‘Onze mensen’, wie zijn dat nu eigenlijk?
Tom Vandendriessche
foto ©
We beleven crisis na crisis en toch focust de pers op de strijd tegen het Vlaams Belang, vindt Tom Vandendriessche in deze vrije tribune.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementWe beleven de ene systeemcrisis na de andere, maar toch focust de pers vooral op de strijd tegen het Vlaams Belang, zegt Tom Vandendriessche in deze Vrije Tribune. Waarom is dat zo? En waar staat VB voor?
De gemiddelde kostprijs voor gas en elektriciteit voor een doorsnee Vlaams gezin flirt met de grens van €6.000 per jaar of €500 per maand. Steeds meer Vlamingen kunnen hun rekeningen niet meer betalen. De stroom ongewenste asielzoekers piekt ondertussen opnieuw met een asielchaos tot gevolg. Nergens worden er meer belastingen betaald dan in België volgens de OESO , maar toch ontspoort de begroting compleet, stapelen de schulden zich op, dreigen de pensioenen stilaan onbetaalbaar te worden en is België ronduit een Griekenland-aan-de-Noordzee aan het worden. Gelukkig is er nog de rijkelijk gesubsidieerde regimepers om ons bij de les te houden voor wat echt belangrijk is: de strijd tegen het Vlaams Belang. Het is dan ook niet de bedoeling of de functie van onze pers om burgers te informeren, maar om de publieke opinie te manipuleren. Waarvoor anders zou die pers jaarlijks honderden miljoenen subsidie krijgen van het regime?
Identiteit door gemeenschappelijkheid
Volgens minister Bart Somers (Open VLD) is ‘spreken over etnische Vlamingen racisme van het ergste soort’. Voor Louis Ide (N-VA) van zijn kant is het bewijs geleverd dat ‘het Vlaams Belang nog altijd spreekt in termen van exclusie en etniciteit’. Theo Francken spreekt dan weer over inclusief nationalisme en Bart De Wever over civiel nationalisme. Ze zetten dit dan af tegenover het zogenaamd exclusief en vermeend etnisch nationalisme van het Vlaams Belang. Vandaar dan de zogenaamde ‘Chinese Muur’, neus ophalen en schimpen naar onze partij en onze kiezers.
Mensen zijn sociale wezens. Dat betekent dat we ons doorheen de tijd en ruimte altijd in betekenisvol groepsverband organiseren. Wie we zijn wordt dus niet alleen gevormd door hoe we onszelf zien (psychologisch), maar ook van welke groepen we deel uitmaken (sociologisch) en hoe we in groepen interageren (sociaal-psychologisch). Dat vormt het complex geheel van onze identiteit. In eenvoudige jagers-verzamelaarssamenlevingen is de stam er om onze veiligheid en overleven te realiseren. Hedendaagse verbanden zijn veel complexer, waarbij de afstand van elk lid tot de primaire behoefte van veiligheid en overleven vergroot is. Groepsverbanden overleven maar door groepsloyauteit. Die loyauteit vloeit voort uit gemeenschappelijkheid.
Civiel of inclusief nationalisme is een leugen
De hedendaagse wereld is geordend in staten. Dat zijn de politieke verbanden die in de kern voor onze veiligheid en overleven zorgen, maar tevens bredere instrumenten zijn om onze belangen te dienen en dus politieke keuzes te maken. De Westfaalse Orde (1648) bepaalt dat een staat een specifiek begrensd grondgebied heeft waarop het zijn heerschappij uitoefent. In een democratische orde ligt de macht van de soevereine staat in handen van burgers. Zij hebben rechten en vrijheden die de staat garandeert op een bepaald territorium.
Er is dus een fundamenteel onderscheid tussen burgers en niet-burgers dat voortvloeit uit een verschil in gemeenschappelijkheid, dus uit een verschil in belangen en dat als resultaat heeft dat men andere rechten en vrijheden heeft. Het recht op verblijf is er bijvoorbeeld één van. Een nieuwe nationaliteit verwerven, is een privilege en dus een exclusiviteit die onderscheid maakt tussen burgers en niet-burgers. Nationalisme, het verdedigen van de belangen van de natie en dus van zijn burgers, is dus per definitie exclusief. Het ideologisch concept inclusief nationalisme dat Theo Francken hanteert is dus een contradictio in terminis.
