JavaScript is required for this website to work.
Europa

Schuld en boete

Een Duits-Europese controverse

Frank Boll2/10/2021Leestijd 4 minuten

Duitsland

Duitsland

foto © Stux

Het Duitse verleden gaat over heel wat meer dan het Derde Rijk. En dat verleden kan ons nog heel wat leren.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Duitsland is veel meer dan het Derde Rijk. Dat wil niet zeggen dat een finale streep mag getrokken worden onder de periode 1933-1945. Alsof dit enkel maar een periode was als vele anderen. Maar daarom moeten de Duitsers niet geketend blijven aan dit naziverleden. Dat stellen Jürgen Habermas en Joseph Ratzinger in een gezamenlijk werk. Het Duitse verleden gaat over heel wat meer dan het Derde Rijk. En dat verleden kan ons nog heel wat leren, aldus Peter Watson in zijn epische verhaal The German Genius (2010). Maar de atmosfeer rond de strijd met dat verleden zowel binnen als buiten Duitsland verdringen deze realiteit en het bewustzijn ervan.

De EU als transferunie

Wie Duitsland zegt, denkt Pruisen, de maker van Duitsland. In zijn meesterwerk Iron Kingdom (2006) had Christopher Clark,  de intellectueel rijke en tolerante cultuur van Pruisen geschetst. Met als conclusie dat de ontbinding van Pruisen door de Geallieerden in 1947 de wereld armer had gemaakt. Een andere mening stelt dat ‘volgens de naoorlogse consensus’ Duitsland nog altijd moreel verantwoordelijk is voor de Holocaust en daarom moet boeten (‘atone for’), aldus Guy Chazan, verslaggever over Duitsland in de Financial Times van 5 november 2019.

Zou deze houding, 75 jaar of 3 generaties na 1945, een voedingsbodem zijn voor onder meer de immer grotere transfers binnen de Europese Unie en de eurozone? Met Duitsland als grootste gever? En voor de uitholling van het oorspronkelijke charter van de Europese Centrale Bank (ECB), dat gebaseerd was op dat van de naoorlogse Bundesbank?

Immer grotere transfers en subsidies — ten dele als compensatie voor de onmogelijk geworden devaluaties en revaluaties — doden de eigen verantwoordelijkheid, leiden tot immobilisme bij de ontvangers, zijn een groeiende politieke splijtzwam, doden de motivatie, werken corruptie in de hand en drukken de groei bij zowel gevers als ontvangers. Een facet van een immer verder achteruitgaand Europa. Alle landen die het gemaakt hebben, deden dat zelf. Of — zoals het Chinese spreekwoord luidt — geef de mensen geen vis, maar leer ze vissen.

Zelfs als men het normaal zou vinden dat Duitsland opdraait voor deze subsidies — een controversiële stelling —, dan nog betreft het een slechte beslissing. Ze doet immers de EU ontaarden in een transfersysteem. Eenmaal gestart, is er weinig kans op een weg terug.

Duitsland, de Bundesbank en de Europese Centrale Bank

De ECB is een politieke instelling geworden met als voornaamste doel de instandhouding van de euro. Terwijl de euro slechts een instrument is om een doel te bereiken. Namelijk meer politieke éénheid en hogere economische groei. Maar het tegenovergestelde gebeurde: meer onenigheid en minder groei. Het beleid van de ECB contrasteert met dat van de Bundesbank, de meest succesvolle bank ooit volgens de Duitse bevolking en vele economisten in de wereld. Men zegt dat niet alle Duitsers geloven in God, maar dat ze allemaal geloofden in de Bundesbank.

De politiek van de ECB ondergraaft een economisch systeem dat tot enkele decennia geleden goed presteerde. De negatieve nominale en reële rentes op zoveel financiële instrumenten gedurende een zo lange periode zijn economisch pervers. Of hoe een opportunistisch kortetermijnbeleid op termijn het systeem ondergraaft. Meer schuld drukt de groei van overmorgen, en immer meer schuld drukt immer meer de groei van overmorgen. Wie daarenboven de welvaartsstaat altijd maar uitbreidt, bagatelliseert werken en sparen. Ook dat ondermijnt ons economische succesverhaal. Hoe groter het aandeel van de welvaartstaat, hoe zwakker de economie en hoe minder Europa betekent in de wereld.

