Pray for Paris: de ijzeren wetten van de oikeiosis
‘Als Parijs onheil wordt aangedaan, dan voelen wij dat ook. Alsof de navelstreng niet helemaal is doorgeknipt.’
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementRuim 130 doden. Een enorme klap voor de Fransen. Voor Europa. Voor het hele Westen. Misschien zelfs voor de hele wereld. Urenlange media coverage, Franse vlagjes op de sociale media. Kaarsenwake aan de Franse ambassade. Solidariteitsmarsen in verschillende steden. Ook in Vlaanderen. En bijzondere vorm van samenhorigheid. Vertederend.
Wat een contrast met de reacties na de aanslag van Al-Shabab op de Universiteit van Garissa in Kenia in april. 147 Kenianen, hoofdzakelijk studenten, lieten toen het leven. Een mediastorm in een glas water. Geen Keniaanse vlagjes. Geen kaarsjes, bloemen en knuffels aan de Keniaanse ambassade. Geen solidariteitsmarsen.
Wat een verschil ook met de zelfmoordaanslag in Beiroet van vorige week, die 41 mensenlevens eiste. De bloedigste aanslag in Libanon sinds het einde van de burgeroorlog in 1990.
Dit opiniestuk is geen moralistische vingerwijzing. Geen insinuaties van ingebakken racisme in het kapitalistische Westen. Doch een belangrijke les in oikeiosis, het stoïcijnse concept van vereenzelviging.
Volgens de stoïcijnen vormt oikeiosis de inherente methodiek van ons ethisch besef. Gedurende ons kortstondige verblijf op deze aarde vereenzelvigen we ons met de dingen om ons heen. Eerst en vooral met onszelf. Als kind worden we ons bewust van onze eigen verlangens en noden. Daarna met onze ouders, ons gezin, en zo breidt ons referentiekader steeds verder uit, als concentrische cirkels.
Idealiter vereenzelvigen we ons met de gehele kosmos. Op dat moment zijn we één met alle materie, en vereenzelvigen we alles met onszelf, zodat ons eigenbelang perfect samenvalt met het belang van de hele schepping en al haar deelcomponenten. De voorwaarde is dat we in dat vereenzelvigingsproces geen cirkels kunnen overslaan. Dat betekent dat we geen moreel zinvolle betekenis kunnen hebben voor onze naasten, als we ons niet bewust zijn van ons eigen, persoonlijke belang. Een zinvolle rol in de gemeenschap als ondernemer, politiek mandataris of ander invloedrijk persoon heeft geen waarde als je de concentrische cirkel van het huisgezin niet hebt voltooid. Een kosmopoliet moet eerst complexloos in zijn eigen gemeenschap en cultuur staan vooraleer hij zich kan identificeren met (de problemen van) de hele wereld.
Die filosofie staat vaak haaks op de realiteit. Men wordt geacht te kiezen tussen een carrière en een gezin – politici en gezagsdragers hebben hun gezin, laat staan zichzelf, zelden in de hand – en internationalisten die zich actief bekommeren om het leed van mensen aan de andere kant van de wereld, neigen vaak te spuwen op hun eigen leefomgeving, cultuur en beschaving.
Dat inzicht lijkt het schril contrast tussen de collectieve verwerking van de gebeurtenissen in Parijs, en de beleving van andere, soortgelijke, soms zelfs identieke wreedheden te kunnen verklaren. Parijs is fysiek dichtbij. Op minder dan anderhalf uur sporen sta je in het Brusselse Noordstation. We zijn er bijna allemaal geweest. Parijs spreekt ons westerlingen tot de verbeelding. Het is in zekere zin de stad waar onze conceptie van moderniteit en democratie geboren is. Vanuit maatschappelijk-politiek oogpunt is Parijs dus onze moeder. En net als met onze vleselijke moeder, die ons gebaard heeft, vereenzelvigen we ons makkelijk met Parijs en zijn bevolking.
Als Parijs onheil wordt aangedaan, dan voelen wij dat ook. Alsof de navelstreng niet helemaal is doorgeknipt. Onze zenuwstelsels lijken nog verweven. We zijn in shock, we zijn soms zelfs fysiek onwel. Zelfs de meest rabiate TAK-militant zal zijn onbehagen niet ontkennen als de Franse hoofdstad in brand staat. Ook hij is immers een kind van de moderniteit. Ook hij beseft, wellicht stilzwijgend, dat Parijs ook zijn moeder is.
