Nationalisme is organisch
Assita Kanko, een niet-vanzelfsprekende nationalist
foto © Reporters
Nationalisme, wat is dat? Identitair of communautair? Voluntaristisch of organisch? Een analyse, wars van alle modetermen.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnement‘Assita Kanko wordt kopstuk voor de N-VA’, zo kopte De Standaard op 14 december 2018. Assita Kanko werd geboren in Burkina Faso, groeide er op en kwam in 2004 naar België. Ze was toen 24 jaar. Ze was jarenlang actief in de MR, verliet even de partijpolitiek om nu bij de N-VA te Brussel een leidende positie te gaan innemen. Ze is heel goed tweetalig en noemt zich nu Vlaams-nationaliste.
Geen vanzelfsprekende relatie tot nationalisme
Dit is dan toch een beetje merkwaardig, want in het verleden publiceerde ze een artikel onder de titel Nationalisten zijn slecht voor Vlaanderen. Ik vond deze tekst op Facebook, maar kan helaas niet achter halen in welk tijdschrift die bijdrage oorspronkelijk verscheen. Liberales? [De bijdrage verscheen inderdaad oorspronkelijk in Liberales, maar blijkt momenteel daar niet beschikbaar, n.v.d.r.] In dat artikel noemt ze de jacht op etnische stemmen een vorm van racisme en hekelt ze dat partijen die zich daaraan bezondigen nadien kartels aangaan met nationalisten.
Laat ik mild zijn, want in hetzelfde artikel verklaart ze eveneens dat vreemdelingen die naar hier verhuizen de morele plicht hebben om zich in de samenleving te integreren en zich moeten aanpassen aan onze normen en waarden. Wat dat betreft, heeft ze kennelijk wel het goede voorbeeld gegeven. Naar aanleiding van haar overstap naar de N-VA schaarde ze zich eveneens achter het beleid van Theo Francken en diens verzet tegen het Marrakesh-pact, aangezien een samenleving niet in staat is om onbeperkt migranten op te vangen. In één adem uitte ze zich ook als voorstander van confederalisme. Kortom, ze mag zich dan in het verleden wel gedistancieerd hebben van nationalisme, uiteindelijk blijkt dat ze misschien toch meer met nationalisme gemeen heeft dan ze wellicht wil toegeven.
Laten we het erop houden dat haar relatie tot het nationalisme niet zo vanzelfsprekend is. In haar geval lijkt dat de logica zelve. Haar geboorteland Burkina Faso is een veelvolkerenstaat. Ik heb geen idee tot welk volk ze eigenlijk behoort. Mossi (50% van de bevolking in het land)? Fulani? Lobi ? Mandé? Bobo? Gourma? En dan komt ze naar België, naar Brussel in het bijzonder, waar zij als vreemdeling in een wespennest terechtkomt bestaande uit Nederlanders, verfranste Nederlanders, verfranste Walen en talloze vreemdelingen uit alle windstreken.
Ze distancieert zich van nationalisme, om het vervolgens te omhelzen. Gebruikt ze de term telkens in dezelfde betekenis?
Modetermen
In mijn studententijd had men het in de literatuur heel vaak over volksnationalisme en staatsnationalisme. Ik heb die terminologie altijd verworpen. Volksnationalisme is immers een pleonasme en staatsnationalisme een contradictio in terminis. Aanhangers van de Belgische staat keren zich immers af van de volkeren die die staat belichamen. Later ging men spreken over etnisch nationalisme (opnieuw een pleonasme) en civiel nationalisme. De voortdurende hetze van het establishment tegen nationalisme maakt dat sommigen nu kiezen voor patriottisme. Om begrijpelijke redenen kent dat woord in ons land geen succes.
De nieuwe modeterm is nu identitair. Blijkbaar nu gesteld tegenover communautair. Hier vond ik de tweedeling organisch nationalisme en voluntaristisch nationalisme, met een verwijzing naar een werk van Bruno de Wever en Antoon Vrints. Niet zo kwaad bedacht, omdat je daarin moeiteloos de twee traditionele scholen herkent: de Duitse (Johann Gottfried von Herder, 1744 – 1803) en de Franse (Ernest Renan, 1823 – 1892). Ik citeer slechts twee namen, maar uiteraard zijn er ettelijke andere denkers die in de ene of de andere richting kunnen gecatalogeerd worden.
De wens samen te horen
De Franse school, het voluntaristisch nationalisme, steunt op de wens om samen te horen. Je kan dan pas spreken van een volk of natie, als er een voldoende volksbewustzijn is. In wezen komt het erop neer dat een willekeurige groep mensen zich kan uitroepen tot een natie. Als bijvoorbeeld de Franse staat erin slaagt om een voldoende grote meerderheid van zijn bewoners achter de Franse tricolore te scharen, dan is er een Franse natie en dan hebben Bretoenen, Occitanen, Catalanen, Basken, Elzassers of Nederlanders niets meer in de pap te brokken. Je kan dan ook evolueren van een Belgisch volk naar een Vlaams volk.
