JavaScript is required for this website to work.
post

Heeft LDD nog een toekomst?

Pleidooi voor een Nieuwe Marsrichting ter rechterzijde

Xavier Everaert2/5/2016Leestijd 7 minuten

Volgens Xavier Everaert is er voor een vernieuw LDD een historische scharnierfunctie weggelegd om ‘rechts’ in Vlaanderen te emanciperen.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

LDD moet zich in het licht van de verkiezingen van 2018-19 enkele vragen stellen, wil het blijvend kapitaliseren op het mogelijke hernieuwde vertrouwen van de kiezer. Om dat te bewerkstelligen moet LDD de discussie voeren over de individuele motivaties van de LDD-mandatarissen, en de dialoog aangaan met het vernieuwde Vlaams Belang van Tom Van Grieken.

Enkele weken terug verscheen een opmerkelijk bericht in de media: voormalige LDD-volksvertegenwoordigers Jean-Marie Dedecker, Peter Reekmans en Boudewijn Bouckaert zouden een eventuele doorstart van LDD in het licht van de gemeenteraads-, Vlaamse en federale verkiezingen van 2018-‘19 besproken hebben.

LDD heeft immers bloed geroken. Electorale slokop N-VA heeft de communautaire vrede duur betaald met bijzonder beperkte fiscale hervormingen, bijna symbolische overheidsbezuinigingen en enkele esthetische ingrepen in het veiligheidsbeleid. Die kaasschaafmethode, waarmee N-VA onder zijn electoraal gewicht bokst, laat veel kiezers op hun honger zitten. Dat opent perspectieven voor LDD.

N-VA en Open Vld hebben nog tweeënhalf jaar de tijd om de beloofde besparingen en hervormingen door te voeren. Of beter gezegd: ze verloren reeds tweeënhalf jaar tijd om dat te doen. De bezuinigingen bij de overheidsdiensten werden dit jaar alvast doorgeschoven naar een ‘werkgroep’, de vooropgestelde besparingen van 170 miljoen in de gezondheidszorg concretiseert niet in tastbare maatregelen en ook de beloofde besparingen van één schamel procent op alle overheidsuitgaven lijken niet te stollen in beleidsbeslissingen. Elke dag wordt het minder waarschijnlijk dat de verkiezingsbeloften zullen worden ingelost. Tussendoor wordt een energie- en kilometerheffing door de strot van de gezinnen en de bedrijven geduwd.

Kredietwaardig

Een eerste variabele die van belang is om de levensvatbaarheid van LDD in te schatten is de electorale kredietwaardigheid van N-VA en Open Vld. Vooral het krediet van N-VA lijkt momenteel grenzeloos. De partij surft nog steeds op een algemene ‘socialistenmoeheid’ die het communautaire beest wonderwel verdoofd houdt. De boutade ‘Een regering zonder socialisten is al een staatshervorming op zich’ lijkt dus voorlopig nog steeds geslikt door de kiezer. Als die kredietwaardigheid nog drie jaar overeind blijft, moet LDD zich geen illusies maken. Zelfs al zou de partij de Kamer in 2019 binnensluipen ten koste van N-VA of Open Vld, dan zouden beide partijen elke toegeving op fiscale en communautaire dossiers in de schoenen kunnen schuiven van die kleine minderheid dissidenten die LDD alsnog een kans hebben gegeven. En als N-VA in 2019 gewipt zou worden ten bate van de socialisten, zal Jean-Marie Dedecker (of wie dan ook) al helemaal de boter gegeten hebben.

Dit is het scenario waar Boudewijn Bouckaert, voorzitter van de klassiek-liberale denktank Libera!, (TV Oost, 13 april 2016) voor waarschuwt. Hij pleit er daarom voor om de N-VA electoraal geen stokken in de wielen te steken, maar vanuit de luwte ideologisch en politiek proberen te wegen op de mandatarissen van N-VA en Open VLD.

Ideologische scherpstelling

Als de kiezer echter wél bereid is om de N-VA de rekening te presenteren van de communautaire stilstand en haar fiscaal geklooi in de marge, dan moet LDD klaar staan met een geloofwaardig politiek project. En daar wrong het schoentje tussen 2007 en 2014. De partijpolitieke intriges, de dubieuze loyauteit en het warrige ideologische profiel van haar mandatarissen hebben het vertrouwen van de kiezer danig geschaad. Men moet dus hopen dat die wonden op die vijf jaar tijd geheeld zullen zijn. Het maagdelijke LDD haalde in 2007 en 2009 uit het niets respectievelijk vijf zetels in het federale en acht zetels in het Vlaams parlement. Een nieuw politiek project dat de electorale wind in de zeilen heeft, heeft de luxe te kunnen varen zonder ideologische motor. Die luxe zal LDD 2.0 in 2019 niet meer hebben. Een ideologische scherpstelling dringt zich dus op.

