JavaScript is required for this website to work.
Binnenland

Van De Panne tot Opgrimbie: mijmeringen bij 5 jaar Vlaamse federale minderheid (2008-2013)

Deel 6: De Vlaamse politieke minderheidspartijen

Osceola27/6/2013Leestijd 5 minuten

Osceola is moe van België. In een essay zegt hij waarom en hij doet dat in een aparte, niet-klassiek flamingante taal, waaruit misschien meer dan moeheid boosheid spreekt. Een stevige boterham met een staalharde analyse. Deel 6.  (lees ook de vorige delen [http://www.doorbraak.be/nl/nieuws/panne-opgrimbie-een])

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

‘Wie bang is krijgt ook slaag’

(Vlaams gezegde)

Terwijl de Franstalige partijen een kartel van obstructie vormen, zijn de Vlaamse partijen verdeeld in hun recepten voor verandering. Er zijn meer manieren om voor verandering te zijn, dan om tegen verandering te zijn. En er zijn meer manieren om iets los te wrikken, dan om iets vast te betonneren.

Toch fascineert het gedrag van de Vlaamse partijen die zich al vijf jaar door het Franstalige regime laten coöpteren. Vijf jaar vijgeblad voor de heersende dictatuur van de minderheid. Indirect rule noemden de Engelsen de strategie volgens de welke ze hun wereldrijk opbouwden. Evolués noemden de Belgische kolonialen de glunderende Congolezen met een bic in hun hemdzakje en wat woorden Frans uit hun mond.

Après nous le déluge. Politiek als vaste benoeming; politici als kaste. In welk land krijgen links, rechts én centrum een pak slaag tijdens de verkiezingen, en gaan ze daarna bij elkaar uithuilen in dezelfde regering? Politiek is dood, leve het kartel van de verliezers. Uit radeloosheid begint De Morgen positief te schrijven over de éne CD&V-er na de andere, en behandelt ze VLD-dinosaurussen nog met meer omzichtigheid dan onder Paars. De maskers van CD&V, VLD en SP.a vielen in 2011 voorgoed af, en hun kiezers konden niet langer negeren dat hun verkozenen naakt waren – dat het hen om de naakte postjes te doen was. De naakte drang naar korte-termijn-sauve-ce-qu’on-peut van hun kaartenhuizen van patronage en cliëntelisme …

Gered door de bel van de beursvloer

… enkel gelegitimeerd door … ‘de financiële markten’. 2011: Marx draait zich minstens een tweede keer om in zijn graf. Twee Belgische socialistische partijen (en vier andere) zeggen in een Belgische federale regering te stappen vanuit ontzag voor de financiële markten. Socialistische partijen die een objectieve bondgenoot vinden in de financiële markten. Ideologie stierf in 2011. Politiek niet langer als should do maar als cannot do otherwise. Het zijn de financiële markten die de Vlaamse minderheid een soort meerderheid bezorgden die de gewone Vlaming haar niet langer wou leveren. De Vlaamse minderheidspartijen hebben zo hun ziel verkocht aan de duivel want ze gingen regeren officieel puur omdat anders de molensteen genaamd Belgische staatsschuld nog zwaarder zou gaan wegen rond hun nek. Staatsschuld die nota bene mede door de jarenlange deelname aan het federale beleid door de Vlaamse traditionele partijen zelf tot stand was gekomen. (In 2008 had Herman Van Rompuy al eens gezegd dat CD&V haar staatshervormingsbeloftes had ingeslikt wegens omvallende banken. Maar Van Rompuy was geen socialist.) Men zou er zelfs een cynische strategie in kunnen zien: de Belgicisten hoopten de Belgische staatsschuld in het verleden zo hoog op dat ze een molensteen geworden is rond de nek van de tegenstanders van het regime. Begrotingstekorten boeken, niet alleen als herverdeling binnen het regime maar ook als betonnering van het regime. (Zie opnieuw Rondas.)

