JavaScript is required for this website to work.
post

Topdokter met topidee: Tessa Kerre wil kunst aan het ziekbed

Jürgen Pieters23/3/2022Leestijd 4 minuten
Dokter Tessa Kerre.

Dokter Tessa Kerre.

foto © UZ Gent

Tessa Kerre is zowel dokter als kunstliefhebber. En die twee zijn nu net wat sommigen nodig hebben in momenten van lijden.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Onlangs maakte een vriend zich terecht vrolijk over de neiging van de media om alles en iedereen ‘top’ te vinden. Wie in de rechtbank een toga draagt én op tv komt, is een topadvocaat of een topmagistraat. Als aan de kust de zon een paar uur schijnt op zaterdag en/of zondag hebben we een topweekend. En op zondagavond valt er op onze zenders altijd ergens wel een topserie te bekijken. Als de ene voorbij is, staat de andere al klaar. Met een topcast, dat spreekt.

Verzorgers van de ziel

Point taken. Maar toch: in sommige gevallen is het tot epitheton verworden voorvoegsel wel terecht. Neem nu de serie ‘Topdokters’ die op Play Vier loopt. Daarin figureerde een paar jaar geleden de Gentse hematologe Tessa Kerre. Een krak in haar vak, welbespraakt, enthousiasmerend, toonbeeld van empathie en mens onder de mensen. Gewoonweg top, echt.

Vorig jaar verscheen van Kerres hand bij uitgeverij Lannoo ‘Immuun voor kanker‘. Verhalen over wetenschap, mensen en verbeelding. De ondertitel van het boek vat een en ander goed samen: Kerre is ervan overtuigd dat in de behandeling van de ziekte de mens centraal moet staan en dat die behandeling niet alleen een bestrijding van symptomen en fysieke oorzaken moet inhouden. Dokters zijn geen garagisten van het lichaam volgens Kerre. Ze zijn verzorgers van de ziel. Dokters gaan met mensen om en ook wanneer die mensen zeer ziek zijn, blijven ze wezens met verlangens, gevoelens en bezorgdheden.

Narrative medicine

In ‘Immuun voor kanker’ vertelt Kerre in de eerste plaats de verhalen van haar patiënten. Ze doet eigenlijk aan wat men in het Engels narrative medicine noemt: een vorm van zorg die de ervaring en het verhaal van de patiënt centraal stelt. In die verhalen vindt men immers wat patiënten voelen, denken en vrezen. Cijfers van bloedwaarden laten dat alles niet zien.

Dokters moeten natuurlijk in staat zijn om bloedwaarden accuraat te interpreteren. Maar ze moeten even zo goed het verhaal van hun patiënten kunnen lezen. In veel internationale opleidingen geneeskunde wordt die vaardigheid intussen structureel ingebouwd. In Vlaanderen is dat vooralsnog minder het geval. Kerre pleit er niet expliciet voor om dat te veranderen, maar impliciet leest ‘Immuun voor kanker’ in elk geval als een apologie voor de narratieve geneeskunde.

Helende kunst

Onlangs verscheen bij de Gentse Academia Press (een imprint van Lannoo) een nieuw boek van de bijzonder actieve Kerre. ‘Kunst op voorschrift’: een bevlogen essay van een kleine honderd pagina’s. Kerre vertelt weer verhalen: niet alleen over haar eigen liefde voor de kunst (het resultaat van een warme opvoeding), maar ook verhalen die aangeven hoe kunstwerken kunnen worden ingezet in de zorg.

Een van de meest beklijvende verhalen in ‘Kunst op voorschrift’ is dat van Astrid, een patiënte met leukemie die in een kunsthandel werkte en zich ook in haar isolatiekamer in het Gentse UZ met kunstwerken wou omringen. Bij de zoveelste behandeling (stamceltransplantatie) had Astrid vier maand lang een werk van Honoré d’O bij zich: 9 smiling faces of healing – Chinese poppetjes die kinderliedjes speelden en zo de klinische kamer van Astrid omtoverden tot een plek die ze de hare kon noemen.

