Pleidooi voor een nationaal mei ’68
VVB-voorzitter Bart De Valck pleit voor nationale gemeenschappen als basis voor een duurzaam Europa.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnement‘De Catalanen worden echt niet onderdrukt,’ schrijft Oscar ten Houten in De Standaard van 4 oktober. Om dat te staven poneert hij plompweg dat Madrid sinds het einde van het regime-Franco Barcelona alle ruimte heeft gegeven. Sta me toe dat heel erg in twijfel te trekken. Als jonge democratie heeft Spanje inderdaad moeten leren om speelruimte te geven aan alle politieke krachten. Niet enkel vrijheid van denken, spreken en handelen voor progressieve tendensen in de samenleving, maar ook voor groepen die zich heel erg identificeren met een regio en een culturele en sociaal-historische identiteit.
De greep van de staat
Het kwam nooit bij de Spaanse elites op om Catalonië ooit definitief te lossen als onwrikbaar deel van het ene Spaanse vaderland. De ijver voor fiscale autonomie van de Catalanen werd gewiekst geneutraliseerd. Decreten die Catalonië op de eenentwintigste eeuw wilden stoelen en tot primus inter pares van alle EU-regio’s zouden maken, moesten worden geschrapt na procedures voor het grondwettelijk hof.
Dat de Catalanen niet beter zouden verwachten van rest-Spanje, dat zou worden aanzien als een mengeling van Arabische en Afrikaanse invloeden, zoals ten Houten schrijft, is een onthullende ontboezeming. Indien je dus de beste van je klas wil zijn, zelfs in je pro-EU-gedrevenheid, discrimineer je blijkbaar wie niet ‘mee’ is. Dan kan je volgens die redenering de EU evengoed opblazen. Je bent dan namelijk alleen nog maar bezig met het verdacht maken van mensen die op één of andere manier samen willen horen (actueel: de meeste Catalaanse ingezetenen) en daarvoor zélf hun criteria willen uitzetten. Dan telt het blijkbaar niet hoe open die zijn en in overeenstemming met alle internationale standaarden en aanbevelingen over inclusief burgerschap.
Jonge naties verrijken de EU
Nu, nationalisme is een woord dat snel met alle zonden van Israël wordt beladen. Zelf heb ik er niet het minste probleem mee om me Vlaams-nationalist te noemen. Maar ik sympathiseer ook heel erg met de Catalaanse lange mars naar onafhankelijkheid. De openheid van het Catalaanse autonomiestreven biedt enorme kansen voor een zuurstofkuur voor onze visie op de toekomst van de EU. Het negatieve signaal dat door velen in de Brexit werd gezien, zouden diezelfde mensen als een positief gegeven moeten begroeten met de komst van een Catalaanse lidstaat van de EU. Tenzij die mensen slechts willen ijveren voor één grote post-nationale Europese ruimte. Daarin worden alle politieke opvattingen die de vrijheid van verkeer van personen, mensen en kapitaal niet verder vergroten, weggedrukt naar de zuiver private sfeer.
Daarom: het zou eindelijk eens moeten gaan over wat ons bindt als Europeanen buiten sociaaleconomische afspraken en daarvan afgeleide individuele rechten. Er is nog heel wat dat ons verenigt en daarvan zijn niet de oude lidstaten de schatbewaarders, maar veeleer een rits jonge dynamische naties, waarvan Catalonië nu de spits afbijt.
Gemeenschap als basis
Voor een post-nationaal Europa pas ik. Ik kies voor geoliede economische samenwerking en schaalvoordelen waar het kan, maar voor culturele en linguïstische diversiteit waar het moet om het unieke karakter van Europa te waarborgen. Laat die diversiteit uit zichzelf evolueren. Daartoe moet ze wel wegraken van onder de stolp van uitgewoonde oude staten. Spanje is zo een land, Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk, maar ook België zijn andere voorbeelden. Londen ging met het Schotse referendum flegmatiek en onthecht om. De volksraadpleging vond plaats, maar leidde niet tot het verhoopte resultaat. Downing Street reageerde stoïcijns, sportief én patriottisch op de Schotse mislukking. Spanje daarentegen reageert met repressie en geweld op een min of meer zeker Catalaans succes. Als nationalisme door de jaren een negatieve bijklank heeft verworven, dan is het door het soort optreden als van het Spaanse politieapparaat.
We moeten dringend weg van de erg benepen voorstelling alsof autonomiebewegingen per definitie reactionair zouden zijn, of ze ideologisch nu eerder links of rechts zijn. Een Catalaanse, een Schotse en wat mij betreft een Vlaamse republiek zijn de resultaten van een politieke beweging voor zelfbeschikking, voor soevereiniteit. De bedoeling is om net beter en op wederzijdse manier samen te werken met andere gemeenschappen. En wel vanuit de ontplooiing van wat goed en waardevol is in het eigentijdse samenleven van mensen op een relatief welomschreven plaats, in een bepaalde periode.
Politieke militanten die een mythische natie in gedachten hebben en wetenschappers die dat dan weer deconstrueren: dat is allemaal niet de essentie van het debat. De vraag is veeleer aan de orde of mensen mogen kiezen met wie ze zich identificeren en of het een legitieme basis is om als samenleving een rol te spelen op het wereldforum. Persoonlijk meen ik van wel. ‘De verbeelding aan de macht’, luidde het in 1968. We zijn bijna vijftig jaar verder en nu schrijven hele naties het in hun banier. Aan de academische, bestuurlijke, journalistieke en politieke klasse om zich niet te verkijken op de enorme vitaliteit en creativiteit die deze bewegingen bezielen. Doe er iets mee, in plaats van de hoogmoedige houding aan te nemen die je op dit moment in heel wat nationale en EU-cenakels kan vaststellen.
Bart De Valck
Voorzitter Vlaamse Volksbeweging
Bart De Valck is voorzitter van de Vlaamse Volksbeweging
Liselotte Dupont: ‘Zijn niet alle partijen een beetje katholiek, liberaal en socialistisch met een sausje van groen?’
‘De papieren krant bestaat nog, maar je voelt aan alles dat dat niet zo lang meer gaat duren’, meent Jonathan Hendrickx.