JavaScript is required for this website to work.
Communautair

Hier spreekt men Nederlands

Taalwetten blijven belangrijk

Pieter Bauwens21/9/2019Leestijd 4 minuten

En plots is in België de taalpolitiek terug van nooit weggeweest, van Asse tot de Raad van State en de topambtenaren.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

En hop, plots komt de taalpolitiek opnieuw naar boven. Asse verplicht marktkramers om Nederlands te gebruiken, de taalwet in gerechtszaken is vernietigd en de functionele tweetaligheid dreigt slachtoffers te maken. Zelfs een kosmopoliet zou er zijn/haar slaap voor laten.

Nederlands op de markt

In Asse heeft de gemeenteraad het marktreglement aangepast, de schriftelijke communicatie moet in het Nederlands. Voor mondelinge communicatie wordt gevraagd om eerst het Nederlands te gebruiken. Als reden geeft het gemeentebestuur van Asse op dat er steeds meer nieuwe inwoners uit de hoofdstad in Asse komen wonen en het bestuur wil het gebruik van het Nederlands aanmoedigen. Lees: de ingeweken Brusselaars spreken overal in Asse Frans, alsof ze nog in Brussel wonen.

Dat de N-VA (samen met CD&V) Asse bestuurt, zal wel geholpen hebben om kosmopolitisch links in de twittergordijnen te jagen. Een schande en bekrompen is het nieuwe reglement. Wie kent nu geen Frans, dat is toch allemaal geen probleem? Geen twitteraar die rekening houdt met de gewone Assenaar die een heel leven hard gewerkt heeft, geen andere taal kent, en eens per week naar de markt wil om inkopen te doen, graag in de eigen taal. Geen twitteraar die zich afvraagt waar dat gevoel van vervreemding van de eigen omgeving vandaan komt. Een kosmopoliet is overal thuis.

Op twitter krijg je de indruk dat we terug gaan naar de tijd van de Belgische ‘taalvrijheid’ als recht van de sterkste. Het recht van de taalsterkste, verdedigd door de vaandeldragers van de liberale democratie. Uiteraard opgediend met een stevige portie afkeer voor mogelijke identiteitspolitiek. Niet de kleine man en zeker niet een bevolkingsgroep, maar de elitaire enkeling bepaalt de taal, zijn taal. De hoogopgeleide stadsbewoner kon nog eens lachen met die boeren die enkel ‘Vloms’ klappen. En zich verheven voelen.

Functionele tweetaligheid

Veel stiller vergaat het volgend dossier. In 2016 kwam er eindelijk een regeling voor de functionele tweetaligheid van topambtenaren. De verplichting voor ambtenaren die anderen, in de beide talen, moeten evalueren om te bewijzen dat ze de andere taal machtig zijn. Iets dat al in 2002 Belgisch afgesproken was, ‘maar nooit geregeld geraakt was’. U begrijpt me wel.

Het lukte het kabinet van minister van ambtenarenzaken Steven Vandeput (N-VA) om die regeling door de woelige Belgische wateren te leiden. Eens de wet van kracht was, kregen nieuwe mandaathouders zes maanden om de test af te leggen, zittende topambtenaren 2,5 jaar de tijd om een speciaal voor de wet ontwikkeld taalexamen af te leggen. Die periode loopt af op 31 oktober 2019.

Op dit moment zijn er veertien topambtenaren, zeven Franstaligen en zeven Nederlandstaligen, nog niet geslaagd voor dat examen. Eerder hebben we op Doorbraak al gemeld dat één topambtenaar is moeten aftreden omdat hij niet binnen de termijn slaagde. Dat zijn goed opgeleide, van diploma’s voorziene topambtenaren, die niet eens een officieel taalexamen, met de bekende officiële taalniveaus moeten afleggen. Maar de eerste resultaten van die proeven waren niet schitterend (de cijfers staan in het artikel), ondanks de begeleiding die ze krijgen om de testen voor te bereiden.

De talenkennis van de — kosmopolitische — elite valt blijkbaar toch wat tegen. Gelukkig heeft minister Sophie Wilmès (MR) aan de krant L’Echo  gezegd dat uitstel niet aan de orde is. De Nederlandstalige partijen letten maar beter op dat het niet stoemelings op de onderhandelingstafel komt.

Taalwet in gerechtszaken

Want zo stoemelings werd, net voor de zomer van 2018, de wet op de taal in gerechtszaken in de vuilbak gekieperd. De Vlaamse parlementsleden (inclusief N-VA) leken het niet te beseffen, hoewel gewaarschuwd door Vuye en Wouters. Een ‘vereenvoudiging’ om de werklast van rechters te verkleinen en de draagwijdte van procedurefouten te verminderen, zorgde ervoor dat je overal in Vlaanderen in gelijk welke taal rechtshandelingen kon stellen, zolang de tegenpartij niet kon aantonen dat ze daardoor benadeeld was. De wet was gestemd en voor een ‘reparatiewet was geen meerderheid’. De taalwet op gerechtszaken, een fel bevochten realisatie van Vlaamse Bewegers in 1935, het recht om in eigen taal een proces te krijgen? Hop, zomaar weg. Oeps.

De Orde van Vlaamse Balies tekende protest aan tegen de wet bij het Grondwettelijk Hof, dat de bepaling vernietigde. Volgens het Hof kan de nieuwe bepaling ertoe leiden dat een rechter een uitspraak moet doen op basis van gerechtsstukken die een rechter niet begrijpt. Dat schendt het recht op een eerlijk proces. Nog goed dat er een Grondwettelijk Hof bestaat als rugdekking als je parlementsleden je in de steek laten.

Trouwens, niemand op twitter vond dat die rechters toch allemaal Frans, Engels en Duits moesten kunnen en dat er toch geen probleem kan zijn omdat we allemaal meertalig zijn. Dat taalwetten ouderwets zijn in een geglobaliseerde wereld. Zoiets.

Vraag

Mogen we de Vlaamse, Nederlandstalige, parlementsleden vragen om goed op te letten in de volgende legislatuur? Justitieminister Koen Geens (CD&V) liet al weten dat het Grondwettelijk Hof hem een uitweg laat om niet meer de nietigheid uit te spreken bij gebruik van een andere taal… opletten dat de remedie niet erger wordt dan de kwaal.

En laat ons niet vergeten, we hebben recht op een proces in het Nederlands in Vlaanderen en houden dat best zo. Net zoals topambtenaren die moeten evalueren in twee talen een bewijs moeten hebben dat ze ook echt twee talen machtig zijn. Je zou verwachten dat tweetaligheid van topambtenaren in 2019 een verworvenheid was. En ja, zo mag de gewone man in Asse desnoods wettelijk hulp krijgen om in het Nederlands aan te kopen op de plaatselijke markt én het Nederlandstalig karakter van de gemeente te bewaren. ‘Honi soit qui mal y pense’.


Update: een eerdere versie van dit Standpunt vermeldde dat de Raad van State de bepaling vernietigde. Dat gebeurde echter door het Grondwettelijk Hof. De vergissing werd rechtgezet.

Pieter Bauwens is sinds 2010 hoofdredacteur van Doorbraak. Journalistiek heeft hij oog voor communautaire politiek, Vlaamse beweging, vervolgde christenen en religie.

Commentaren en reacties