Muziek voor de ziel

Toen Astrid door een complicatie op intensieve zorgen belandde, smokkelden haar vrienden het kunstwerk mee naar de kamer waar hun vriendin een tijdlang in coma lag – onbeweeglijk, schijnbaar onbewogen, maar wel omringd door schoonheid en kunst.

Er is ook het verhaal van An, die erg graag naar cellomuziek luisterde en het instrument zelf ook bespeelde. Dokter Kerre zorgde ervoor dat een jonge muziekstudent voor haar uit de cellosuites van Bach aan het ziekbed kwam spelen. Anders dan Astrid haalde An het niet, maar haar naasten getuigen hoe het privéconcert van de jongeman voor haar een van de mooiste momenten was uit haar laatste levensweken.

Kunst aan bed

‘Kunst aan bed’ noemt Tessa Kerre haar project, een droom die ze met overtuiging niet alleen verwoordt maar ook realiseert. En ze is met haar dromen en overtuiging niet alleen: over heel de wereld doet men onderzoek naar nut en inzetbaarheid van kunsttherapie in de zorg: muziek, literatuur, beeldende kunst, theater.

Dat steunt op verschillende premissen. Dat kunst ervaringen van schoonheid biedt en dat die in momenten van lijden nodig zijn. Dat kunst de mens zowel geestelijk als lichamelijk beroert (een mooi schilderij kan onze geest openen, maar ons ook kippenvel bezorgen). En vooral, dat kunst verbindend werkt: als we een boek lezen of een film bekijken, voelen we ons verbonden met de personages, als we naar muziek luisteren ervaren we een band met wie die muziek maakt.

Infectiegevaar

In ‘Wat is kunst?’ (1898) noemt Tolstoj kunst ‘besmettelijk’. De term is bewust dubbelzinnig: de auteur van ‘Oorlog en vrede’ bedoelt er in de eerste plaats mee dat goede kunst het vermogen heeft om ideeën van mens op mens over te brengen. De schrijver formuleert gedachten en uitdrukkingen van gevoelens en de lezer neemt die over. Het gaat bij goede kunst om een positief infectieproces, waar iedereen beter van wordt.

Maar kunst kan ook in de negatieve zin van het woord besmettelijk zijn en meer kwaad dan goed aanrichten. Het voorbeeld bij uitstek is de titelheldin van Flauberts Madame Bovary: de overdosis literatuur die ze tot zich neemt, leidt tot haar zelfmoord. Wat voor sommigen een medicijn is, is voor de jonge Emma puur venijn. Bij de oude Grieken had het woord farmakon niet toevallig die dubbele betekenis: geneesmiddel én vergif.

Jazeker

In ‘Kunst op voorschrift’ komt de giftige keerzijde van het artistieke medicijn logischerwijze minder aan bod. Bij Kerre is kunst doorgaans helend – misschien niet per definitie, maar wel voor de dokter die vanzelfsprekend moet weten wat goed is voor de patiënt. Het blijft in de literatuur over de kunsttherapie nog een beetje een blinde vlek: welke kunstwerken zijn goed voor wie in welke omstandigheden?

Tessa Kerre geeft met haar essay een belangrijke voorzet, die beleidsmakers hopelijk kan inspireren tot verdere reflectie en daadkracht. Ons woord ‘hospitaal’ heeft dezelfde etymologie als ‘hospitalité’, ‘gastvrijheid’. Kunnen onze ‘gasthuizen’ warmere plekken zijn dan nu doorgaans het klinische geval is? En kan de kunst daar een rol in spelen? Tessa Kerre zegt op beide vragen volmondig en heel overtuigend ‘jazeker’. Topvrouw.

Jürgen Pieters doceert literatuurwetenschap en 'Creative criticism' aan de Universiteit Gent. Recent verschenen 'Literature and Consolation' (Edinburgh University Press) en 'Een boekje troost' (Borgerhoff & Lamberigts). Hij werkt aan een nieuw boek over lezen in contexten van zorg.

Commentaren en reacties