Op zoek naar de zesde republiek
Linkse onvrede met Hollande
Op 6 mei was het één jaar geleden dat François Hollande Nicolas Sarkozy versloeg bij de presidentsverkiezingen. Maar de populariteit van de Franse president is intussen in vrije val. De kritiek komt niet alleen van de rechterzijde.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementOp de eerste verjaardag van zijn verkiezing tot Frans president klom de populariteit van François Hollande met 1 punt naar… een nog altijd droevige 32%. Nooit had een Franse president minder aanhang na één jaar dienst. Mochten er nu presidentsverkiezingen zijn, dan eindigde hij pas derdena voorganger Sarkozy en Marine Le Pen van het Front National.
De tegenwind komt uit twee richtingen. Niet alleen de rechterzijde is ontevreden over Hollandes beleid. Op zondag 5 mei betoogde de Front de Gauche in Parijs op de Place de Bastille. Dat was niet toevallig op hetzelfde symbolische plein waar Hollande zijn aanhangers dag op dag-min-één een jaar eerder de overwinning liet vieren. Velen die toen geestdriftig Hollandes zege bejubelden, stonden weer op de Place de Bastille maar nu om tegen zijn beleid te protesteren onder het motto ‘tegen besparingen en voor de VIe republiek’.
Testperiode voorbij
Volgens de ordediensten daagden 30 000 betogers op, de organisatoren telden 180 000 deelnemers. De opkomst was in elk geval niet klein. Jean-Luc Mélenchon, het gezicht van de linkse oppositie, schuwde naar goede Franse gewoonte de kleurrijke beeldspraak niet: ‘Geen enkele monarch, ook al is hij een republikein, dringt ons ooit zijn wet op. (…) De testperiode is voorbij.’
Premier Jean-Marc Ayrault reageerde bitter op de linkse optocht, die volgens hem de Union de la Gauche in gevaar brengt. Ook zijn minister van economische zaken, Pierre Moscovici, zat op die verdedigingslijn en verklaarde op Europe 1: ‘Het was altijd zo in de geschiedenis. Wanneer links, om welke gevoelsreden dan ook, vergat dat het rechts was dat moest bestreden worden en niet de linkse buur, eindigde dat op een mislukking.’
Het antwoord uit de rangen van de Front de Gauche klinkt hard: ‘Die is geen betoging van links tegen links, want deze regering is niet links.’ (Le Figaro, 6 mai 2013) Het Groene parlementslid Sergio Coronado: ‘Links is maar machtig wanneer het steunt op een echte linkse politiek, niet wanneer het in dienst staat van de machtigen.’
Hollande blijft Hollande. Hij laat zijn ministers reageren en kiest zelf voor ‘laisser faire, laisser dire’. Nochtans broeien onder de oppervlakte zware tegenstellingen tussen de linkervleugel en de hervormers binnen zijn eigen partij.
Le Figaro, een krant die zich nadrukkelijk in het kamp van de rechterzijde plaatst, mat de temperatuur bij de socialistische militanten (‘Sur le terrain, les militants socialistes broient du noir’, 6 mai 2013). Ze klinken teleurgesteld, zoals Christine die al haar hele leven voor de PS stemt: ‘Mariage pour tous (het homohuwelijk), dat is leuk, maar er zijn andere prioriteiten dan een filosofisch debat: de werkloosheid is nooit zo hoog geweest.’ De socialistische militanten hebben niet het gevoel dat Hollande voor een echt andere politiek staat en zien de gevolgen van de aanhoudende crisis vertaald in werkloosheid en besparingen. Daarmee wint een linkse politicus uiteraard geen sympathie.
VIe republiek
Werkloosheid, besparingen, niet-links: het zijn de verwijten die steeds terugkomen bij teleurgestelde aanhangers van Hollande. Daar wordt een constitutioneel kantje aan gebreid. Frankrijk zit vandaag in de zogenaamde Ve republiek. Jean-Luc Mélenchon wil opstomen naar de VIe. Le Figaro vat die samen in zes principes. Ten eerste moet de macht van de president worden beperkt; de regering moet onafhankelijker staan tegenover de president; het parlement moet meer zeggenschap krijgen; dat parlement moet meer de stem worden van de burger; die burger moet meer inspraakmogelijkheden krijgen en er moet meer transparantie komen in het hele politieke systeem. Er moet dus van alles.
