Schijten in de open haard
Dagboekaantekeningen (8)
Rocky Mountains
foto © eigen foto
En dan te zeggen dat die 28ste september 1665 in preutse uitgaven van Pepys overgeslagen wordt… die springen blozend van 27 naar 29!
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementZaterdag
Ik ben in Dover, waar ik in noordelijke richting wandel over het pad op de witte krijtrotsen, die aanzienlijk mooier zijn dan de stad erachter. Stralend weer: vanaf die ferry daar in de diepte moet mijn gewriemel nog net zichtbaar zijn; omgekeerd krijg ik een mythische plaatje van de Franse kust voorgeschoteld, die opaalkleurig in de middagzon ligt te glanzen – als ik mijn hand uitstrek kan ik de overkant strelen.
Er doemt een bankje op. Iemand heeft een stuk kalk neergelegd, een krijtje in de vorm van een kiezel, naast de woorden: ‘Beware! Frogs live opposite!’ Beslist een van de betere slogans pro een vertrek uit de Europese Unie.
Ik grijns en wijs mijn gezelschap op de tekst – ook het gezelschap grijnst. Verbazingwekkend hoe je perspectief verandert wanneer Europa rechts van je ligt.
Zondag
Iemand stuurt me een gedicht van een soefi uit het Perzië van omstreeks 1200. Het is een zogenaamde ghazel, wat ‘flirt’ betekent. De vertaler, Remi Hauman, verontschuldigt zich voor de letterlijkheid van zijn vertaling. Ik wou dat ik letterlijk uit het Perzisch van achthonderd jaar geleden kon vertalen. De dichter heet ‘Attâr en het gedicht begint zo:
De boerka is over de maan gegooid vanavond.
Zijn mooie wolk is zonder haast vanavond.
Is dat geen verbluffend moderne beeldspraak?
Maandag
Een decadente, veelbelezen vriend bleek achter mijn rug weinig vleiende opmerkingen over mijn persoon te hebben gemaakt. Ik heb hem erover aangesproken en hij wrong zich in meer bochten dan een kurkentrekker.
Hoor eens hier: als vrienden het oneens zijn, behoren ze dat gewoon tegen elkaar te zeggen. Je mag het namelijk volgens de wet oneens zijn als vrienden.
Nee, met die Januskop kun je niet naar de oorlog. Charmant en volslagen onbetrouwbaar. Geef mij op het slagveld maar een vent, niet deze rococofiguur met de bepoederde pruik.
Dinsdag
‘Hij keert zich tegen de idealen van de Franse Revolutie en pleit voor het herstel van zinvolle verbanden zoals de kerk, familie en het soevereine vaderland. Het individu vindt zijn vervulling in de rol die het heeft in een groter verband.
Dit is een puntgave weergave van het fascistische en nazistische ideaal. Hitler en Mussolini redeneerden exact langs dezelfde lijnen. Het bewonderenswaardige aan Baudets essay is nu juist dat hij er niet voor terugschrikt om zijn fascistische wereldbeeld expliciet te maken en logisch te onderbouwen. Hij wil geen cryptofascistje zijn, maar een echte, die er welbespraakt voor uitkomt.’
Aldus Ilja Leonard Pfeijffer, naar aanleiding van een opstel van Thierry Baudet over Houellebecq.
Euh…
De wereld van voor de Franse revolutie was dus als het ware protonazistisch, een toestand van communale hersenloosheid, boerenkinkels die achterlijk samenhurkten in instituten als de modderhut en het kerkgebouw. Het individu was de schitterende uitvinding van 1789 en de daaropvolgende jaren, toen de Terreur ontdekte wat het geweldige voordeel van de enkeling was: die kon je guillotineren.