LDD zal op drie fronten kunnen scoren: het economische, het communautaire en het culturele.

Wat betreft de eerste twee fronten zal de geoliede propagandamachine van de N-VA – die zich voedt met een uiterst weerbare en zichtbare schare mandatarissen en een veelvoud aan militanten – een gecoördineerde tweefrontenoorlog vereisen. Het is echter ondenkbaar dat een buitenparlementaire partij zo’n tweefrontenoorlog op zijn eentje kan voeren. Met enkel de face value van Dedecker, Reekmans en Bouckaert is dat onbegonnen werk. LDD zal dus op zoek moeten gaan naar bondgenoten.

Bondgenoten

LDD zou zich in dat scenario moeten richten tot het Vlaams Belang. Voorzitter Tom Van Grieken voert momenteel een noodwendige verjonging van de partij door, en heeft met de asiel- en terreurcrisis, alsook de communautaire stilstand, voldoende munitie om zijn plaats in het publieke debat op te eisen. Anderzijds maakt van Grieken een zeer onzekere indruk op fiscale en economische thema’s. Een gebrek aan degelijke economische scholing is een oud zeer op rechts en dat is onder Van Grieken zeker niet anders. LDD zou perfect in dat gat kunnen springen, zonder Vlaams Belang pijn te doen.

Als LDD immers de concurrentie zou aangaan met Vlaams Belang, dreigen beide partijen mekaar in cruciale kieskringen zoals Vlaams-Brabant en West-Vlaanderen kopje onder te duwen. Zo kunnen beide partijen in die provincies afzonderlijk onvoldoende stemmen binnenhalen voor één zetel, terwijl ze samen groter zouden zijn dan bijvoorbeeld Groen, die dan wél een zetel haalt. Gevolg van dat wederzijdse kannibalisme op rechts is een versteviging van de machtspositie van de N-VA, ondanks de eventuele uitstroom van een kritische massa ontevreden kiezers. Dat scenario mag onder geen beding werkelijkheid worden.

Het alternatief, een kartelformule, een Forza Flandria Light, is ook niet zonder risico. Althans niet voor LDD. Veel rechtse liberalen zouden kunnen afhaken op electorale samenwerking met Vlaams Belang, zodat het soortelijk gewicht van de donkerblauwe kartelpartner verdampt. In dat geval is het kartel slechts een lege doos, waarbij LDD een soort onderaanneming van het Vlaams Belang wordt, en als doorgeefluik fungeert tussen de voormalige LDD-kiezer die nu bij N-VA zit en het Vlaams Belang. Waarbij men volledig voorbij gaat aan de reden waarom die kiezer in 2010 en 2014 voor N-VA en niet voor Vlaams Belang koos.

Eenmansfractie?

Er zijn twee mogelijke oplossingen denkbaar voor deze patstelling.

Een eerste is een zuivere electorale benadering, waarin LDD alles of niets speelt om Dedecker, Bouckaert en Reekmans (of anderen?) in de Kamer of het Vlaams Parlement te krijgen. Dit is een zuivere guerilla-tactiek, zonder enige achterliggende strategie, waarbij LDD de linies van N-VA en Open Vld probeert te doorbreken en onderweg zoveel mogelijk schade probeert aan te richten. Zelfs al slaagt LDD er als bij wonder in om de linies te doorbreken in die kieskringen, zal de schade bij N-VA en Open Vld gering zijn. Ja, LDD kan enkele zetels afsnoepen, maar het zullen slechts zetels van de vele backbenchers zijn die nu ook niet wegen in de federale en Vlaamse fracties. Het resultaat zal dan een eenmansfractie of duo zijn dat, zoals in de periode tussen 2010 en 2014, wel de nodige middelen en soundbites voor de media oplevert, maar geen zoden aan de communautaire, fiscale en economische dijk brengt. Het is bovendien niet ondenkbaar dat zo’n inhoudelijk project, laat staan een strategie die de electorale tactiek overstijgt, bepaalde aspirant-parlementsleden worst kan wezen.

Een partij die wil overleven en haar plaats wil opeisen in het publieke debat en de ideeënstrijd, heeft niet als taak om al haar middelen in te zetten voor de carrièreplanning van één enkeling, lijkt me.

Forza Flandria light?

Een tweede mogelijkheid om de patstelling te doorbreken is een doordachtere samenwerkingsformule met het Vlaams Belang. Een electoraal ‘huwelijk met zuivere scheiding van goederen’, waarbij beide partijen één lijst indienen, doch baas blijven over eigen middelen, eigen campagne en eigen kandidaten, maar mekaar niet voor de voeten lopen. Deze Forza Flandria Light zou dan uitgaan van twee basisaxiomata.