Dat klinkt allemaal erg mooi maar of daarmee meteen alle sociale noden van de gefrustreerde linkse kiezer worden gelenigd, kan betwijfeld worden. Die oproep om de VIe republiek te installeren lijkt meer aan te spreken door het idee van de radicale ommezwaai dan door de concrete inhoud.
Jean-Luc Mélenchon zit overigens zelf niet in zo’n comfortabele situatie. Tijdens de campagne voor de presidentsverkiezingen viel dit uiterst-linkse Europarlementslid op door welsprekendheid en leek hij een echt gevaar te kunnen vormen voor Hollande, onder meer omdat hij alles links van de PS grotendeels kon hergroeperen. In november 2008 verliet hij zelf de PS om enkele maanden later de Parti de Gauche boven het doopvont te houden. Hij spiegelde zich daarbij aan het model van Die Linke in Duitsland, de partij die met Oscar Lafontaine ook een kopstuk uitspeelde dat uit de grote SPD kwam.
Bij de presidentsverkiezingen kreeg Mélenchon niet alleen de steun van zijn eigen partij maar ook van Gauche unitaire en de Fédération pour une alternative sociale en écologique. Ook de Parti Communiste Français (PCF) ging aan zijn kant staan. Zijn meetings trokken veel volk en wekten geestdrift. Volgens peilingen zou Mélenchon tot 14% van de stemmen krijgen in de eerste ronde. Hij strandde op 11,10%, minder dan Marine Le Pen van het Front National maar meer dan de centrist François Bayrou. Een teleurstelling toch.
Hij riep op in de tweede ronde niet voor Sarkozy te stemmen en daarmee, weliswaar impliciet, te kiezen voor Hollande. Op basis daarvan meende hij daarna recht te hebben op enige invloed op het beleid van de president. Die heeft daar echter geen oor naar en Mélenchon blijft wat machteloos rondzwalpen in de linkse rand. Hij telt onvoldoende parlementsleden om echt door te wegen. Zijn Gauche démocratique et républicaine moet het doen met 15 verkozenen in de Assemblée nationaledie 577 zitjes telt. Hollandes Groupe Socialiste beschikt met 293 afgevaardigden over een comfortabele meerderheid.
Daar komt bij dat de communistische PCF niet echt helemaal op het gaspedaal van de oppositie wil drukken. Pierre Laurent, secretaris-generaal van de PCF, noemde de affaire Jérôme Cahuzac – de minister van begroting die ontslag moest nemen omdat de schatrijke man geheime rekeningen in het buitenland bleek te hebben en beschuldigd werd van fiscale fraude – vorige zondag weliswaar ‘niet de val van een man maar het failliet van een systeem’ maar in 2014 vinden er lokale verkiezingen plaats. De PCF moet dan samenwerken met de socialisten om haar burgemeesters herverkozen te krijgen. Die relatieve lokale machtsbasis is voor de PCF heilig.
Dankzij de steun van Mélenchon kon François Hollande de tweede ronde en dus de presidentsverkiezingen winnen. Vandaag biedt diezelfde Mélenchon een verzamelbekken voor de groeiende groep teleurgestelde linkse kiezers. Daarmee bedreigt hij Hollande niet echt maar beperkt hij wel de speelruimte voor de president om de diepgaande hervormingen door te voeren die nodig zijn om te vermijden dat Frankrijk binnenkort niet langer kan verbergen wellicht de echte ‘zieke man van Europa’ te zijn.
Doorbraak publiceert graag en regelmatig artikels die door externe auteurs worden aangebracht. Deze auteurs schrijven uiteraard in eigen naam en onder eigen verantwoordelijkheid.
Karianne Boer: ‘De lockdowns hebben bijgedragen aan bijna 200 maal meer kindermisbruikmateriaal.’
‘Afgrond’ verhaalt de waargebeurde verhouding tussen Venetia Stanley en de veel oudere Britse premier Henry Asquith, die leidde tot een kabinetscrisis.