JavaScript is required for this website to work.
post

Tijd om het Defensiebeleid te depolitiseren

Gun ons leger een stabiele langetermijnsvisie

Daniël Walraeve20/11/2015Leestijd 2 minuten

Wie in de toekomst een inzetbaar Belgisch leger wil, moet het militaire apparaat ver weg houden van de dagjespolitiek. 

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Iedereen is het vergeten, maar vrijdag 13 november 2015 begon met kritiek op te veel steun aan Frankrijk. In een opiniestuk in De Standaard plaatste professor Internationaal Recht Tom Ruys vraagtekens bij de nieuwe missie van het Belgisch fregat Leopold I, dat door de federale regering naar de Perziche Golf gestuurd werd om het Franse vliegdekschip Charles De Gaulle te escorteren. Uren later barste de hel los in Parijs, en niemand stelde nog vragen bij solidariteit met onze Franse bondgenoot. 

Terwijl Europa wordt uitgedaagd door uiterst gewelddadige islamisten, bekvechten we in België nog steeds over de toekomst van ons leger. Er bestaat geen politieke consensus over de omvang van de strijdkrachten, over het te voeren investeringsbeleid, over de missies die Belgische troepen moeten ondersteunen. Sommige stemmen ter linkerzijde willen het Belgisch leger reduceren tot een soort Civiele Bescherming in kaki-kleuren. De centrumrechtse regering blijft evenzeer worstelen met de Defensieplannen van minister Steven Vandeput. Al die tijd krijgt de legertop geen kans om een stabiele langetermijnsvisie uit te stippelen. 

In Nederland wil men het debat over Defensie uit het vaarwater van de partijpolitiek halen. De Defensiebegroting zou in de toekomst geen deel meer uitmaken van een jaarlijks debat, en zelfs geen vast onderdeel meer zijn van de coalitieonderhandelingen. Naar het voorbeeld van landen als Zweden en Denemarken zouden de strijdkrachten een vaste tienjarenbegroting toebedeeld krijgen, die niet meer blootstaat aan politiek getouwtrek. Over de grenzen van meerderheid en oppositie zou er gezocht worden naar een breed en betrouwbaar platform, waarop het leger kan bouwen. 

Ook België moet het debat over Defensie dringend depolitiseren. Geef het leger duidelijkheid, helder perspectief en een stabiel budget. Alleen zo kan dit land weer strijdkrachten krijgen die de naam echt waard zijn. Onze generaals kunnen geen moderne en inzetbare troepenmacht op poten zetten als er bij elke begrotingsbespreking weer cruciale budgetten op het hakblok liggen. België zal nooit een betrouwbare bondgenoot zijn als steekvlampolitici elk akkefietje blijven aangrijpen om een boompje op te zetten over aankoopbeleid, kazernes en personeelspolitiek. We kunnen ons blijven verliezen in eeuwige discussies, of we kunnen het leger een echte kans geven om weer een serieuze speler te worden. 

De opkomst van Islamitische Staat heeft ons herinnerd aan de noodzaak van een inzetbaar leger. Het kalifaat in Syrië en Irak is een vijand die niet te bestrijden valt met diplomatie of ontwikkelingssamenwerking: alleen door de islamisten militair te verslaan, kan vrede in de Levant een echte kans krijgen. Het gaat ook niet om een ongrijpbaar netwerk van onzichtbare groupuscules: Islamitische Staat controleert een afgebakend grondgebied, dat perfect te bombarderen en veroveren is. Het is pijnlijk dat Europa naar de Verenigde Staten moet kijken, of een beroep moet doen op de moedige Pêşmerge uit Koerdistan: we zouden verdorie zelf een militair instrument moeten hebben om de duivel in onze achtertuin te bestrijden. 

De aanslagen in Parijs hebben meerderheid en minderheid in de federale Kamer dichterbij elkaar gebracht. De (soms vergaande) hervormingen van de regering Michel stuiten niet op groot verzet van de oppositie. Deze nieuwe (en wellicht tijdelijke) geest van samenwerking moet politici inspireren om ook militaire hervormingen door te drukken. Europa zal ook in de toekomst kwetsbaar blijven, maar we hoeven niet weerloos of tandenloos te zijn.

Daniël Walraeve (1988)  is het pseudoniem van een brave historicus die eigenlijk maar één onhebbelijk trekje heeft: hij is een onverbeterlijke consument van traditionele media. Elke dag leest hij zowat alle kranten en elke dag wordt hij dan weer vreselijk boos om een of ander editoriaal of ander naïef opiniestuk. Hij kan er zelf echt niets aan doen, tenzij er af en toe een stukje over plegen voor Doorbraak. Stokpaardjes zijn ideologie, identiteit en samenleven. 

Commentaren en reacties