JavaScript is required for this website to work.
Multicultuur & samenleven

Forum

Naar een minister van gemeenschapsvorming?

Vlaanderen wordt geconfronteerd met asociaal gedrag en samenlevingsproblemen. Kan een minister van gemeenschapsvorming een deel van de oplossing zijn?

Sven Lievens is mandaatassistent aansprakelijkheidsrecht en risicoverzekeringen aan de Universiteit Antwerpen en voorzitter van Jong N-VA District Antwerpen. Hij schrijft in eigen naam.

5/1/2024Leestijd 4 minuten

Vlaanderen wordt geconfronteerd met asociaal gedrag en samenlevingsproblemen. Kan een minister van gemeenschapsvorming een deel van de oplossing zijn?

Vlaanderen wordt geconfronteerd met asociaal gedrag en samenlevingsproblemen. Rellende jongeren tijdens nieuwjaarsnacht, feitelijk gesegregeerde groepen, individualisering en eenzaamheid zijn maar enkele voorbeelden. Kan een minister van gemeenschapsvorming een deel van de oplossing zijn?

Het is weldra dertig jaar geleden dat het Sint-Michielsakkoord de vierde staatshervorming inluidde. De tot dan toe Belgische unitaire staat werd officieel omgevormd tot een federale staat, met twee types deelstaten: de gemeenschappen en de gewesten. Hoewel die gemeenschappen al sedert 1980 bestonden, als opvolger van de cultuurraden, kwamen ze pas tot volle wasdom door de rechtstreekse verkiezingen in 1994. De staatkundige gemeenschap is dus al even een feit. Maar is ze dat inhoudelijk ook?

Samenlevingsperikelen

Er zijn redenen om te twijfelen aan het bestaan van een hechte Vlaamse gemeenschap. Daarmee bedoel ik een gemeenschap, wonend in Vlaanderen, waaronder Brussel, die het Nederlands als voertaal heeft en de overige leden van die gemeenschap herkent en erkent als leden van diens groep. Het is een metafysisch verband, een imagined community, dat mensen samenbrengt rond de Vlaamse taal en cultuur, kaderend in een Europees samenwerkingsverband. Dat is een gemeenschap die meer is dan de optelsom van de samenstellende delen en die meerwaarde erkent in haar naasten, los van huidskleur, religie, geaardheid, geslacht, opleidingsniveau, enzovoort.

Samenlevingsperikelen tonen keer op keer dat het werk nog niet af is. De temperatuur moet maar enkele dagen de 25°C overschrijden en de media stromen vol met berichten over rellende jongeren in openbare zwembaden. Repressieve actie dringt zich op in de vorm van toegangscontroles, zwarte lijsten en verhoogde aanwezigheid van veiligheidsdiensten. Hetzelfde geldt voor de nieuwjaarsnacht, die keer op keer wordt ontsierd door rellende jongeren, met ditmaal als triest dieptepunt het tegenhouden van een MUG-ambulance op weg naar een patiënt in nood.

Van een heel andere orde zijn de eenzaamheidscijfers, die sinds de coronacrisis worden gemeten. Het Vlaams eenzaamheidsplan 2021-2024 noemt de individualisering van de maatschappij en de stigmatisering van bepaalde groepen structurele risicofactoren.

Een samenleving die niet investeert in haar gemeenschappelijke taal zal niet samen, maar apart leven.

Ten slotte is ook het tanende taalniveau in Vlaanderen een samenlevingsprobleem dat voldoende aandacht vraagt. Als basis van onderlinge communicatie is goede beheersing van het Nederlands, al of niet naast andere (thuis)talen, primordiaal. Een samenleving die niet investeert in haar gemeenschappelijke taal zal niet samen, maar apart leven.

Onderlinge afhankelijkheid

Deze samenlevingsperikelen staan uiteraard niet op zichzelf. Ze zijn onderling van elkaar afhankelijk en creëren een negatieve, neerwaartse spiraal. Zo zullen racisme en uitsluiting bijdragen tot het verwerpen van de Vlaamse gemeenschap. Omgekeerd zorgt een gebrek aan integratie en inburgering evengoed tot gescheiden, naast elkaar levende groepen. Het generatie op generatie doorgegeven gebrek aan Nederlands vermindert uiteraard de job-kansen, wat dan weer de financiële situatie bemoeilijkt en opnieuw tot uitsluiting en eenzaamheid kan leiden.

