JavaScript is required for this website to work.
post

Sorry dat ik nog Pardon zeg

Gaston Durnez16/11/2016Leestijd 2 minuten

Toen de Vlamingen ‘pardon’ inruilden voor ‘sorry’ …

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Ja, excuseer, ik zeg nog bijna altijd Pardon als ik Sorry wil zeggen ! Het behoort tot mijn tweede natuur. De pardons vliegen er uit voor ik het weet. Soms kijken de mensen ervan op, ze zijn dat niet meer gewoon. Alsof iemand in een Vlaams televisiefeuilleton plotseling ABN zou spreken.

Ach, ik behoor tot de uitstervende Pardon-generatie.

Wij zijn nog uit de tijd van de Savoir Vivre, zei een oude kameraad mij. Onze generatie liep nog school (áls ze liep) toen een deftige burger van ons Koninkrijk de tweede landstaal als de eerste moest gebruiken, ‘omdat je met Frans overal kunt komen’. Net zoals je met de hoed in de hand doorheen het ganse land kon reizen. Wie Frans kende, kende ook ‘les bonnes manières’ en kon, als het een vrouw was, piano spelen. Wij leerden beleefd Pardon zeggen als wij ‘par malheur’ op iemands tenen trapten. Flaminganten vroegen in dat geval wel eens ‘verschoning’, maar daar moesten de Hollanders heel hard om lachen. Zij informeerden met een glimlach, of wij misschien schoon ondergoed nodig hadden.

Een mens van onze generatie werd geacht ‘zijn Frans’ zo goed te kennen als ‘zijn Vlaams’. Men bedoelde: beter kennen. Het was dan ook werkelijk ‘zijn’ Frans. Vlamingen die zich niet zo zeker voelden van hun zaak, begonnen een Franse conversatie met een schuchtere verontschuldiging: ‘Pardonnez- moi mon accent…’  Zelden hoorde ik een Vlaming pardon vragen voor het accent van ‘zijn’ Nederlands. Ons accent maakte deel uit van ons erfgoed en daar gaven wij ons zelf graag een generaal pardon voor.

(Dat doet mij, tussen haakjes, denken aan de anekdote van de Antwerpenaar die een compliment kreeg van een Fransman: ‘Mais, monsieur, vous avez un accent impeccable, sans la moindre trace de Français’. Het is een belegen mop , ik weet het, maar ze doet het nog altijd, in een vriendenkring van mijn generatie. Franse moppen zijn zeldzaam geworden in Vlaanderen. Onze grappen komen nu van Stand Up Comedians.

Nee, tegenwoordig komt een mens niet meer overal met zijn Frans. Gelukkig nog wel in Frankrijk. Althans in die streken van het zonnige land waar nog geen Engelse enclaves bestaan. Engelsen kunnen grote francofielen zijn en jaren in de Provence leven, zonder ‘hun’ Frans te leren.

Wanneer is het tijdperk van Pardon overgegaan in dat van Sorry? Had de grote woordenwissel te maken met de Vrije Wereldhandel? Ik realiseerde mij hoe snel de achteruitgang van het Frans bij ons vooruit ging, toen een van mijn zonen, nu al een mooie tijd geleden, ‘economie ging doen’. Vaderlijk bezorgd raadde ik de jongeling aan, tussendoor toch ook ‘zijn Frans te verzorgen’, maar hij liet mij zijn studieboeken zien: ‘In deze wereld moet je geen Frans kennen’, zei hij. En hij gaf mij glimlachend les over de London School of Economics en over de nieuwste theorieën van Amerikaanse wetenschappers. 

Sorry, toch vroeg ik mij af, of de scheidslijn ook niet ergens in de jaren zeventig van de vorige eeuw werd getrokken, kort nadat de studenten op hun manifestaties We shall overcome begonnen te zingen, en toen zij Albrecht Rodenbach vervingen door Bob Dylan. Dat was de tijd van de eentalig Franse rector van Leuven en le très grand Bruxelles, toen onze bisschoppen ordonnance vertaalden als verordening, een woord dat zo sterk aan Duitse tijden deed denken, dat het land er van bibberde.

Pardon? Dat zegt u niets meer? Ik dacht het wel, het is dan ook Vlaamse geschiedenis.

 

 

 

Gaston Durnez (1928) is dichter, proza- en cursiefjesschrijver en journalist. Hij was heel zijn professionele leven verbonden aan de krant De Standaard, waarvan hij de tweedelige geschiedenis schreef, naast tientallen andere boeken. Tevens is hij oud-redacteur van Ons Erfdeel.

Meer van Gaston Durnez

De tentoonstelling van Adriaen Brouwer in Oudenaarde bevalt Gaston Durnez zeer, en hij brengt nog een andere Vlaamse meester in herinnering.

Commentaren en reacties