De welvaart van de mensen

Maar de Vlaamse regeringspartijen voelden geen schaamte voor hun naaktheid: ‘Goed dat wij er nog waren. Goed dat wij tenminste onze verantwoordelijkheid hebben genomen, en belet hebben dat België aan de verkeerde kant van de eurocrisis zou zijn beland.’ Vijftien jaar geleden moest België al eens gedelibereerd worden bij de euro-toetreding. En nu weer met de hakken over sloot, deze keer met de adem van de speculanten in de nek. De derde hoogste belastingdruk ter wereld, en nog tekort hebben op het einde van de maand. België kan als grijze muis comfortabel zijn wagonnetje aanpikken aan locomotieven Duitsland en Nederland, steevast twee sterke euro-buurlanden, België ligt midden in Europa en Brussel is er zelfs de hoofdstad van. Maar toch moeten we blijkbaar blij zijn dat de markten er op het laatste ogenblik vanaf zien om ons op een hoop gooien met periferieën als Portugal en Griekenland.

CD&V-uit-den-treuren: ‘Omwille van de welvaart van de mensen’. Maar de welvaart was al niet meer gevrijwaard. De Belgo-compromissologie-hoofdstuk-elvendertig: ‘Niemand mag verarmen.’ Maar de verarming was al begonnen. Vlamingen bang maken als CD&V-verkiezingsstrategie. Also sprach Zarathustra; deze keer is het de beurt aan Nietzsche om zich om te draaien in zijn graf. ‘Ik? Bang?’ Sidderend van weerzin spoelt Nietzsche zijn mond na het woord te hebben uitgesproken. ‘Ik ben voor middelmatigheid, euh gematigdheid’, hoorde ik een jongeman op de CD&V-loonlijst zich ooit eens tussen pot en pint in de verantwoording van zijn partijkeuze tegenover mij verslikken.

De hand van een Vlaming/Belg is gauw gevuld. Mogen deelnemen aan de Olympische Spelen, gedoogd worden door de financiële markten. ‘50 shades of grey, but without the sex’, grinnikt The Economist.

En als kers op de taart de vaststelling dat zodra hun nieuwe minderheidsregering was opgericht, de traditionele partijen zichzelf prompt dezelfde salarissen, kabinetten en budgetten toekenden die mee de financiële storm die buiten waait hadden veroorzaakt. ‘Plus ça devrait changer plus ça reste la même chose’. Met als drogreden dat uitgaveninperking de economie zou schaden, wordt in België besparen begrepen als het verhogen van de belastingen, zodat uiteindelijk enkel de burger bespaart. De wereld op zijn kop. Alsof de business class-vluchten, de dienstwagens en de Franse buitenverblijven van de politieke elite of de talloze nutteloze postjes uitgedeeld aan hun hofhoudingen de Belgische economie zouden opkrikken. Precies het niet– (of amper) besparen van de minderheidsregering op de spoils of office maakt dat de Vlaming elke euro nog een keer meer omdraait voordat hij hem uitgeeft.

Maar zou de gemiddelde federale CD&V-er tegenwoordig toch niet een beetje zenuwachtig zijn als hij zijn dorpskroeg binnenstapt? ‘Ladies & gentlemen may I have your attention please: de Mannen Zonder Eigenschappen!’ (Een stoet Vanackeres en Verherstraetens komen me voor de geest.)

Politici als beroepsgroep

We moeten meer leren denken in termen van het belang van individuen binnen partijen, eerder dan in termen van het belang van die partijen zelf. Zie hoe talrijke figuren binnen de SP.a haar machtssucces van de voorbije decennia hebben benut om zichzelf (en hun voortkomelingen) een win for life-job in de Belgische (semi-)publieke sector toe te kennen. (Ook dergelijk staatskapitalisme zullen de Vlaamse politologen voor ons niet analyseren.) Aan blauwe zijde had de bvba Decroo & Zn er in 2010 een klinkende verkiezingsnederlaag voor over om de macht te kunnen grijpen binnen de meest bizarre liberale partij ter wereld. De enige die prompt na nog maar eens een nieuwe regeringsdeelname in het land met de derde hoogste belastingdruk ter wereld een … belastingverhoging goedkeurt. (‘Kwaak’, protesteert de kikker nog een laatste keer.)

