Parijs is pervers
Opinie over verankering
Het verankeringsdebat is door de strapatsen van GDF-Suez helemaal terug. Frans Crols bladert in heden en verleden en ziet toch verandering.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementDe Tijd is de beste krant van Vlaanderen en brengt wekelijks primeurs die relevant zijn. Die krant ontdekte dat de Bijzondere Belastinginspectie een onderzoek voert naar de belastingontwijking door prijsafspraken tussen het Franse GDF Suez en haar Belgische dochter Electrabel ten nadele van onze gemeenten en u, betaler van gemeentebelastingen. GDF Suez zou, bewijst de energietoezichthouder CREG, een half miljard euro (20 miljard Belgische frank), te veel hebben aangerekend voor gas.
Op een dergelijk moment kijk ik met blikken van herkenning naar twee boeken achter mij: ‘Vlaanderen een Franse kolonie’, van 1993, en ‘200 jaar filiaal, de Franse greep op de Vlaamse economie’, van 1995, allebei samengesteld door Hans Brockmans, en uitgegeven bij het Davidsfonds. De teksten van Brockmans en zijn co-auteurs waren ammunitie voor het debat over de verankering van onze sleutelsectoren dat rond 1990 in een hogere versnelling ging. Raar maar waar, de CVP-Jongeren van die jaren, met onder meer Eric Van Rompuy, legden met een studie de basis van die discussie.
Enkele jaren later zei Pierre Nothomb, economist van Deminor, een strijdgroep voor aandeelhoudersbelangen, in Le Soir: ‘De zaak-Fortis heeft de eenheid van dit land meer schade berokkend dan alle mokerslagen van de N-VA in het dossier BHV samen’. Als hij die uitspraak drie dagen later had gedaan dan was de overname van SPE-Luminus door EDF ook een vermelding waard geweest in zijn Belgisch-nationalistische treurgesprek. Suez-GDF is een halve Franse staatsonderneming en EDF is een volledige Franse staatsonderneming. Frankrijk controleert dus de energie van België. BNP Paribas is door de onbekwaamheid van ex-premier Yves Leterme, en zijn opvolgers, eigenaar geworden van Fortis België, nadat de Nederlandse regering in nacht en nevel haar deel van Fortis weg graaide uit de gezamenlijke Benelux-pot. Didier Reynders zal bij BNP Paribas in de toekomst nog wel langs de kassa passeren als raadgever of bestuurder. Hij regisseerde het spel als copain van de Brussels-Parijse economisch as en de CD&V’ers stonden er voor de zoveelste maal bij als kerstekinderen.
Het verstandige, en té dikke, boek van Olivier Boehme ‘Greep naar de markt’, 2008, Lannoo, legt de systematische zwakte van de Vlaamse Beweging in het ondernemingsleven en de derderang van de denkers over de economie in Vlaanderen vast. Voka, ex-VEV, is verdienstelijk maar was tot voor enkele jaren een piccolofluitje naast de bombardons, de jachthorens en de grote trom van VBO, Agoria (vroeger Fabrimetal) en de nationale chemiepatroons (om slechts die te noemen). Vandaag liggen de kaarten voor Vlaanderen, ondanks GDF Suez, SPE-Luminus, Fortis en vele andere ex-Begische ondernemingen (denk aan de kanjer die tot eind van de jaren tachtig België domineerde: Generale Maatschappij en Suez werd), redelijk goed, maar dat heeft meer te maken met daadkracht in Vlaanderen dan met het vernuft – politiek of economisch – van België.
Het debat over de verankering werd aangevuurd door boeken, door minister-president Van den Brande, door studiedagen van de Marnixring, door vrije tribunes. Dit gebeurde in een tijd toen het Franstalige establishment – dat dommer is dan de Vlamingen denken – zich opwond over het economische nationalisme van de ‘flamins’ en donkere woorden sprak over de economisch-etnische zuivering die de strijd voor verankering zou zijn. Etnische zuivering was een smerige toespeling in die periode toen dat letterlijk werd toegepast in Joegoslavië, maar van brallerigheid is geen enkele francofoon reeds overleden. De prietpraat smolt weg toen de Parijse vrienden van de Karolinger Albert Frère ook de hand legden op Tractebel en Philippe Bodson en zijn medestanders de laan uitstuurden. Het francofone financiewezen stond erbij met de mond vol tanden.
De 21ste eeuw is ingezet met een grotere macht voor volkeren en religie, en dat staat in tegenstelling tot de oogmerken van de utopieën van de twintigste eeuw. De queeste naar de herinnering en de gemeenschap hernieuwt zich. Als de Belgische ex-vorst Albert II de groepsvorming rond taal, cultuur en herinnering ridiculiseerde, dan bewees hij zijn onkunde over de wereld buiten Laken. Stammen, gemeenschappen met een kosmopolitische roeping worden opvallender en machtiger in de wereld. Na de Britten, de Chinezen, de Japanners hebben de Indiërs een sterke werelddiaspora gesticht. De macht van wereldstammen steunt op twee beginselen: enerzijds, een unieke geschiedkundige en etnische identiteit én anderzijds de soepelheid om zich aan te passen aan de internationale economie. De joden combineren het getto met openheid naar de buitenwereld. Zij blijven trouw aan hun identiteit, zelfs als hun invloed de sterkste expressie krijgt door hun uitzwerming. De joodse filosoof Martin Buber schreef over de ‘roeping van uniciteit’: ‘zij is opgebouwd rond een oorsprongsmythe die dient als een gemeenschappelijke band tussen de leden van de gemeenschap.’ Voor de Indërs is de oorsprongsmythe afgeleid uit de verhalen van de Veda, de Bijbel van de Hindoes. In een zwakke mate vond men een dergelijke mythe bij de voorbije zakendynastieën van het Franstalig-Belgische establishment en zij bloeit bij het jaarlijkse familiesouper van de West-Vlaamse fabrikanten.
Foto: © Reporters
Frans Crols was hoofdredacteur en directeur van het economisch magazine Trends en na zijn 65 werd hij vrije pen van ’t Pallieterke, Tertio en Doorbraak.
‘De ontdekking van Holland’ is dé ideale vakantielectuur voor geschiedenisliefhebbers en kunstfanaten.
Jack London was een veelschrijver én avonturier. Zijn omzwervingen overtuigden hem van de noodzaak van een socialistische samenleving, een idee dat hij verwerkte in zijn boeken.