Versoepeling van het EU groei- en stabiliteitspact

Duitsland maakt tot nu toe geen deel uit van de acht of zo landen die geen versoepeling wensen van het groei- en stabiliteitspact van de EU. Net zoals Duitsland ook geen deel uitmaakte van de frugale landen die recent gekant waren tegen het hogere dan 50% aandeel van grants of giften in cash in het 750 biljoen euro EU-pandemiepakket. Een voor Duitsland onnatuurlijke houding. Een versoepeling van dat pact zal de eigen verantwoordelijkheid verder ondergraven. Mijd die afhankelijkheidsval. Solidariteit met iedereen wordt snel solidariteit met niemand. De Franse economist Fédéric Bastiat (1801-1850) sprak reeds over ‘… la grande fiction à travers laquelle tout le monde s’efforce de vivre aux dépens de tout le monde’.

Een Belgische Minister van Staat stelde ooit smalend dat Duitsland meer Europees moest worden, en niet Europa meer Duits. Een voorbeeld van de bovenvermelde naoorlogse consensus? Echter, is dat wel zo? Gegeven de naoorlogse resultaten geboekt door Duitsland?

Duitsland ongelijk behandeld

In zijn Germany, Memories of a Nation (2014) schreef Neil MacGregor dat geen natie op zulk een constructieve wijze met zijn nederlaag en zijn verleden in het reine was gekomen als Duitsland. Contrasteer dat met de Sovjetcommunisten zoals Alexander Solzjenitsyn in zijn getuigenis De Goelag Archipel (1973). Tot 1966 werden in West-Duitsland 86.000 nazimisdadigers veroordeeld. In de Sovjet-Unie ongeveer 10.

Daarover vermeldt Thierry Wolton in zijn trilogie Une histoire du Communisme Mondial, Les Bourreaux, les Victimes,  les Complices (2015-2017) dat hij frequent de kritiek kreeg — vooral door Franse linkse intellectuelen — dat hij het communisme enkel ‘à charge’ en nooit ‘à décharge’ had behandeld. Hij vroeg zich af of dezelfde kritiek zou zijn geuit had hij Nazi-Duitsland op dezelfde manier behandeld. Hij is niet de enige historicus die zich afvroeg waarom geconfronteerd met twee misdadige systemen, het communisme zo vaak ontkwam, en nog grotendeels blijkt te ontkomen, aan het odium dat op alle totalitaire systemen kleeft.

Het naoorlogse Duitsland: speelbal of stabiliserende half-hegemoon

Alle landen kunnen van elkaar leren. Maar op het gebied van de werking van de democratie, de economie en burgerlijke deugdelijkheid, kunnen een aantal EU-landen nu meer leren van Duitsland dan omgekeerd. Zo hebben zowel rechtse als linkse Duitse regeringen in de voorbije decennia herhaalde malen onpopulaire en minder expansieve maatregelen getroffen om de langere termijn veilig te stellen. Haar voorzichtig fiscaal, monetair en welvaartsbeleid mondde uit in de performantste economie in Europa. Daar kan Europa van leren. 

De basis was het ordoliberalisme of de sociale markteconomie, een Duitse versie van het Angelsaksische liberalisme, maar met meer nadruk op het sociale en op mededinging. De stijgende tirannie van koekjesbedeling op de korte termijn behelst een negatieve dynamiek tussen media, publieke opinie, partijen, politiek, electoraat en electoralisme die op termijn de democratie ondergraaft. De Duitsers zelf moeten zich niet langer laten beïnvloeden door het verdekte gebruik dat anderen maken van een drie generaties oud verleden om maatregelen te helpen afdwingen die uiteindelijk voor iedereen nadelig zijn. Wordt een woke Duitse regering na de verkiezing van 26 september een zoveelste nagel in de Europese doodskist?

Frank Boll is dr. economie (Oxford) en was academicus en ondernemer

Commentaren en reacties