Hoe bekomt men het burgerschap en dus toegang tot die exclusieve burgergemeenschap? Dat erft men door afstamming bij geboorte (ius sanguinis, België), verwerft men door de plaats van geboorte (ius soli, VS) of verwerft men door keuze (naturalisatie, beide). Dat verwerven van nationaliteit is opnieuw een privilege. Men heeft geen afdwingbaar recht op naturalisatie. De ontvangende burgergemeenschap stelt haar voorwaarden. Eenmaal men de nationaliteit heeft, heeft men precies dezelfde rechten als zij die het burgerschap reeds hadden.
Nationalisme, het verdedigen van de belangen van de natie en dus van zijn burgers is dus per definitie gebaseerd op burgerschap. Elk nationalisme waar ook ter wereld is per definitie civiel. Het civiel nationalisme van De Wever is dus een tautologie, iets wat twee keer hetzelfde betekent, en dus eigenlijk volstrekt betekenisloos. Het is dan ook niet meer dan een politieke retorische truc.
Bedreigt migratie identiteit?
Jaarlijks verwerven 30-40.000 buitenlanders de Belgische nationaliteit. Onze gulle sociale zekerheid en lakse toelatingsvoorwaarden hebben uiteraard invloed op die enorme aantrekkingskracht. De dubbele nationaliteit is nefast voor de loyauteit. Belangrijker echter is de cohesie en dus de betekenis van die naturalisaties. De Amerikaanse politicoloog prof. dr. Robert Putnam (Harvard) deed onderzoek naar sociaal kapitaal. Hoe homogener (religieus, taalkundig, etnocultureel, etc.) een samenleving, hoe groter het vertrouwen in mekaar. Hoe heterogener, hoe sterker het vertrouwen afneemt. Anders gezegd, hoe meer migratie, hoe meer diversiteit, hoe meer criminaliteit en onderling wantrouwen.
Daaruit volgt logischerwijs dat multiculturele samenlevingen een steeds grotere staatscontrole en -interventie veroorzaken op steeds meer domeinen van het menselijk leven. Toch is migratie volgens Putnam niet per definitie negatief. Men kan door een proces van bruggen slaan tussen niet-gelijkende groepen een nieuwe (gedeelde) identiteit ontstaan waarop het sociaal kapitaal gebouwd is. Het is juist dat verschillende migratiegolven in de VS op tegenstand stootten en er toch een nieuwe gedeelde identiteit uit voortkwam zoals ook prof. dr. Kaufmann vaststelt in zijn boek Whiteshift.
Denk aan de tegenstand tegen katholieke Ierse migratie door zogenaamde White Anglo-Saxon Protestants in de 19de eeuw. Maar tegelijk is elke raciaal gekleurde kwestie in de VS hypergevoelig zoals nergens anders, denk aan de Black Lives Matter-rellen, en blijkt er een diepe raciale scheidingslijn te lopen in de Amerikaanse samenleving zoals beide professoren vaststellen, ondanks het sterke idee over Amerikaans burgerschap en gedeelde identiteit.
Wat definieert identiteit?
De VS is een migratieland. Het Amerikaans burgerschap is letterlijk geconstrueerd op een grondwet die men tot op de dag van vandaag als heilig beschouwt. De Indianen, de oorspronkelijke bewoners, leven daar nu in reservaten. Ze zijn evengoed Amerikaans staatsburger, maar het ontkennen dat zij een onderscheiden etno-culturele identiteit hebben, of dat als racisme definiëren zoals Bart Somers met ons Vlamingen doet, zouden ze daar maar matig kunnen waarderen.
Identiteitsnegationisme is deconstructie, een abstractie maken die de realiteit simpelweg negeert en dus onwerkbaar is om die realiteit vorm te geven. Mensen hebben nu eenmaal onderscheiden en dus verschillende etnische en culturele afkomst en waar die gelijkend is, is dat een basis voor groepsvorming en groepsidentificatie. Vlamingen bijvoorbeeld zijn geen Galliërs zoals Fransen, maar Germanen, zo bleek uit genetisch onderzoek van de KULeuven. Europeanen hebben overwegend een blanke huidskleur, Afrikanen overwegend een donkere. Maar wat betekent dat etnisch verschil voor ons? Hoe werkbaar is dat om een burgerlijke gemeenschap en dus nationalisme op te bouwen? En kan dat overbrugd worden zoals Putnam suggereert?
