in het boek van Bernard van Causenbroeck,’Herman Vos’, Hadewijch, 1997).

Gaat de N-VA nu een voor die partij tragische periode tegemoet, zoals het Egmontpact dat was voor de Volksunie? Volgens de recent gepubliceerde opiniepeiling van Het Laatste Nieuws die de aanhang van de N-VA laat dalen van ruim 32% bij de verkiezingen van 2014 naar iets meer dan 24%, ziet het er daar wel naar uit. Het volstaat dat het populariteitscijfer van de N-VA tussen nu en de volgende verkiezingen nog zal blijven dalen om een toestand te creëren zoals die van december 1978.

Bij de verkiezingen van die datum verloor de Volksunie het grootste percentage kiezers dat na de Bevrijding ooit een partij had verloren. Dit was, als men de zaken vanop afstand beschouwt, het begin van het einde van de Volksunie.

Sinds de jongste verkiezingen en de regeringsdeelneming van een triomferend N-VA hangt dit perspectief in de lucht. Het incasseringsvermogen van de flamingant gaat zeer ver – zelfs de repressie heeft hij overleefd – maar er zijn grenzen. De vraag van de komende periode zal zijn of dat incasseringsvermogen nu bereikt werd, dan wel of er nog meer rek in zit. Dat is onvoorspelbaar en hangt van veel factoren af, maar het zou zeer onvoorzichtig zijn van de N-VA als ze er geen rekening mee hield. De

N-VA heeft na de vorige verkiezingen een gok gewaagd die haar bestaansrecht op de helling zou kunnen zetten. Zij mocht in de Belgische regering komen op voorwaarde dat ze ophield Vlaamse eisen te stellen van welke aard ook. Men hoorde geen enkele N-VA’er de Vlaamse zaak bepleiten, behalve voor de façade in interviews en vlugschriften die aan de Franstaligen uitgelegd werden als propaganda.

Ik vrees dat de N-VA zich op een pad heeft gewaagd waar geen weg terug is. Als zij terugkomt op haar bereidheid om de Vlaamse zaak on hold te zetten dan verliest ze alles: de voordelen van de macht én de geloofwaardigheid. Het is te verwachten dat zij van nu af aan van toegeving naar toegeving zal rennen.

Het is aan de Vlaamsgezinde partijpolitiek om te weten hoe men met dat fenomeen voortaan omgaat. Het Vlaams Belang zit te wachten tot de vruchten vanzelf van de boom vallen. De partij wint ook als ze niets doet. Juister gezegd: vooral als ze niets doet, want door te hervallen in de populistische retoriek die haar reeds de vorige desastreuze verkiezingsuitslag heeft opgeleverd, riskeert zij tussen het succes van vandaag – volgens Het Laatste Nieuws zou de partij 14% van de stemmen halen en de derde partij van Vlaanderen worden – en de verkiezingen van morgen, veel van haar nieuwe aanhang opnieuw te verliezen. De modale geradicaliseerde Vlaming slikt niet noodzakelijk de kreten waarmee VB nu uitpakt, zoals ‘Islamterreur: terugslaan’ of ‘Staat van Oorlog’. Dit is goed voor politieke kleuters. Wie spreekt na 32 doden nu van oorlog? De 100.000 slachtoffers van het bombardement op Dresden (1945) keren zich om in hun graf dat ze niet gekregen hebben.

Het Vlaams Belang heeft, zoals het Vlaams Blok voordien, altijd geflirt met de overdrijving die ongeloofwaardig maakt. Dat is de reden waarom de partij sérieux mist, en wat meer is: waarom velen in het kieshokje nog altijd aarzelen om, ondanks hun onvrede met het beleid van de N-VA, voor het Vlaams Belang te stemmen. Het is niet het cordon sanitaire dat de partij tot onmacht veroordeelt, maar wel de aarzeling van zovele Vlaamsgezinden om zich te compromitteren met een politiek taalgebruik dat niet tot het Vlaamse erfgoed behoort, en dat de Vlaamse zachtmoedigheid tart. Velen hebben de neiging te zeggen: dat van het Vlaams Belang, is mijn Vlaanderen niet.

Daar staat tegenover dat Karel Dillen wel gelijk had toen hij zei enkel aan een Belgische regering te zullen deelnemen als het de laatste zou zijn. Had Bart De Wever deze houding van Dillen maar tot de zijne gemaakt, in plaats van Schiltz achterna te hollen, de electorale dieperik in.

Mark Grammens (1933) was uitgever en hoofdredacteur van De Nieuwe en Journaal. Hij schreef ook in 't Pallieterke, Het Volk, Trouw, Tijdschrift voor Diplomatie. Hij kreeg de Orde van de Vlaamse Leeuw en de Prijs voor de Vrijheid.

Meer van Mark Grammens

In 1988 – twintig jaar na mei ’68 – stelde Mark Grammens zich de vraag wat er feitelijk te vieren was, dan ‘des enfantillages’ die alles behalve progressief waren.

Commentaren en reacties