JavaScript is required for this website to work.
Multicultuur & samenleven

Sharia en mensenrechten: waarover men niet spreekt

Een repliek. De islamitische versie van mensenrechten voor méér onvrijheid en minder rechten.

ColumnAnn Moella19/10/2018Leestijd 4 minuten

foto © Pexels (Pixabay, CC0)

Sharia beperkt de vrijheid van godsdienst, gelijkheid m/v en miskent menswaardigheid. Mensenrechten zijn niet de vrijheid tot onvrijheid.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Al in 1968 werd door de Arabische Liga een permanente ‘Arabische Commissie Mensenrechten’ opgericht, die de bedoeling had de grondrechten, zoals uitgetekend in de ‘Universele Verklaring van de Rechten van de Mens’ (UVRM), verder te bespreken – lees: aanpassen.
Dat blijkt ook uit de voortdurende pogingen van regeringen uit islamitische landen om een ‘herziening’ te verkrijgen van de UVRM , die veel te eenzijdig ‘joods-christelijk’ zou zijn en om tegelijk tegemoet te komen aan islamitische opvattingen. De eis tot aanpassing werd op regelmatige tijdstippen herhaald in de organen van de Verenigde Naties.

Uiteindelijk – het vinden van een meerderheid botste op weerstand – besloot de Organisation of Islamitic Cooperation, zijnde de grootste gouvernementele organisatie van moslimlanden, op 5 augustus 1990 tot de ‘Cairo Declaration of Human Rights in Islam’: de islam-visie op onze mensenrechten zeg maar. Dat geeft meteen weer waar islam en sharia voor staan en is als dusdanig verhelderend.

Goddelijke volmaaktheid

De achterliggende idee is dat de islamitische gemeenschap (oemma) door god geschapen is en geleid wordt door dezelfde goddelijkheid qua perfectie in de wetgeving, met name de sharia. Andere (niet-islam) culturen worden per definitie bekeken als van een míndere perfectie en hun wetten zijn dan logischerwijs inferieur. De goddelijke volmaaktheid valt immers in niets te vergelijken met het arme mensenwerk dat UVRM wel is. Vandaar de noodzaak van een eigen islamitische visie op mensenrechten, die dan ingekaderd wordt binnen het concept van onderwerping van de mens aan de wil van god: die onderdanigheid vindt haar neerslag in de sharia.

Godsdienstvrijheid zonder vrijheid

De belangrijkste afzonderlijke rechten en vrijheden worden in de Verklaring van Caïro stelselmatig en algemeen ingeperkt door de islamitische sharia, die in art. 25 expliciet voorgesteld wordt als de énige referentiebron. Alle rechten en vrijheden gelden slechts binnen de perken van sharia (art. 24). Er bestaat geen vrijheid om meningen te uiten die met de sharia strijdig zijn: er bestaat geen vrijheid tot islamkritiek, er bestaat geen vrijheid om te protesteren tegen barbaarse straffen zoals de voorgeschreven doodstraf voor zij die uit het geloof willen treden, voor godslastering, of voor zedenschennis…

Art. 10 stelt dat de islam de enige ware religie is. Iemand bekeren tot een andere geloof is verboden, laat staan dat atheïsme toegelaten zou zijn. Tot zover de ‘godsdienstvrijheid’ zoals de islam en sharia dat zien.

Gelijkheid wordt ongelijkheid

De sharia is een allesomvattend juridisch systeem dat alle aspecten van het leven bepaalt, ook dat van mannen en vrouwen, zelfs van moslims en niet moslims. Het uitgangspunt blijkt steeds de fundamentele ongelijkheid tussen beiden. Die basis van ongelijkheid krijgt ook gestalte in shariarechtbanken. De verklaring van een niet-moslim is slechts de helft waard van die van een moslim: probeer zo eens in een conflict je gelijk te halen voor een rechtbank. Ook de getuigenis van een vrouw telt slechts voor 50 procent van de waarde van die van een man: een vrouw heeft dus 2 getuigen nodig, een man slechts een. (1)

Er zijn talloze verzen, Hadith en jurisprudentie die de onderdanigheid en afhankelijkheid van de vrouw onderstrepen. Een vrouw dient een man te gehoorzamen: zij is primair beschikbaar om zijn behoeften te dienen. Als ze weigert mag ze geslagen worden. Ze mag niet zelfstandig beschikken over haar lichaam, dat ze dient te bedekken. Het beste ware wanneer ze volledig onzichtbaar zou zijn voor de buitenwereld. (2) Daaruit volgt haast logischerwijs een sekse-segregatie. Dit ontaardt in vrouwen die op bijeenkomsten of erediensten weggestopt worden achter een artificiële wand of een ‘purda’ (gordijn).