Het antwoord is positief, maar gebalanceerd en complex. Wie onze identiteit in louter culturele (taal), etnische (afkomst) of politieke (burgerschap) termen definieert negeert de complexiteit van wat identiteit is. En dat is nodig om migratievraagstukken op te kunnen lossen. Dyab Abou JahJah heeft het in dit kader over de nativistische claim, de unieke aanspraak die oorspronkelijke bewoners, met hun manier van leven, dus vanuit hun etno-culturele identiteit, op een grondgebied mogen leggen. Dat is een zinvolle erkenning die trouwens ook aan de grondslag ligt van dekolonisatie in de jaren ’60. Dat veronderstelt de erkenning van een leidcultuur en, of we dat nu willen of niet, ook van een leid-etnie zoals o.a. Putnam en Kaufmann aantonen.
Vlamingen zijn overwegend van Europese afkomst en dat vormt een element van zelf- en groepsidentificatie zoals dat ook voor elke andere identiteit een relevantie heeft. Dat is evenwel eerder een descriptief en niet zozeer een normatief gegeven. Men kan wel Vlaming worden en toetreden tot onze volksgemeenschap, ook al heeft men een andere etno-culturele achtergrond. Daarbij is het zinvol, zoals het conservatieven betaamt, naar de concrete realiteit te kijken in plaats van vanuit ideologische abstracties. Dat verloopt via een langzaam proces van assimilatie dat soms zelfs meerdere generaties kan duren. Daarbij zijn enkele parameters van belang: de omvang, de snelheid en de kwaliteit van de migratie. Hoe kleiner de omvang, over een langere tijd van mensen waarmee we veel culturele affiniteit hebben, hoe gemakkelijker de assimilatie verloopt. Men gaat als het ware op in de volksgemeenschap. Mutatis mutandis, hoe sneller, hoe groter de omvang en hoe groter het verschil, hoe moeilijker tot onmogelijk assimilatie wordt. Elke samenleving heeft namelijk een absorptievermogen. En dat is bij ons ver overschreden.
Eerst onze mensen
Laten we pragmatisch naar de realiteit kijken. De migratie van Europeanen de afgelopen decennia is grotendeels geabsorbeerd. Die van bepaalde groepen niet-Europeanen is (op groepsniveau) ronduit problematisch te noemen. Multiculturalisme en migratie zonder voorwaarden is aan het uitmonden in segregatie en naast elkaar levende etno-culturele gemeenschappen waartussen steeds meer conflict ontstaat. Denk bijvoorbeeld aan de recente discussie omtrent het halal slachten in Brussel.
Derde en zelfs vierde generatie niet-Europese vreemdelingen huwen met bruiden uit het herkomstland, identificeren zich met een karikatuur van de islam die als Ersatz-identiteit dient en keren zich zelfs met wapens en bommen tegen onze manier van leven. Indicatoren inzake armoede, tewerkstelling, criminaliteit, etc. staan allemaal op rood als het gaat over niet-Europese migratie. De Europese commissie wil met het EU-migratiepact jaarlijks miljoenen niet-Europeanen naar onze Europese thuislanden halen. Willen wij dat wel?
Het antwoord van liberalen en links is Vlamingen beschuldigen van ‘racisme’. Daarmee gooien ze enkel maar olie op het vuur van de intergroepsspanningen waarbij oorspronkelijke bewoners zelfs met ‘positieve’ discriminatie tweederangsburgers worden in eigen land. Bovendien, zelfs als men het zou willen, kunnen we geen beleid voeren waarbij iedereen Vlaming kan worden als die dat wil. Onze ruimte is immers fysiek beperkt. Vlaanderen is nu al het land met de hoogste bevolkingsdensiteit van gans Europa, met alle gevolgen van dien voor de leefomgeving en de samenleving.
Als we de huidige, in bijzonder niet-Europese, migratiegolven verder over ons heen laten rollen, zullen de religieuze, etnische en culturele spanningen dan ook enkel maar toenemen. Dat zal onvermijdelijk een steeds grotere en totalitairdere overheid uitlokken. Onze vrijheid, identiteit, welvaart en manier van leven staan de volgende decennia op het spel. Daarom heeft elke Vlaamse burger, ongeacht zijn etnische afkomst trouwens, er alle belang bij deze migratie te stoppen. Vanuit dat gedeeld belang, vanuit dat gedeeld burgerschap, en door die gedeelde toekomst. Dat zijn onze mensen die we op de eerste plaats willen zetten: mensen met onze nationaliteit die onze manier van leven verdedigen.
Categorieën |
---|
Tags |
---|
De auteur is Europees Parlementslid voor Vlaams Belang
Karianne Boer: ‘De lockdowns hebben bijgedragen aan bijna 200 maal meer kindermisbruikmateriaal.’
‘Afgrond’ verhaalt de waargebeurde verhouding tussen Venetia Stanley en de veel oudere Britse premier Henry Asquith, die leidde tot een kabinetscrisis.