Vóór 1830 had nog nooit iemand van een Vlaams volk gehoord. Toen de orangisten in de periode 1840-1850 politiek uitgeschakeld werden, werden de Nederlanders in België voorzichtig, kwamen op voor de Nederlandse taal en probeerden politieke oplossingen te vinden binnen België. Ze vonden het Vlaamse volk uit en vervingen later de Belgische tricolore door de Vlaamse Leeuw. Een Vlaams volk is echter even artificieel als een Belgisch. Dat je met de Franse school letterlijk alle richtingen uitkan, kan verder geïllustreerd worden aan de hand van Joris van Severen en het Verdinaso: aanvankelijk Groot-Nederlands, wilde Van Severen vanaf 1934 Nederlanders, Walen en Luxemburg binnen één staatsverband verenigen.
Organische opbouw
De Duitse school vertrekt integendeel van de organische opbouw van de samenleving. De individuele persoon bestaat niet op zichzelf alleen, maar maakt deel uit van natuurlijke samenlevingsverbanden: het gezin, de dorpsgemeenschap, de volksgemeenschap. Men is Nederlander door geboorte en alle Nederlanders vertonen gemeenschappelijke kenmerken die hen onderscheiden van personen die deel uitmaken van andere volkeren. Dit basisbeginsel is herkenbaar in alle tijden en waar ook ter wereld. In elke volksgemeenschap ontstaat een cultuur die zich onderscheidt van de cultuur van andere volksgemeenschappen. Daar is niets mis mee, integendeel. Het is precies die culturele verscheidenheid van al die volkeren, die de wereld zo divers en boeiend maakt. Binnen iedere volksgemeenschap bestaan uiteraard nog regionale verschillen, wat het geheel nog rijker maakt. Wies Moens was een voornaam vertegenwoordiger van het organisch nationalisme.
Velen poneren dat het voluntaristisch of civiel nationalisme beter verdedigbaar is, omdat het, om het met een modewoord te zeggen, inclusief zou zijn. Dit is klinkklare onzin.
In tegenstelling tot wat men beweert, is organisch nationalisme helemaal niet op zichzelf betrokken. Natuurlijk zijn er mensen die moeilijk verder kunnen kijken dan hun kerktoren, maar dat is dan te wijten aan de beperktheden van die mensen. Een nationalist is trots op het volk waartoe hij behoort, is trots op zijn cultuur, maar weet juist vanuit die ingesteldheid andere volkeren en hun cultuur te waarderen. Die waardering blijkt uit de solidariteit die vandaag het Catalaanse volk te beurt valt: Nederlanders, Schotten, Basken, Occitanen, Bretoenen en vele anderen steunen de Catalanen in hun strijd voor onafhankelijkheid.
Het belang van grenzen
Grenzen zijn belangrijk. Iedere nationalist streeft ernaar om staatsgrenzen te laten samenvallen met de grenzen van de volksgemeenschap, maar beseft tegelijk dat grenzen nooit absoluut kunnen zijn. ‘Nooit zal men ons een morzel gronds ontwringen’, zo luidt een vers in een van de versies van de Brabançonne. Alle pleidooien voor een federale Europese Unie ten spijt, drukt dat vers nog altijd de mentaliteit uit van de lidstaten van de Europese Unie. Of het nu gaat over België, Frankrijk, Spanje of Italië. Zelfs de rots van Gibraltar is van aard om de spanningen tussen Spanje en het Verenigd Koninkrijk hoog te laten oplopen. En al die staten worden geschraagd door liberalisme en socialisme, ideologieën die voor eens en altijd vast afgebakend zijn, precies zoals de staatsgrenzen.
Daar tegenover staat het (organisch) nationalisme, dat geen ideologie is, maar een levensbeschouwing. De beginselen van het nationalisme zijn gesteund op ervaring en op wetenschap en zijn dus niet zomaar onveranderlijk. Dat in Vlaanderen en Nederland Nederlanders wonen, kan men vaststellen en dus horen beiden samen. Een deel van Frans-Vlaanderen was ooit Nederlandstalig en wordt grotendeels bewoond wordt door verfranste, etnische Nederlanders. Dit gebied hoort slechts in een Nederlands staatsverband, als er daarvoor een voldoende breed politiek en maatschappelijk draagvlak is. Mutatis mutandis geldt hetzelfde voor het vroegere Graafschap Kleef en het stukje Gelderland in Duitsland.
Grenzen zijn niet alleen niet absoluut, ze zijn ook veranderlijk. Zoals mensen ervoor kunnen kiezen het grondgebied van hun volksgemeenschap te verlaten en zich elders te vestigen. Wie die stap zet, moet zich, zoals Assita Kanko het verwoordde, in de gekozen samenleving integreren en zich aan de normen en waarden van die gemeenschap aanpassen. Soms is de integratie zo succesvol dat men zich met de gekozen volksgemeenschap identificeert. Zoals Staf van Velthoven die naar Ierland uitweek en zich engageerde in de IRA of pater Michael Windey S.J., die dorpen bouwde volgens de plaatselijke culturele normen en door India gevraagd werd om de staat te vertegenwoordigen in internationale organisaties. Zo zetten Assita Kanko, Zuhal Demir, Darya Safai en Ebru Umar zich in voor de belangen van het Nederlandse volk. Maar zoals Van Velthoven en Windey Nederlanders bleven, blijven deze dames hun oorspronkelijke volkse identiteit behouden.
Categorieën |
---|
Tags |
---|
Edwin Truyens is juridisch adviseur en voorzitter van het Vormingsinstituut Wies Moens
Jonah Penninck (CD&V): ‘De waarden van Kerstmis kunnen nooit helemaal verdwijnen.’
Amerikakenners Roan Asselman en David Neyskens bespreken de actualiteit aan de overkant van de oceaan.