JavaScript is required for this website to work.
Politiek

Plan B: prioriteiten voor mei 2019

Lorenzo Terrière13/11/2018Leestijd 4 minuten
Bart De Wever moet keuzes maken, welke N-VA wordt het?

Bart De Wever moet keuzes maken, welke N-VA wordt het?

foto © Reporters

De strategen van N-VA moeten geen overuren draaien voor mei 2019, maar het is toch zinvol om een paar prioriteiten opnieuw te rangschikken

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Met de lokale verkiezingen achter de rug verschuift de politieke horizon naar de volgende verkiezingen in mei 2019. Politici moeten nu snel her-schakelen: een opvallende koerswijziging maak je liever vandaag dan binnen pakweg twee maand. Partijen moeten natuurlijk hun eigen analyse van winst en verlies opmaken, maar het staat niet goed wanneer zij te lang intern met zichzelf bezig zijn.

N-VA had ruim op voorhand bepaald welke voor haar de inhoudelijke speerpunten van de langgerekte kiescampagne 2018-2019 vormen: Economie, Veiligheid en Identiteit. Er zijn weinig redenen om nu plots van deze lijn af te wijken. In die zin hoeven haar partijstrategen helemaal geen overuren te draaien. Wel dient de rangorde van de drie voornoemde prioriteiten opnieuw worden scherp gesteld.

Straatje zonder eind

Het was een slimme zet om de cluster van veiligheid en migratie aan te boren. Dit is duidelijk het meest levendige vraagstuk van deze tijd. Opvallend hoe gesprekken en debatten telkens weer op dit thema uitkomen. Polarisatie gegarandeerd. Toch moet de N-VA zich ervoor hoeden om niet te ver in dit straatje zonder eind te worden gelokt. Misschien wordt de partij daar vandaag zelfs bewust toe verleid door politieke concurrenten.

Ten eerste bestaat er geen één pasklare en sluitende binnenlandse oplossing voor dit omvangrijke probleem. Dat kan een beleidspartij parten spelen als ze hier niettemin zo de nadruk op blijft leggen. Ten tweede, en nog belangrijker, is dat een ‘volkspartij’ zich niet mag laten reduceren tot één dimensie — ook al bekleedt N-VA een unieke positie op dit beleidsdomein. Het is daarentegen net zaak om over een breed front in het offensief te blijven. Door echter alle aandacht op één thema te richten, geeft men opnieuw de gelegenheid aan politieke opponenten om andere sleuteldomeinen terug te claimen.

Van communautair naar socio-economisch

De manier waarop de N-VA de communautaire problematiek wisten te vertalen in socio-economische boodschappen werkte in 2014 zeer lonend. Uit kiezersonderzoek bij Vlamingen blijkt herhaaldelijk dat een discours gestoeld op welvaart het meeste kansen op succes heeft. Ander partijonderzoek leert dan weer dat regerende partijen wel degelijk verkiezingen kunnen winnen. Dit in het bijzonder wanneer onder gunstige economische omstandigheden naar de stembus wordt getrokken. Eén voorwaarde mag hierbij niet uit het oog worden verloren: die partijen moet zelf ook benadrukken dat de groei aan hun gevoerde beleid te danken is. Zo’n electorale bonus ligt nu in het verschiet, maar de N-VA mag niet nalaten om ze te verzilveren.

Knalgroen

Heel wat economische lichten staan effectief op knalgroen, lees er maar de laatste beleidsverklaringen van Bourgeois en Michel op na. Voor twee veelgenoemde zorgenkinderen hoeven we ons helemaal niet te schamen. Ten eerste kleurde de federale begroting -3,2% in het rood bij het aantreden van Michel en zal ze uitkomen op -0,6% bij zijn aftreden. Dat is en blijft een serieuze verbetering te midden een woelige periode. De Vlaamse regering, waar centrumrechts de handen helemaal vrij heeft, brengt de rekeningen zelfs volledig in evenwicht. Ten tweede klimt de economische groei naar 1,9% in Vlaanderen wat amper verschilt van het EU-gemiddelde. Vergeet daarbij niet dat 2% groeien in een zeer welvarende regio veel indrukwekkender is dan 2% winst boeken in minder ontwikkeld gebied.

