JavaScript is required for this website to work.
Media

Verboden te benoemen / becijferen

Klaas Cobbaut31/1/2018Leestijd 3 minuten
Taboes

Taboes

foto © Reporters

Wat kan je nu tegen ‘dromers’ hebben? En waarom zou je de kost van mensen willen berekenen? Moet iedereen een links taboe volgen, of ontsnappen we niet meer aan de framing?

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Herinnert u zich nog dat ene jaar, toen iedereen vond dat verkiezingsprogramma’s integraal berekend moesten worden? Ongetwijfeld verschijnen er in de aanloop naar de verkiezingen van oktober 2018 en mei 2019 opnieuw een heleboel oproepen om alles correct te becijferen. Krantencommentatoren wijden daar graag strenge stukjes aan – dat staat wel netjes in die middens.

Hoewel. Niet álles moet (of mag) becijferd worden. Wie de kostprijs van immigratie in kaart wil brengen, wordt nog altijd afgeschilderd als een halve nazi. ‘We gaan toch niet beginnen met te berekenen wat mensen kosten?‘, zo verwoordde CD&V-voorzitter Wouter Beke het politiek correcte sentiment du jour (in De Tijd). Volgens die redenering mag je trouwens ook niet reppen over de betaalbaarheid van pakweg pensioenen.

Zoals het was bij de transfers naar Wallonië, zo is het nu blijkbaar ook met immigratie. Kosten noch moeite. Alle trucjes worden uit de kast gehaald om de kostprijs maximaal te minimaliseren. Kritische stemmen worden in de ban geslagen. Een kniesoor die nog vragen stelt bij de kostprijs van nieuwkomers, die moeizaam (of helemaal niet) integreren en ook na verschillende generaties oververtegenwoordigd blijven in alle negatieve statistieken: schooluitval, werkloosheid, criminaliteit. Op Doorbraak kan je zo een kniesoor gelukkig wél nog lezen.

Leve de Dromers

Niet alleen cijfers zijn taboe: er worden ook nog steeds woorden toegevoegd aan de immer langere Verbodslijst van de Linkerzijde. Na onder meer ‘gastarbeider’, ‘vreemdeling’ en ‘allochtoon’ moet nu ook ‘illegaal’ eraan geloven. Vroeger was ‘Geen mens is illegaal‘ alleen maar zo’n holle kreet die je weleens op de toiletdeur van een studentenaula las. Tegenwoordig vinden ook héél serieuze journalisten dat je mensen toch zeker niet illegaal mag noemen.

Eén troost hebben we: in Amerika is het nog erger. Daar slaan Democraten hun Republikeinse rivalen om de oren met de term ‘Dreamers‘, uitgevonden voor illegalen die op minderjarige leeftijd naar de VS gekomen zijn. Het woord ‘Dromers‘ is ontworpen om instemming met een bepaald immigratiestandpunt af te dwingen.  Je moet immers wel koud en harteloos zijn om ‘dromers’ iets te ontzeggen. ‘Dreamers‘ wil het pro-migratie standpunt verabsoluteren, zonder er zelfs maar argumenten voor te geven.

Orwell leeft, minstens in de Verenigde Staten. Nadat de Democraten (terecht) kritiek hadden op Orwelliaanse benamingen zoals de ‘Freedom Act’ (opvolger van de even wraakroepende ‘Patriot Act’), doen ze nu net hetzelfde: ‘illegaliteit’ verpakken als een droom die iedere burger maar moet delen. Zo worden de Amerikaanse landsgrenzen willens nillens gedevalueerd tot vervelende obstakels die de ‘dromers’ onder ons in de weg zitten. Het zal niet verbazen dat bijvoorbeeld de VRT in de Amerika-verslaggeving het frame ‘Dreamers‘ vlotjes overneemt.

Taalstrijd met gevolgen

Veel mensen zeggen: wie niet links is, moet zich niets aantrekken van linkse taboes. Als de Linkerzijde allergisch is voor cijfers, dan moet dat de Rechterzijde niet tegenhouden om die cijfers maximaal uit te spelen. Evenmin is Rechts gebonden door de semantische smetvrees van Links. Maar zo simpel is het natuurlijk niet. (Centrum-)linkse journalisten zijn de letterzetters van het publieke debat. Wat in die politieke correcte milieus allemaal voor de bijl moet, verdwijnt vroeg of laat helemaal uit de maatschappelijke conversatie.

Dit is geen vrijblijvend taalspel. Als je niet meer mag spreken over ‘illegalen’ en ‘illegaliteit’, dan gom je in het dagelijks taalgebruik onze grenzen weg. Dan sneuvelt de laatste notie van nationale soevereiniteit.  Dan benoem je niet meer dat illegalen wel degelijk onze wetten breken. Want dan doen ze natuurlijk, hoezeer je het ook probeert weg te rationaliseren. Ook dit soort grensoverschrijdend gedrag moet benoemd worden – en niet met verhullende termen (’transmigranten’) of melige propaganda (‘dromers’).

Dit is wellicht een verloren strijd, maar toch: laat u toch niet zo taalkundig intimideren.

Klaas Cobbaut (1979) is ambtenaar. Hij heeft weleens gehoord dat zijn thuisstad Aalst niet de mooiste plek ter wereld is, maar dat doet hij af als laster van jaloerse kwatongen. Vanuit zijn ajuinenstad overschouwt hij lokale en vaderlandse politiek.

Commentaren en reacties