Tot zover de gelijkwaardigheid M/V in de islam.

Voorbeeldjes van islamitisch recht

Hieronder voorbeelden van islamitisch recht zoals uitgesproken in de Londense shariaraad die met vijf- tot achthonderd zaken zeker per jaar de invloedrijkste islamitische rechtbank van Engeland is. Het zijn voorbeelden van uitspraken zoals Machteld Zee ze aanhaalt. (3)

  • Vrouwen die klappen krijgen van hun man mogen niet scheiden als de man dat niet wil
  • vrouwen krijgen te horen dat de kinderen aan hun gewelddadige vader worden toegewezen
  • als blijkt dat een man getrouwd is met meer vrouwen (polygamie is toegestaan) wordt geadviseerd dat te aanvaarden
  • in geval van geweld wordt afgeraden om naar de politie te stappen en aangemaand een betere echtgenote te zijn
  • verkrachting binnen het huwelijk bestaat sowieso niet
  • een huwelijkscontract bestaat uit twee partijen, namelijk de man en de mannelijke voogd van de vrouw (meestal haar vader).

 

Anno 2018 is óók dat sharia…

Menselijke waardigheid

Mensenrechten zijn de expressie van maatschappelijke waarden. Zij dienen een onderliggende cultuur van menselijke waardigheid en gelijkheid. Ze bestaan niet om het tégengestelde – met name ongelijkheid en discriminatie –  te verwezenlijken. Ze geven ons niet de vrijheid om voor onvrijheid te kiezen.

Het is daarom relevant om vast te stellen dat vijfenveertig islamitische landen het nodig vinden toch een eigen verklaring van ‘mensenrechten’ op te stellen en te ondertekenen. Om de door hun beoogde onvrijheid en beperking van burgerrechten legitiem te kunnen doordrukken?

Religieus recht primeert?

Ondertussen wees onderzoek van hoogleraar sociologie Ruud Koopmans uit dat ruim de helft van Europese moslims een terugkeer wil naar de wortels van islam, gemiddeld drie kwart denkt dat er maar één interpretatie van islam mogelijk is en een meerderheid religieus recht (sharia) belangrijker vindt dan seculier recht.

De uitspraak van El Hammouchi in zijn driedelige serie over sharia is ongegrond. Ter herinnering: ‘hopelijk is nu duidelijk dat de angst [voor sharia – A.M.] ongegrond is en dat een Vlaming praktiserend moslim kan zijn zonder op enigerlei wijze afbreuk te doen aan het staatsbestel of de rechtsorde.’ Dit staat ver weg van de werkelijkheid.

Daarom is sharia verwerpelijk.

Sharia en mensenrechten

Sharia gaat niet samen met democratie en mensenrechten. Toch is er een multiculturele en academische, elitaire mentaliteit die weigert negatief te doen over misstanden. Ik citeer Machteld Zee: ‘uithuwelijking, huiselijk geweld, zelfgekozen segregatie, radicalisering, islamitisch antisemitisme, haat jegens andersgelovigen, kindhuwelijken, genitale verminking, polygamie, vormen van slavernij, gedwongen huwelijken… Al deze zaken kunnen worden gerechtvaardigd met beroep te doen op sharia en ze komen alle voor in Nederland en België’.

Door de Sharia als kader te stellen voor mensenrechten en deze te laten overheersen  boven ‘universele’ mensenrechten worden de in de Caïro-verklaring bedoelde mensenrechten strijdig met fundamentele westerse principes. Het Europese Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg stelde hierover, in een arrest van 13 februari 2003
‘dat de sharia niet verenigbaar is met de fundamentele principes van de democratie’.

Wie daar van blijft wegkijken, aanvaardt de trend naar meer onvrijheid, minder democratie en de steeds toenemende inperking van (vrouwen)rechten… en ondermijnt elke menselijke waardigheid.

 

(1)Machteld Zee, in haar doctoraal proefschrift: Heilige Identiteiten Zee, p. 37-38 –
ook Koran 2:282
(2) Machteld Zee, Heilige Identiteiten, p. 66-67
(2) ibid., p. 11
(3) ibid, p. 185

Onder deze schrijversnaam maakt Ann Moella deel uit van een Pajots bloggersduo "Moella & Verweer". Opgeleid als communicatiewetenschappers - vrij van elk dogma - willen zij het fake 'politiek correcte' denken doorprikken. Het waarnemen van 'framing' fenomenen genereert 'mixed feelings': van vermakelijk tot verontwaardiging.

Meer van Ann Moella

Oikofobie is geen lege doos, maar een bestaande realiteit. Deugkampioenen mogen roepen dat het niet bestaat. Ze sluiten zo diversiteit uit.

Commentaren en reacties