Donderdag 16 september trad Sigrid Kaag, politiek leider van het links-liberale D66, af als minister van Buitenlandse Zaken, na een aangenomen motie van afkeuring. Woensdag en donderdag waren zij en defensieminister Ank Bijleveld (CDA, christendemocratisch) door de Tweede Kamer ter verantwoording geroepen vanwege de chaotisch verlopen terugtrekking uit Afghanistan. De sociaaldemocratische PvdA diende de motie in. Met steun van de orthodox-protestantse ChristenUnie – onderdeel van de ontslagnemende regering – was daarvoor een meerderheid. Commentatoren hadden dat niet zien aankomen. Ondergetekende…
Niet ingelogd - Plus artikel - log in of neem een gratis maandabonnement
Uw Abonnement is (bijna) verlopen (of uw browser moet bijgewerkt worden)
Uw (proef)abonnement is verlopen (of uw browser weet nog niet van de vernieuwing)
Donderdag 16 september trad Sigrid Kaag, politiek leider van het links-liberale D66, af als minister van Buitenlandse Zaken, na een aangenomen motie van afkeuring. Woensdag en donderdag waren zij en defensieminister Ank Bijleveld (CDA, christendemocratisch) door de Tweede Kamer ter verantwoording geroepen vanwege de chaotisch verlopen terugtrekking uit Afghanistan.
De sociaaldemocratische PvdA diende de motie in. Met steun van de orthodox-protestantse ChristenUnie – onderdeel van de ontslagnemende regering – was daarvoor een meerderheid. Commentatoren hadden dat niet zien aankomen. Ondergetekende evenmin.
Motie van afkeuring
Simpel uitgelegd, is een motie van wantrouwen een rode kaart en een motie van afkeuring een gele. Stemt een meerderheid van de Kamer in met een motie van wantrouwen, dan moet de betreffende minister opstappen. Het beleid en de politiek verantwoordelijke bewindspersoon zijn afgekeurd. Een motie van afkeuring is een laatste waarschuwing. Het beleid wordt afgekeurd, de bewindspersoon krijgt nog een kans.
Begin april nam de Tweede Kamer een motie van afkeuring aan tegen premier Mark Rutte. Alleen zijn eigen partij, de rechts-liberale VVD stemde tegen. Daarbij verklaarde Kaag dat zij in zo’n geval de eer aan zichzelf zou houden. Waardoor ze dus niet zonder verlies van gezicht en gezag aan had kunnen blijven. Op eigen zwaard gevallen, zeg maar.
Een andere interpretatie is ook mogelijk. In tegenstelling tot anderen, aanvaardt Kaag wél de gevolgen. Had Kaag afgelopen april die uitspraken niet gedaan, dan was haar aftreden inderdaad een voorbeeld geweest van een nieuwe bestuurscultuur. Alleen: nu was het geen principiële keuze, maar schadebeperking.
D66 tegenover ChristenUnie en SGP
De twee orthodox-protestantse partijen, ChristenUnie (5 zetels) en SGP (3 zetels) stellen zich bij voorkeur constructief op. Daar komt bij dat de ChristenUnie vier jaar met D66 in de regering zat en dat de SGP al vanaf 2010 de diverse kabinetten-Rutte steunt.
Voor een beter begrip van het laatste: niet één coalitie van Rutte had een meerderheid in de Eerste Kamer (Senaat). Daar is Rutte altijd afhankelijk geweest van steun van andere partijen. De SGP gaf die steun altijd. D66 maakte geen deel uit van Rutte II (VVD-PvdA), maar steunde het doorgaans wel. Hier lag een basis voor D66-regeringsdeelname in 2017. Waarom steunden de twee partijen nu de oppositie?
D66 is uitgesproken seculier. Afgelopen maart (op het moment van schrijven precies een half jaar geleden) werd zij tweede partij, met een winst van 5 zetels tegenover ‘slechts’ 2 bij de grootste partij VVD. Sindsdien vertoont D66 geldingsdrang.