De schokgolf die de blinde terreur door onze geest jaagt beroert al onze cirkels van vereenzelviging. Mensen die in geen jaren nog een kerk zijn binnengewandeld gaan plots kaarsen branden en delen plaatjes met het opschrift ‘Pray for Paris’ op Facebook en Twitter. Een christelijke reflex, een zenuwtrekking van een beschavingsideaal waarmee we ons onbewust (en vaak ongewild) mee vereenzelvigd hebben.
‘Dei gesta per francos’. Parijs als ruggengraat van het Westen. Van zijn brein – de Verlichting – tot zijn aars – Charlie Hebdo. De karolingische chorda die zich in het embryonale Europa als eerste vormde.
Dat ligt fundamenteel anders met Libanon en Kenia. Landen die nochtans sterk beïnvloed zijn door de Europees-christelijke beschaving. Maar tevens landen die het nadeel hebben om zowel fysiek als cultureel verder van ons verwijderd te zijn. Nabijheid en zichtbaarheid is immers primordiaal om tot succesvolle oikeiosis te komen. Daarom spreken we in het eigendomsrecht bijvoorbeeld van mijn en dijn, het mijne en het jouwe. Tweede persoon enkelvoud. Je richt je tot een concreet, zichtbaar, tastbaar persoon die voor je staat en die je kan identificeren. Om die reden spreken we niet over mijn en sijn.
Ook een tragische, maar daarom niet onnatuurlijke bevestigingsheuristiek speelt hierin een belangrijke rol. Slachtingen in de Dar al-Islam zijn nu eenmaal helaas schering en inslag. Een traditie die voor de meesten onder ons ouder is dan onszelf. Een terrorist die zichzelf opblaast tijdens het vrijdaggebed in een sjiitische moskee of op een propvolle markt is nu eenmaal helaas dagelijkse kost. Zoiets went. Maar de laatste bloedige terreurdaad van dit kaliber in Parijs moet de opstand van de communards in 1871 geweest zijn. We zien geen beelden van generische soeks of huilende gesluierde vrouwen, maar straten die we kennen, waar we zelf gelopen hebben, en mensen die eruit zien als ons. Routine enerzijds, en het gebrek aan vereenzelviging anderzijds, hebben ons gewapend tegen emotionele betrokkenheid. Zoals de ethische code van artsen stipuleert om geen familiaire banden met patiënten te onderhouden.
Totale, mondiale vereenzelviging is bijna per definitie een onbegonnen werk. Dat veronderstelt immers dat we eerst in onze eigen familie, onze buurt, onze gemeente, onze cultuurgemeenschap, onze taalgemeenschap, onze Europese christelijke beschaving alle interpersoonlijke plooien hebben gladgestreken. Maar zo’n totale oikeiosis moet wel ons doel zijn. Daarom is het van vitaal belang om in het reine te komen met onze individualiteit (en het individualisme), en te werken aan een carrière én een gezin, en aan gemeenschapsvorming te doen, en ons bewust te worden van onze christelijke beschavingstraditie. Liberaal conservatisme als methode tot complete vereenzelviging.
Allemaal mooie woordjes, maar wat betekent het concreet? Wel, dat we onszelf niet schuldig moeten voelen voor het feit dat we niet identiek reageren op identieke terreurdaden met identieke gevolgen. Dat is immers geen kwestie van moedwillige apathie of racisme. Maar het is wel een goede testcase om oikeiosis aan te toetsen, en een tragische gebeurtenis aan te wenden om onszelf en de wereld beter te begrijpen.
Dat onze vereenzelviging (nog) niet de hele kosmos omvat, stelt ons wel in staat om te beseffen dat er nog grotere concentrische cirkels zijn dan we op dit moment kunnen bevatten. Als de tragedie van Parijs ons dat inzicht en die dynamiek kan bijbrengen, staan we volgens mij al dichter bij een oplossing.
Xavier Everaert is doctoraatsstudent in de rechtseconomie aan de Universiteit van Turijn en lid van de klassiek-liberale denktank Libera!.
Foto: (c) Reporters
De Franse schrijver Michel Déon is niet meer.
Professor Dirk Rochtus leidt zoals elk jaar een reis naar Duitsland. Deze kaar naar het onbekende Silezië.