Eén: het fiscale en economische vraagstuk kan onmogelijk worden losgekoppeld van het communautaire vraagstuk. Binnen de federale staatsstructuur zijn fundamentele economische hervormingen  onmogelijk, dus moet elke economische hervorming logischerwijs kaderen binnen een geleidelijke, maar definitieve ontmanteling van de Belgische staat. Hervormingen en besparingen binnen de schoot van het federale niveau worden dus niet als hervormingen beschouwd, en zouden dus niet gesteund worden.

Twee: bevoegdheden en beleidsparadigmata doorschuiven van de Wetstraat naar de Hertogstraat kan evenmin worden beschouwd als een hervorming en kadert dus niet binnen de ontmanteling van de Belgische staat. Een kankerbehandeling moet als bedoeling hebben het gezwel weg te snijden, niet om het gezwel te transplanteren naar een ander organisme. Vlaanderen mag niet verworden tot een kringloopwinkel, waar gefaald federaal beleid een nieuw leven krijgt. Dit is het Vlaanderen van de federalisten en confederalisten. Niet van het kartel.

Een concrete electorale strategie kan natuurlijk nog besproken worden en daarbij mogen we zeker niet over één nacht ijs gaan, maar het uitgangspunt moet een zekere arbeidsdeling zijn. Daar het eerste axioma het sociaal-economische luik en het communautaire luik één en ondeelbaar acht kunnen beide partijen zich opwerpen als echo-kamers, waarbij Vlaams Belang bij elke communautaire discussie een sociaal-economische voorzet geeft aan LDD, en LDD bij elke sociaal-economische discussie een communautaire voorzet geeft aan Vlaams Belang.

Als deze electorale tactiek succesvol blijkt, kan op middellange termijn binnenskamers, binnen de federale en Vlaamse fractie, getracht worden die synergie ten doen stollen in een synthese tussen Vlaams-nationalisme en rechts-liberalisme. Daarbij zal vooral de doorsnede tussen beide ideologieën, met name het conservatisme, van cruciaal belang zijn. Alle politieke en ideologische energie zal dan moeten worden aangewend om die conservatieve doorsnede zo groot mogelijk te maken, tot die het Vlaams-nationalisme en liberalisme volledig heeft opgeslorpt.

Geëmancipeerd rechts

Dan en slechts dan zal rechts een geëmancipeerde en robuuste ideologie zijn in het Vlaamse landschap dat het Vlaams-nationalisme bevrijd heeft van zijn kleinstaterei en progressieve reglementitis, én het liberalisme bevrijd heeft van zijn juk als historische dienstmaagd van het socialisme en de christendemocratie.

Men moet niet wachten tot na de verkiezingen om werk te maken van die derde pijler: de culturele bovenbouw. Ook daar heeft LDD een unieke rol te spelen die niet haaks hoeft te staan op de insteek van Vlaams Belang. Terwijl Vlaams Belang terecht blijft hameren op de nagel van de islamisering en het grenzeloze Europa, kan LDD in de geest van Lode Claes het vraagstuk aansnijden over het gebrek aan een Vlaamse elite. Een economische en culturele bovenlaag die als drager van een nieuw Vlaanderen gestalte kan geven aan een wezenlijke Vlaamse identiteit die, in het ijle kosmopolitisme van minister-president Bourgeois en de N-VA, is verwaterd tot gesubsidieerde barbecues en een pleidooi voor een officiële feestdag op 11 juli.

Hiermee kan LDD het culturele debat naar zich toe trekken, en de linkse hegemonie ter zake voor het eerst in de geschiedenis doorbreken. Met een pleidooi voor zo’n culturele bovenbouw, een Vlaamse hoogcultuur waarbinnen de sociale en economische vrijheden vorm gegeven zullen worden, kan men zich onderscheiden van zowel de links-liberalen, voor wie ‘vrijheid’ in de normatieve en culturele leegte zweeft, en de ‘moderne’ Vlaams-nationalisten, die hun identiteit willen enten op een al even waardenvrij kosmopolitisme. Deze unieke insteek herleidt alle problemen van Europa en de wereld in de 21e eeuw tot hun naakte essentie, terwijl de andere politieke families vastgeroest zitten in het morele vacuüm  van de 20e-eeuwse sociaaldemocratie.

Kortom: LDD heeft de mogelijkheden om een stevige en blijvende greep te krijgen op de politiek in België en Vlaanderen, maar moet daarvoor bereid zijn om fundamentele, abstractere kaarten te trekken dan tot nu toe het geval geweest is. LDD moet dus met andere woorden tot politiek wasdom komen. Dat zou een unicum zijn in de Vlaamse politieke geschiedenis, bovenal ter rechterzijde.


Foto: (c) Reporters

Commentaren en reacties