In memoriam Michel Déon, le dernier des hussards
De Franse schrijver Michel Déon is niet meer.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementDe naam zegt u waarschijnlijk niets. Ten onrechte. Déon was sinds de jaren 70 lid van de Académie Française, en een exponent van wat men in Franse literaire kringen ‘la droite littéraire’ noemt: een label dat – vrij willekeurig – op alle critici van literaire halfgod Jean-Paul Sartre en diens religie, het existentialisme, wordt geplakt.
Het was Bernard Frank, judeo-marxist en trouwe volgeling van Sartre zelf, die de criticasters van de grootmeester bundelde onder de noemer ‘les hussards’. Het is het voorrecht van elke grote literaire, economische of politieke stroming om door de tegenstanders te worden gebrandmerkt met een geuzennaam, die – in het beste geval – uitgroeit tot kwaliteitslabel. Zo was het met de Oostenrijkse School, zo was het met les hussards.
Les Hussards hadden zeer weinig met elkaar gemeen, behoudens hun afkeer, somtijds gewoon desinteresse voor het hippe evangelie van het existentialisme en de nouveau roman. De nouveau roman vereiste dat schrijvers hun literatuur stripten van alle intrige, psychologie en personages. Geen plots meer, geen avontuur, en zeker geen Bildung. Wat dan wel? Kleffe metapolitiek, het immer verwijzende vingertje van de Verlichte Romancier, die zich met dure berlines van literair salon naar literair salon laat voeren om de Franse en Europese intelligentsia uit te leggen hoe het communisme er écht moet uitzien. Revolutionairen die nog geen fabriek of mestvaalt van dichtbij gezien hebben.
Niemand vatte dat verzet zo goed samen als Michel Déon. Hij was hoofdredacteur van Action Française in de hoogdagen net na de Tweede Wereldoorlog en een hondstrouwe maurassien, maar heeft zich nooit op een politieke mening laten betrapen. Akkoord, hij was monarchist, anti-democraat en anti-fascist, maar riep zijn (meta-)politieke ideeën op via een literaire droomwereld, en niet via polemische, schreeuwerige nonsensicale moderniteit, zoals Sartre of Camus.
Zijn werken staan bol van de reactie en thematieken waarmee hij de banvloeken van de recensenten van Les Temps Modernes over zich afriep: romantiek, avontuur, verre reizen, eerzucht en de persoonlijke gloriedroom, bucolische taferelen, met tristesse en nostalgie neuten over “un autre temps”. Voldoende voor Bernard Frank om hem als fascist weg te zetten.
Les Poneys sauvages (1970) vat Déon’s subtiele verzet goed samen : een ongegeneerde spionageroman met een flinterdunne plot, dolle plot twists, spanningen tussen camaraderie en rivaliteit, achtervolgingen doorheen verschillende landen en decennia, avontuurlijk doodsgevaar.
Un taxi mauve (1973) en Le Jeune Homme Vert (1975) zijn exponenten van ‘la droite littéraire’: ontzettend bucolisch, één lange uitgerekte lofzang op het platteland en het eenvoudige boerenleven waar de ene excentrieke figuur na de andere de revue passeert, als in een goedkope whodunnit. In ‘un taxi mauve’ weerklinkt de echo van Huysmans’ legendarische excentrieke edelman Jean Des Esseintes. Déon schept een man die, zoals Déon zelf, te Frans is voor de Vijfde Republiek, de democratie en moderniteit ontvlucht en onderduikt op het Ierse platteland, om er de rest van zijn leven te wijden aan literatuur, de jacht en de muziek. Religieuze muziek liefst. Bach. De reactie druipt er van af. Heerlijk. ‘Le Jeune Homme Vert’ leest dan weer als een moedig verzet tegen de klassenstrijd, die de belerende modernisten sinds de jaren ’60 in elk novelletje proberen te proppen. In dit meesterwerk vertelt Déon het verhaal van een weesje dat door een eenvoudig gezin opzieners van een adellijk jachtdomein wordt opgevoed en probleemloos trancheert tussen de geromantiseerde plattelandsarmoede en de sprookjesachtige adellijke rijkdom, die naadloos, zonder ook maar een spoor van sociaal conflict, in mekaar overlopen. Een literaire Disney-film. Pure provocatie voor de modernist. Pure pornografie voor de reactionair.
Met Déon sterft niet alleen de laatste, maar bovenal de beste van de hussards. Hij richtte zijn leven in zoals zijn romans. Avontuurlijk. Altijd op reis. Uiteindelijk en pleine campagne in Ierland, waar hij deze week op de gezegende leeftijd van 97 jaar zijn laatste adem uitblies. Ik heb een zwak voor schrijvers wiens persoonlijke levensloop hun ultieme laatste roman, hun kroon op het werk is. Schrijvers die de droomwerelden die ze met hun pen in onze geesten oproepen ook zelf, in hun eigen levenswandel, vleselijk hebben vormgegeven. De soldaat-dichter d’Annunzio. De samoerai Mishima. De kloosterling Huysmans. Zo ook de reizende avonturier Déon, die aan zijn laatste reis begonnen is.
Foto: (c) Reporters
Luiden klokken ondergang en bevrijding?
Amerikakenners Roan Asselman en David Neyskens bespreken de actualiteit aan de overkant van de oceaan.