U merkt het, de problemen zijn complex. Een one size fits all-oplossing bestaat niet. Wat die problemen daarentegen gemeenschappelijk hebben is dat ze wel zouden varen bij een eengemaakt beleid, dat de verschillende bevoegdheidsdomeinen samenbrengt en met een multidisciplinaire aanpak zorgt voor een hechtere samenleving waarin niemand achterblijft.

Een minister van gemeenschapsvorming dan maar?

Een versnippering van het beleid zorgt voor een versplintering van de samenleving. Om dat te voorkomen kan het toewijzen van de bevoegdheid gemeenschapsvorming aan één specifieke minister een deel van de oplossing zijn. Daar zijn twee redenen voor.

Ten eerste lijkt het samenbrengen van expertise uit verschillende hoeken in één kabinet nuttig en noodzakelijk. Een multidisciplinaire aanpak die zich over de overige beleidsdomeinen heen kan focussen op de oorzaken van baldadig gedrag en het sociaal weefsel kan versterken. Vergelijk het gerust met de zopas aangestelde drugscommissaris, die het drugsbeleid moet coördineren en verbinden tussen de verschillende bevoegde overheden en ministers.

Ten tweede valt, naast het inhoudelijke belang, ook het symbolische nut van een minister van gemeenschapsvorming niet te onderschatten. Het geeft aan dat Vlaanderen een hechte gemeenschap wil bouwen en het sociaal weefsel wil versterken. Ook burgers en middenveldorganisaties die geconfronteerd worden met asociaal gedrag en de desastreuze gevolgen van individualisering hebben dan één duidelijk adres waar ze hun bezorgdheden kunnen uiten.

Uiteraard blijft gemeenschapsvorming aard een transversale bevoegdheid; ze gaat immers over vele beleidsdomeinen. Elke minister dient dus het belang van gemeenschapsvorming in het achterhoofd te houden. Maar dergelijke redenering geldt ook voor klimaat en omgeving, wat ons ook niet tegenhoudt om daarvoor één primair verantwoordelijke minister aan te duiden.

Onder de Vlaamse minister van gemeenschapsvorming kunnen dan bijvoorbeeld de huidige bevoegdheden inzake integratie en inburgering, gelijke kansen, jeugd, armoedebestrijding maar ook justitie en handhaving als repressief sluitstuk ressorteren.

Welk profiel?

De minister van gemeenschapsvorming behoort een echte gemeenschapsdenker te zijn. Iemand die fundamenteel gelooft in een warme, hechte gemeenschap, maar ook iemand die beseft dat zoiets niet louter top-down kan gecreëerd worden. We zoeken een sterke facilitator van gemeenschapsvorming, door het ondersteunen van acties uit het middenveld, door te spreken met verschillende geloofsgemeenschappen, door het verhaal van Vlaanderen uit te dragen en de bevolking uit te nodigen daar deel van te worden.

De minister moet de samenlevingsproblemen onder ogen zien, er actief mee aan de slag gaan en desgevallend repressief optreden, maar ook de mooie verhalen vertellen over wijkfeesten, zorgzame buurten en geëngageerde jongeren. Die positieve boodschap is minstens even belangrijk.

De minister van gemeenschapsvorming wordt de ambassadeur van het Vlaamse volk. Het volk zoals het vroeger was, vandaag bestaat en altijd zal blijven evolueren. Het behoort de belichaming te worden van een geslaagd samenlevingsproject, waar niemand achterblijft en mensen voor elkaar zorgen.

De positie werd bij deze vacant verklaard.

Sven Lievens is mandaatassistent aansprakelijkheidsrecht en risicoverzekeringen aan de Universiteit Antwerpen en voorzitter van Jong N-VA District Antwerpen. Hij schrijft in eigen naam.

Commentaren en reacties