JavaScript is required for this website to work.
post

Bij het overlijden van Mark Grammens: een terugblik

Pieter Jan Verstraete24/7/2017Leestijd 4 minuten
Mark Grammens (midden) met Pieter Jan Verstraete en zijn echtgenote Els
Grootaers op de rug, 2012.

Mark Grammens (midden) met Pieter Jan Verstraete en zijn echtgenote Els Grootaers op de rug, 2012.

foto ©

Een monument van de Vlaamse journalistiek heeft ons verlaten. Op 24 juli 2017 overleed Mark Grammens.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Deze namiddag 24 juli overleed journalist-publicist Mark Grammens in Liedekerke. Buiten enkele uitzonderingen genoot de overledene een algemene bekendheid in de hedendaagse Vlaamse Beweging. We beschouwen hem als een van de weinige Vlaamse non-conformisten. Wie woonde geen van zijn talrijke lezingen en conferenties bij? Wie was er geen lezer van zijn veertiendaags opinieblad Journaal dat gedurende 25 jaar (1988-2013) verscheen, en voordien van zijn columns in ’t Pallieterke en Trends? Gedurende ruim veertig jaar behoorde de gedreven en dwarse Mark Grammens tot de opiniemakers in Vlaanderen naar wie geluisterd werd. Hij kan dan ook bogen op een rijk gevulde loopbaan als journalist. Tot het schrijven van zijn memoires is het echter niet meer gekomen.

Ronse

Mark werd in 1933 geboren in de taalgrensstad Ronse. Vader Flor was naast zijn beroep als onderwijsinspecteur vooral bedrijvig als man van de daad. Gewapend met hamer en verfborstel verwijderde en overschilderde hij overal in het Vlaamse land de inmiddels onwettig geworden Franstalige opschriften. Als kind van de repressie schreef Mark Grammens later zijn herinneringen aan die periode en zijn moeilijke relatie met zijn vader neer in het beklijvende boekje Herinneringen aan oorlog en repressie (1985). Met daarin de opvallende zin: “De tijd heeft de wonden niet geheeld, en heeft niet de vergetelheid gebracht die we nodig hadden om te overleven, integendeel. Dit boek is geen klacht, een aanklacht wel”.

Na zijn studie in de rechten had de jonge Grammens slecht één doel voor het oog: journalist worden. Nadat een loopbaan bij De Standaard, nota bene door toedoen van zijn vader, voor hem onmogelijk werd, trok hij als correspondent naar Londen. Gedurende enkele jaren leerde hij bij de Britse krant The Guardian de knepen van het vak kennen. Hij trad ook als verslaggever voor diverse Vlaamse (o.a. Het Volk) en Nederlandse kranten (o.a. De Nieuwe Eeuw) op. Uit die periode dateert ook zijn eerste boek gewijd (hoe kan het anders!) aan Het Britse Commonwealth, dat in 1959 verscheen als verhandeling in de reeks Katholieke Vlaamse Hogeschooluitbreiding. Vanuit Londen werkte hij ook mee aan het katholieke Vlaamsgezinde weekblad De Linie, uitgegeven door de paters jezuïeten. Uit zijn artikels blijkt vooral zijn belangstelling voor internationale politiek waarover hij heel veel las. Na zijn terugkeer in 1962 werd Grammens politiek redacteur van het blad. Herhaaldelijk nam hij, voor die tijd althans, linkse standpunten in. Na het opdoeken van De Linie in 1964 werd journalist Grammens directeur-hoofdredacteur van het kersverse opinieweekblad De Nieuwe. Hierin trok hij zijn linkse opinielijn verder door, waardoor hij in volle Koude Oorlog de beschuldiging naar het hoofd geslingerd kreeg communistische sympathieën te koesteren. Als pacifist was Grammens heftig gekant tegen de Amerikaanse militaire interventie in Vietnam en elders in de wereld. Tegelijkertijd stond hij ook kritisch tegenover de Sovjet-Unie maar daar werd weinig of geen aandacht aan geschonken. Het etiket van communistenvriend zou hij nog lange tijd met zich meedragen. Toen ik in 1987 wijlen Jan Nuyts voorstelde om Mark Grammens voor ’t Pallieterke te mogen interviewen, klonk het aan de andere kant van de lijn: “Maar Pieter Jan, weet gij wel wie dat is! Dat is een communist!”

