Toen Sinterklaas nog niet bestond

Toen Sinterklaas nog niet bestond,
wie bracht toen speelgoed en pakjes rond?

Wel, Mama breide, Pa knutselde wat
en daar gingen ze mee op het nachtelijk pad.

Voorwaar, dat was geen kleinigheid!
Voor daklopen waren zij niet opgeleid.

Gelukkig dat toen een Goedheilige Man
te paard op een schip uit Spanje kwam.

Hij nam de taak van de arme ouders
te saam met het speelgoed op zijn schouders.

En nachtenlang reed hij van dak op dak
en strooide lekkers uit een gewijde zak.

En Piet, zijn handige adjudant,
strooide mee met gulle hand

En hij kroop in de schouwen, bovendien,
(hij was daarna niet om aan te zien!)

En hij droeg daar bij nog allerlei:
Koekjes en frisco’s en  kandij,

poppen en beren in bonte kledij
en dieren uit bos en boerderij

en een blokfluit, een trom of een schalmei
en een voetbal, met een paar schoenen bij.

Ja, en een bouwplan voor een vliegmachien
met wel een motor of negen of tien,

en een ruimtevaartpak
en een raket.
Dat alles in een reusachtig net.
Toch viel  hij nooit eens van het dak!

Wat leren wij nu uit dit verhaal?
Vroeger deden pa en ma dit allemaal.

Maar nu is het een Goede Daad
van Sinterklaas.
Want Hij bestáát!

Wat zeg je? Misschien?
Ik heb hem zelf gezien!

En volgend jaar komt hij vanheir.
Kijk uit: hij gelijkt op Jan Decleir!