Gaan we voor nog een rondje ‘snoeien om te groeien’?
Van boekhouding tot econometrie
Snoeien om te groeien?
Snoeien om te groeien zou de economie doen heropleven. Tegenvoorbeelden tonen aan dat dat niet klopt.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementToen de Vlaamse regering aan het begin van deze legislatuur (2014) een leidmotief diende te kiezen kwam het weinig inspirerende ‘snoeien om te groeien’. Het illustreerde het standpunt dat als je maar snoeit (in de uitgaven, begrotingstekort en staatsschuld), de economische motor vanzelf weer zou aanslaan. Als een volleerde boekhouder dacht Geert Bourgeois dat het opkuisen van de publieke balans de economische groei zou stimuleren doordat er weer investeerbare ruimte bijkomt. De federale regering dacht er ook zo over. Uiteindelijk koos die een slogan die ik me zelfs niet meer kan herinneren.
Cijfers vallen behoorlijk tegen
We zijn nu vijf jaar verder en wat we weten is dat de strategie niet zo succesvol was als men gehoopt had. Dat zal wel aan sommige mensen binnen de regering hebben gelegen, zoniet aan de oppositie, de buitenlanders, de armen, of de gehandicapten. Wie weet was het wel uw schuld. Zowel op het gebied van de economische groei (zwak tot zeer zwak vergeleken met andere Europese landen), vermindering van begrotingstekort (hoe je dat ook wil berekenen) als de vermindering van de staatsschuld is zo goed als geen vooruitgang geboekt. Van een kentering zou ik zeker niet spreken. Dat het zonder deze regering erger zou zijn geweest, is bovendien als argument irrelevant.
Alle parameters zaten eigenlijk mee: een optimale economische conjunctuur, een lage rente en een lage werkloosheid. De recente discussie over dat laatste punt —of het nu 30.000 of 150.000 nieuwe jobs zijn— toont zich het verdriet van de onbekwaamheid. Ik betoogde onlangs op dit platform dat we in dit land nog niet volwassen genoeg zijn om met econometrische gegevens om te gaan (die worden geproduceerd door die nitwits van het Planbureau, toch?). Econometrie is er niet om gelijk te krijgen, maar om inzicht te krijgen in de dynamiek van socio-economische vraagstukken en welke parameters daarbij relevant zijn.
Binnenkort nog een rondje snoeien?
Het werk is volgens sommige politieke partijen nog niet af. De regeringspartners verhinderden dat men de ‘extra mile’ ging en de zaken financieel op orde bracht. Dat verklaart meteen ook de tegenvallende cijfers. En dus moeten we nóg een rondje snoeien. Zoals altijd worden er vanuit alle krochten gegevens tevoorschijn getoverd (en gemanipuleerd) om ze voor een bepaald ideologisch karretje te spannen. De media werken daarin ook selectief mee. Sommige studies verschijnen op de voorpagina’s terwijl andere studies worden doodgezwegen. De drang naar maatschappelijke relevantie zorgt er voor dat wetenschap en universiteit zichzelf in de voet schieten.
Misschien kan de wetenschap van het christendom leren dat als ze zich teveel in het centrum van de maatschappij nestelt, de macht je corrumpeert en je boodschap verbleekt. Bovendien dreig je op te gaan in een symbiose met net datgene dat je onderzoekt en je eigenlijk zou moeten bekritiseren. Om met je punt te overtuigen dien je dus te werken vanuit een welbepaalde marge. Ik wil hier graag een aantal dingen op tafel gooien die de Vlaamse media niet hebben gehaald ondanks hun relevantie voor snoeien-is-groeien.
Betekenisvolle investeringen ipv. budgettaire magie
Laten we beginnen met het probleem van de ‘bezuinigingsgedachte’. Deze gedachte is centraal in het snoeien-om-te-groeien verhaal. ‘Austerity’ is een basisbestanddeel van het neoklassieke economische model dat in de universiteiten overheerst. Bezuinigen maakt je weerbaar want het schept ruimte om te investeren. In boekhoudtermen klinkt dat logisch, maar het is veel minder logisch vanuit een economisch perspectief. Bovendien bewijzen de cijfers van onze regeringen dat. Austerity —in beide richtingen dwz. minder budget of hogere belastingen— heeft een enorm negatieve impact op reële economische groei. Dat werd nog maar eens enkele dagen geleden overtuigend aangetoond in een artikel van het Academic Economic Journal, één van de meest gerenomeerde economisch tijdschriften. Dit artikel is enkel het meest recente in een lange rij waarbij de resultaten telkens in dezelfde richting wijzen.