Over de lengte van de hervormingstrein kan veel gediscussieerd worden maar zeker is dat ze op de sporen staat. Het zal zaak zijn van Michel II, eventueel aangevuld met cdH, om het tempo van de locomotief te versnellen. Dan komt er weer geen institutionele ‘big bang’ maar kan misschien wel werk gemaakt worden van een ‘interne staatshervorming’.

Partijvoorzitter De Wever lichtte eind oktober al een tipje van die sluier op door de afschaffing van de provincies aan te kaarten. Zou het nu zo erg zijn om geen gouverneur meer te hebben in Oost-Vlaanderen? De Senaat kan eindelijk opgedoekt worden; nog zo’n dure instelling die deze legislatuur haar laatste kans miste om zich te bewijzen. Ook in de politiezones, intercommunales en het gerechtelijk landschap (arrondissementen) kan stevig gesnoeid worden. De verdere liberalisering van overheidsbedrijven en verkoop van bankparticipaties zou een belangrijke afslanking van het staatsapparaat betekenen.

Spoorwissel

Die strategie kan stuklopen indien het Belgische tweestromenland in mei electoraal verder uit elkaar drijft. Momenteel lijkt het communautaire vuur volledig gedoofd, maar uit het verleden weten we dat deze vlam even snel als onverwacht terug in de pan kan slaan. Is er geen coherente Zweedse federale meerderheid meer mogelijk, dan is er vanuit Vlaams-nationalistisch oogpunt de terugvaloptie om de hervormingstrein op het deelstatelijke spoor te laten voortgaan. Dat vereist dan een ‘confederale federale’ regeringsploeg die deze institutionele spoorwissel mogelijk maakt.

Herinner u in dat verband het ‘Plan B’ waarover de verenigde Franstalige partijen in 2011 beschikten: na onderling overleg hadden zij een principe-akkoord bereikt van over hoe dit deelstatelijke spoor er aan hun zijde zou uitzien. De Vlaamse politieke partijen keken toe in verdeelde slagorde, wat hun onderhandelingspositie toen aanzienlijk verzwakte. Pijnlijk om niet zo’n geloofwaardig alternatief bij de hand te hebben. Nu heeft althans N-VA wel zo’n praktisch en uitvoerbaar Plan B in de schuif liggen: het confederalisme. Sterker zelfs, ze heeft al beleidsmaatregelen uit dat document de afgelopen legislatuur uitgetest op het federale niveau! Met dat Plan B mag harder gezwaaid worden in komende politieke debatten, aangezien het de onderhandelingspositie later ook versterkt.

Weinig politiek realistische formules

Hoewel simulaties op basis van de recente provinciale uitslagen laten uitschijnen dat er heel wat theoretische federale meerderheidsopties denkbaar zijn, zijn er zelden zo weinig politiek realistische formules voorhanden geweest als vandaag. Terwijl Wallonië verder opschuift richting radicaallinks blijft Vlaanderen stevig centrumrechts verankerd. Wil de N-VA het marktleiderschap in Vlaanderen, dan moet het niet enkel het extreemrechtse Vlaams Belang, maar belangrijker nog, de twee centrumpartijen uit de eigen regering blijven overstemmen. Die twee laatste pogen respectievelijk om het sociale (CD&V) en het economische (Open VLD) gelaat op de centrumrechtse kant te zijn. Verkijk u niet: het is in de eerste plaats die strijd die gewonnen moet worden.

Een goede middenweg kan zijn om te werken aan het hertalen van de cluster veiligheid en migratie in sociaal- economische termen. Een soortgelijke oefening als de partij in 2014 deed met het communautaire. In ieder geval mogen de recente inschattingsfouten van CSU en de Republikeinse Partij niet herhaald worden. Hun volledige campagne werd toegespitst op één extern aangedreven problematiek, terwijl werd nagelaten om de uitstekend draaiende Duitse en Amerikaanse jobmotor aan te grijpen als electorale hefboom.

Is doctoraatsonderzoeker en assistent aan de faculteit Politieke Wetenschappen, UGent, vakgroep Belgische Politiek. Schrijft zijn proefschrift over regionalistische partijen en regeringsdeelname. Was van 2012 t.e.m. 2016 beleidsadviseur Economie voor N-VA in Parlement, studiedienst en Kabinet.

Commentaren en reacties