Hugo Schiltz

Naast zijn overige journalistieke activiteiten was hij tevens tussen 1974 en 1983 hoofdredacteur van het gedegen Tijdschrift voor Diplomatie. Na het opdoeken van het tijdschrift begon Grammens met een eenmansuitgeverij (met kantoor op het Brusselse Martelaarsplein) waarin onder meer een reeks interessante Aktueel-boekjes verschenen, alsook twee jaarboeken Vlaamse Beweging en in 1989 een politieke biografie van VNV-leider Staf de Clercq door Bruno de Wever. Voordien was Grammens even redacteur van een speciale boekenbijlage bij het magazine Knack. De toenmalige Knack-redacteur Marc Reynebeau zorgde er echter voor dat de bijlage algauw opgedoekt werd.

In mei 1988 begon Grammens —het zat nu eenmaal in zijn bloed— met een eigen opinieblad Journaal. Voortbouwend op zijn decennialange belezenheid en ervaring (gevoed door een indrukwekkend netwerk) schreef hij hierin honderden leerzame bijdragen over nationale en internationale politiek. Daarnaast vindt de lezer er ook tientallen vlot leesbare historische artikels. Daaruit blijkt dat hij de collaboratie als een positief feit voor Vlaanderen aanzag. Van zijn vroegere eerder linkse standpunten bleef niets meer over. Menigmaal bleek uit opiniestukken dat hij intellectueel sterk naar de standpunten van het Vlaams Blok/Belang neigde. Voor hem mocht niets de zelfstandigheid van Vlaanderen in de weg staan.

Bij het afwijzen van het Egmontpact van 1977 streed Mark Grammens met De Nieuwe in de voorste linies. Hij vond er niets goeds aan. In 1990 publiceerde hij bij het Davidsfonds een vurig pamflet onder de titel Gedaan met geven en toegeven (naar een toenmalige Volksunieslogan). Het was een bittere aanklacht tegen het armzielige resultaat dat de diverse staatshervormingen tot dan voor Vlaanderen hadden opgeleverd. Het ontketende een hele polemiek, en Grammens’ politieke tegenstander bij uitstek Hugo Schiltz antwoordde hetzelfde jaar met een even vurig pamflet Gedaan met treuren en zeuren.

Voor zijn verdiensten als journalist voor de Vlaamse zaak en zijn streven naar een geestelijke verdieping van onze waarden tegen de huidige oppervlakkigheid, kreeg hij op 20 oktober 2012 in Antwerpen de Erepenning van de Marnixring uitgereikt. Zijn dankrede, gewijd aan de pers in Vlaanderen, eindigde hij als volgt: “Journalisten worden vergeten zodra zij niet meer schrijven. Het is het lot waar wij vrijwillig voor gekozen hebben. Maar voordat ook ik dit lot onderga, en vergeten word, wou ik alleen nog dit willen zeggen: de goede journalist is niet links of rechts, maar bovenal, de goede journalist is dwars”.

Aan zijn echtgenote Els en de familie Grammens willen we hier onze innige deelneming betuigen.

Pieter Jan Verstraete (1956) is bibliothecaris in Kortrijk maar wijdt zich al zijn hele leven aan de geschiedschrijving van de Vlaamse Beweging. Hij is de biograaf van o.a. Hendrik J. Elias, Odiel Spruytte, Reimond Tollenaere, Leo Vindevogel en tientallen militanten uit de Vlaamse Beweging. Momenteel werkt hij aan een monumentale biografie van Staf De Clercq.

Commentaren en reacties