Staatsschuld
Dezelfde gedachtegang kan men ook voor de staatsschuld volgen. Vele adepten van snoeien-is-groeien zijn ook aanhangers van de stelling dat als de staatsschuld een te hoog niveau bereikt (+/- 90% van het BNP), dit een negatieve impact heeft op de economische groei. Deze theorie werd wereldwijd geaccepteerd en werd bekend als de Reinhardt-Rogoff theorie, naar de twee bekende Harvard-professoren. Dat was evenwel buiten de toenmalige doctorandus Thomas Herndon gerekend. Die had als huiswerk de resultaten van deze theorie te repliceren (een frequente oefening voor studenten economie). Dat wou maar niet lukken en dus werd hij nerveus. Na eerst weggelachen te worden, bleek er een fatal calculus error in de spreadsheet van beide professoren te zitten. Tot zover de theorie die door zovele beleidmakers wereldwijd werd omarmd….
Bewijs van het tegendeel
Meer nog, we hebben ook bewijs van het tegendeel! Portugal, dat economisch met vele dezelfde parameters moet werken als landen als Spanje en Italië, negeerde het austerity-verhaal. Het bewaakte integendeel de koopkracht van haar burgers en investeerde op een betekenisvolle manier. Het land staat er nu zoveel beter voor dan haar zuidelijke broeders. Dat is een heel ander verhaal dan het Vlaamse waar we er nog niet uit zijn of de politiek veroorzaakte hogere energierekening en andere kosten tegenover gemiddeld 100 euro netto per maand meer (met dank aan de tax shift) nu een netto positief resultaat oplevert of niet. Nog zo’n econometrische illusie.
Ik beweer niet dat er niets mis is met de redenen waarom we een (te) hoge staatsschuld hebben, met te veel publieke uitgaven die impliciete overheidstoezeggingen afdekken (het zijn uiteindelijk sociale verzekeringen) en te weinig betekenisvolle investeringen. Maar het bovenhalen van de sloophamer in de openbare financiën werkt niet en heeft nóóit gewerkt. Het is de chirurgische precisie op basis van een eerlijke toepassing van economische inzichten die lange termijn-antwoorden zal bieden. Laat u niet verleiden door de Sinterklaas-show die nog tot 26 mei zal duren. Er zal van dat alles niets, maar dan ook niets in huis komen.
Opgepast met ecomodernisme
Uit dezelfde snoeien-om-te-groeien-hoek komt ook het ecomodernisme. Dat komt in de praktijk neer op het vertrouwen dat technologie het eventuele klimaatprobleem zal oplossen en we economische groei kunnen loskoppelen van een fossiele noodzaak. Ook daar duiken donkere wolken aan de econometrische horizon. Maar ook die bleken de Vlaamse media niet te halen. Jason Hickel en Giorgos Kallis maakten die illusie met de grond gelijk met hun artikel Is Green Growth Possible? in New Political Economy. Dat econmodernisme blijkt nu een technische utopie te zijn. Ze maken brandhout van de gedachte dat technologische innovatie ons naar het duurzaamheids-walhalla zal leiden.
In een geglobaliseerde wereld wordt een deel van de uitstoot geëxporteerd. Daardoor zal groeizucht altijd zoeken naar de plek in de (fossiele) keten waar die technologische duurzaamheid (nog) niet volledig geïmplementeerd is of niet de daadwerkelijke maatschappelijke norm is. Het is dus een soort van arbitrage maar dan in de energieketen. Met andere woorden: oneindige groei in een eindige wereld kan kan je niet stutten met een duurzaamheidsprincipe. Hun voorstel klinkt nog niet eens zo verkeerd: geen eenzijdige beleidsfixaties, minder en anders consumeren, meer nadruk op ontwikkeling en voorspoed en niet (enkel) dat meer beter is.
Snoeien-om-te-groeien is dus om allerlei redenen een slecht idee. Niet alleen omdat het niet werkt maar omdat die groeizucht een deel van het intrinsieke probleem is. Niet ‘meer is beter’ maar ‘beter is meer’. Dat vraagt echter chirurgische ingrepen in ons publieke bestel en niet de sloophamer-strategie van onze politieke partijen. Daarvoor zijn er intelligente politici nodig. Misschien vraag ik nu echt te veel. Succes op 26 mei. We zullen het nodig hebben.
Luc Nijs is CEO en bestuursvoorzitter van investeringsmaatschappij The Talitha Group en doceert o.a. ‘internationale kapitaalmarkten’ aan de Universiteit Leiden.
Liselotte Dupont: ‘Zijn niet alle partijen een beetje katholiek, liberaal en socialistisch met een sausje van groen?’
‘Het bloed dat vloeit kleeft aan de handen van Hamas’, zegt de Israëlische ambassadeur in België. Maar hoe moet het verder? Een gesprek.