D66 staat haaks op de confessionele partijen – het CDA inbegrepen – als het gaat om medisch-ethische kwesties. Juist op die dossiers wil D66 nu doordrukken, nadat ze tijdens Rutte III in de ijskast lagen, als tegemoetkoming aan coalitiepartners CDA en ChristenUnie.
ChristenUnie is kleiner dan het CDA en strenger in de (protestants-christelijke) leer. D66 en ChristenUnie vinden elkaar op klimaat, vluchtelingen en duurzaamheid. Nu drukt de eerste de laatste uit de regering ‘als het naar de sloop dirigeren van een roestige auto.’
Selectief geheugen
Rutte III is de eerste regering sinds 1998 die zetels won bij verkiezingen, een stukje parlementaire geschiedenis. In 1998 betrof het Paars I, bestaande uit PvdA, VVD, D66. D66 verloor, de overige twee hadden voldoende zetels om met twee partijen verder te regeren, maar bleven trouw aan de kleinste coalitiepartner.
Vanaf 1998 verloor D66, als alle niveaus opgeteld worden, tien keer achter elkaar. De tiende keer, november 2006, kromp ze tot 3 zetels. Afgelopen maart was de partij voor het eerst weer op het hoogtepunt van 1994: 24 zetels. Sindsdien lijkt de partij in de greep van een besloten groepje vertrouwelingen rondom Kaag, dat op fundamentalistisch links-liberale ramkoers ligt. Gematigde partijprominenten verdwijnen uit beeld.
Kees van der Staaij
Vorige week maandag hield Kaag de jaarlijkse H.J. Schoo-lezing, een initiatief van Elsevier Weekblad. Daarin hekelde ze de Haagse bestuurscultuur van kopjes koffie drinken en ritselen. Dit werd uitgelegd als een persoonlijke sneer naar Rutte.
Koe kan politiek – of het nu op gemeentelijk of (inter)nationaal vlak is – bedreven worden zónder persoonlijke contacten en het sluiten van deals? In de Kamer was het SGP-leider Kees van der Staaij die de vraag stelde. Investeren in de relatie, zacht zijn op de persoon, hard op de inhoud, was dat niet eigen aan de diplomatie? Waarop oud-diplomate Kaag antwoordde graag een afspraak te maken om uit te leggen wat diplomatie inhield. Vrij vertaald: buiten Urk begint de wereld van de grote mensen.
Van der Staaij vertegenwoordigt een partij die al tien jaar onmisbaar is voor meerderheden in de Senaat. Hij is een van slechts drie Kamerleden die zetelen vanaf 1998. Hij wordt breed gerespecteerd vanwege zijn constructieve houding en zijn kennis van het staatsrecht.
Geen politica
Het valt commentatoren al jaren op dat Kaag weinig opheeft met het politieke handwerk. Had ze een wet door de Tweede kamer gekregen, deed ze niet de moeite die ook in de Eerste Kamer te verdedigen. Ze werd minister in 2017, maar knoopte geen contacten aan met politici van andere partijen.
Om die reden wekte het verbazing toen in 2020 het verhaal ging dat zij lijsttrekker kon worden. Eerste vereiste van een premier is een regering vormen, tweede is die vervolgens bij elkaar houden. Pagina 4 van de Telegraaf van 17 september belichtte haar loopbaan. Ze lijkt alvast affiniteit te hebben met politiek. Of met mensen. Vorige week verklaarde ze, nota bene in de Tweede Kamer, buiten haar familie nauwelijks mensen te vertrouwen.
Tijdens de formatie kunnen demissionaire bewindslieden gelijktijdig Kamerlid zijn. Nu is zij enkel nog Kamerlid. Zal haar dat wel bevallen?
Nederland gaat België overtreffen in surrealisme. Dit weekend brengt huidig informateur Johan Remkes met de leiders van de drie grootste partijen (VVD, D66, CDA) en hun secondanten door in een villa in Hilversum. Rutte en Kaag aan één ontbijttafel. Thee in plaats van koffie?