Ik heb zo mijn bedenkingen bij de politieke opvattingen van Baudet, mij te rechts, zeker socio-economisch, maar wat een grotesk idee dat een zinvol verband nazistisch zou zijn! Ik meende dat het individu in zo’n zinvol verband – gezin, school, gemeenschap, kerk desnoods, in het ergste geval ook de natiestaat – best tot rijping kon komen…
Nee dus. Weg met de grotere verbanden. Weg met de solidariteit. Weg met Jezus of Camille Huysmans.
Maar dat nazisme… waren de kenmerken daarvan niet de afschaffing van de parlementaire democratie, de ideologie van de Lebensraum, de rassenleer uitmondend in genocide?
Pfeijffer neemt Baudet als denker serieus en prijst zijn analyse van Houellebecq als messcherp. Zou het kunnen dat dit sterke individu, classicus met hippiehaar, wandelende paradox, zelf door de sirenenzang van het edelfascisme wordt bekoord, ergens in de onderwereld van zijn bewustzijn?
’s Nachts (op het nachtkastje ligt een notitieboekje)
Pfeijfferdroom. Groot, imposant, iets dreunends, maar zijn dat laarzen of is het een klap op mijn schouder? Ik heb hem een paar keer ontmoet en vond hem wel sympathiek.
De volgende ochtend (ik slik mijn zwarte koffie door als een degenslikker degens)
Als het modernisme het einde van religie in het westen betekende, dan betekent het postmodernisme het einde van de ratio.
Een avond
Op televisie een serie ‘in Flemish’: Hotel Beau Séjour. Een moordzaak ergens in Limburg, waarbij de vermoorde als geest de gebeurtenissen volgt en haar eigen lijk ziet. Prachtig geacteerd, prachtige personages, prachtig licht, tempo, decor, prachtig, prachtig allemaal… maar toch breng ik het niet op deze eerste aflevering uit te kijken.
De serie is namelijk in het kader van het bij de televisie heersende dogma van het naturalisme in een soort Limburgs gemaakt (veel ervan is trouwens nabootsing). En ik kan dialect als kunstvorm niet uitstaan (Gezelle uitgezonderd).
Later
O ja, koinè. Ik heb het nagekeken en je blijkt het als koine te moeten spellen. Algemene omgangstaal (oorspronkelijk de Griekse, in dit geval de Limburgse). Hè, bent u nu echt te lui om dat zelf even op te zoeken?
Thursday 28 September 1665
In het dagboek van Samuel Pepys lees ik deze onthulling:
‘(…) and so I to bed, and in the night was mightily troubled with a looseness (I suppose from some fresh damp linen that I put on this night), and feeling for a chamber-pott, there was none, I having called the mayde up out of her bed, she had forgot I suppose to put one there; so I was forced in this strange house to rise and shit in the chimney twice; and so to bed and was very well again.’
Wat een aimabel man is dat toch, die Pepys! En hij beschrijft de wederwaardigheden van zijn stoelgang uitgerekend in het jaar 1665, toen mijn huis met de manshoge haard werd gebouwd!
Stortregen (het zal wel vrijdag zijn, een grijze dag, zoals dinsdag geel is en donderdag groen)
Op bezoek geweest bij prinses Olga Romanova.
Ze is een achternicht van de laatste tsaar en woont in een krankjorum landhuis ergens in het noorden van Kent. Het oudste gedeelte dateert van 1300 en het geheel is een experiment met de Engelse smaak van de voorbije zeven eeuwen: wat krijg je als je maar door blijft bouwen op het thema van de romantische hunkering naar een nog knusser hoekje bij de haard? (Je eindigt met elf haarden.) Zelf is Olga wat jonger, tegen de zeventig, goed genoeg geconserveerd voor een stoeipartij in een van de ontelbare slaapkamers. Voor de rest is ze voornamelijk samengesteld uit heimwee naar de vossenjacht en een voorkeur voor het woord fuck, dat geen bijzondere betekenis heeft, maar aanduidt dat de volzin waarin het is ingebed nog even doorloopt. Het zal u misschien choqueren te vernemen dat alleen de Engelse middenklasse de vloek schuwt.