Politieke partijen zijn het speeltje van een kransje van enkelingen geworden. Van mobiliseringsmachines naar zelfbedieningsmachines. België als meest geperverteerde versie van de representatieve democratie. De politicus als goedboerend familiebedrijf zou er een prachtig studie-object kunnen zijn. (‘Deze week in Netto, weekendbijlage bij De Tijd: de beleggingsstrategie van uw verkozene.’ Zie je wel, denkt de burger, ook als je geen talent hebt kan je rijk worden.) Beroepsgroep rijmt op boe-geroep. Wat zou onze politieke klasse sidderen en beven voor het spookbeeld van de Zwitserse referendumdemocratie.

De media die draaien op belastinggeld

En de VRT? De staatszender met de sowieso al onmogelijke opdracht neutraal/objectief te zijn? Haar vragenstellers – betaald met ons belastinggeld – blijven de traditionele stoet van verliezers uitnodigen in haar studio’s voor de uiteenzetting van hun ‘beleid’. (‘Mijnheer de minister, hoe voelt het nu om al 1/2/3/4/5 (schrappen wat niet past) jaar deel uit te maken van een federale regering die …’) ‘Hou jij ze dom, dan hou ik ze arm’, zei het regime tegen de media. Soms is de meest gekleurde standpuntname het niet innemen van een standpunt. Oorverdovend is de stilte. Ligt het aan het aanwervingsbeleid? Liever een girl next door die in foutloos Nederlands het ‘nieuws’ (sic) afleest dan een economist of politoloog die het regime fileert? En ondertussen heeft elke partij een ex-VRT-journalist in één of anderr parlement zetelen (Patrick Dewael heeft er zelfs één in zijn echtelijk bed). Politici en journalisten dansen met elkaar op het trouwfeest van Ivan De Vadder. VRT-journalisten, beroepspolitici, en politologen zitten op onze kosten bijna op elkaars schoot gefilmd te worden als ze door Geert Hoste in zijn Nieuwjaarsconférence worden uitgelachen.

De zalen van het Vlaams Parlement worden gebruikt voor cursussen ‘mediatraining’ (sic) door VRT-journalisten aan partijwoordvoerders. Belastinggeld financiert belastinggeld, het moet niet incestueuzer worden. (Qué? ‘Partijwoordvoerders’ (sic)? Niet met mijn geld. Als ik een beetje journalist was zou ik die beroepsgroep doodschrijven/-zwijgen.) Politici en media, om en om tollend in hun eigen nat, zorgeloos disconnected. Ze houden zich vast aan elkaar want hun bestaan is ondraaglijk licht. Ondertussen waait buiten de financieel-economische tijd (dixit RV van ‘Dwarskijker’). Hiermee is de zelfcensuur compleet. Arm Vlaanderen. Laten we de VRT afschaffen (gelijkaardig aan wat de Grieken deden), en de voorheen aangekochte Canvasprogramma’s meteen rechtstreeks op BBC2 bekijken.

 (de auteur is moe van België)

Morgen slot: ‘en de Vlaming zelf?’. Osceola schreef hier eerder al de bijdrage ‘treinen van schaamte en andere grensgevoelens’.

Deel 1, deel 2, deel 3, deel 4 en deel 5 van dit essay verschenen eerder.

<Vindt u dit artikel informatief? Misschien is het dan ook een goed idee om ons te steunen. Klik hier.>

Doorbraak publiceert graag en regelmatig artikels die door externe auteurs worden aangebracht. Deze auteurs schrijven uiteraard in eigen naam en onder eigen verantwoordelijkheid.

Meer van externe auteurs
Commentaren en reacties