Ze leidt het kleine gezelschap van bezoekers eigenhandig rond, in ruil voor 12 pond per persoon: die elf schoorstenen moeten roken en de landadel heeft het niet makkelijk onder de knoet van de democratie. Gaande ons uurtje Olga komen geregeld leden van het geslacht Windsor ter sprake, aan wie ze immers verwant is, evenals aan de overige koninklijke families van Europa – dit meldt ze iets te achteloos.
Bij de thee
Ik bespaar u een gedetailleerde beschrijving van dat gekke huis en de uitdragerij aan meubelen; het volstaat te weten dat er tientallen foto’s aan de muren hangen en op bijzettafeltjes staan, de meeste met leden van de tsarenfamilie en andere vorsten, over wie ze non-stop anekdotes vertelt. Wisten we wel dat de tiara die Meghan Markle op haar bruiloft droeg zeventig jaar daarvoor op de schedel van Olga’s moeder had gerust? Nee, dat wisten we niet, hoogheid…
Op die oude foto’s van voor 1917 schijnt de zon. Komen er bezoekers, dan gaat Olga nonchalant in de schaduw van haar stamboom zitten.
Van alle tentoongestelde objecten houdt alleen een dozijn borden mijn aandacht langer dan een paar seconden gevangen. Ze zijn wit en het daglicht schijnt erdoorheen. Op de rand is het tweekoppig stuk pluimvee van de Romanovs afgebeeld, de zwarte adelaar. Van die borden hebben de tsaar en zijn gezin gegeten in Jekatarinburg, voor ze daar in de kelder van het Ipatjevhuis werden vermoord. Wanneer de prinses dat vertelt, is het alsof ik adellijk orgaanvlees op de borden zie liggen.
34 Oktember 2084
Mijn hemel, wat een vreemde plaats is Terra toch! Vandaag het blote gezicht van een vrouw gezien. Ze zei iets onverstaanbaars en glimlachte bemoedigend naar me. Even kwam het me voor alsof het archaïsche concept van de vrijheid in ere was hersteld. (…)
(De rest van deze sciencefictionroman schrijf ik later wel.)
Vrijdag 17 oktober
De restanten van het Ottomaanse Rijk hebben in het noorden van Syrië de jacht geopend op de Koerden. Maar onze sympathie is verdacht: Abou Jahjah heeft in een tweet uitgelegd dat wij de Koerden aardig vinden omdat ze blank zijn. Omdat ze blank zijn en er zoveel mooie hoofddoekloze meisjes meevechten. Mooie blanke meisjes. Ons zwak voor de Koerden is een uiting van wit superioriteitsdenken.
Die Abou.
Wat zei hij ook alweer over de Joden in Israël? ‘La valise ou le cercueil’?
Als superieure witte man pleit ik ervoor Abou in een kist te stoppen en naar een door de Turken gebombardeerde stad te sturen. Wanneer hij dan het deksel opent, ziet hij met een beetje geluk God in de vorm van een mooi blank Koerdisch meisje.
20 oktober
Christopher laat me een foto zien: hijzelf en zijn Amerikaanse vriendin in de Rocky Mountains. Die laatste zijn daar louter neergezet om een geschikt achterdoek voor de geliefden te vormen.
Hayley.
Botticelli draait zich om in zijn graf dat hij haar niet heeft kunnen schilderen. Ik heb het aan Hayley te danken dat ik na Anna’s dood niet door de duisternis van een depressie ben opgeslokt.
Categorieën |
---|
Benno Barnard is een schrijver die meent dat het heden gewoonlijk ongelijk heeft.
Deze maand reist uw auteur, liefhebber van gelukkige, heteronormatieve gezinnen, van Zuid-Engeland naar Gent: tussen de Magna Carta en de Boekentoren.
Professor Dirk Rochtus leidt zoals elk jaar een reis naar Duitsland. Deze kaar naar het onbekende Silezië.