Het mag een toontje lager, tandartsen!
Tandartsen kunnen stilaan vragen wat ze willen
Tandartskosten: Wat met het Single-Buyer Systeem?
foto © Reporters
De stijging van niet-geconventioneerde tandartsen wijst op de weigering van de overheid om gezondheidszorg los te zien van marktdenken.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementEerder deze week konden we lezen dat in Vlaanderen 45% van de tandartsen niet meer ‘geconventioneerd’ is. Ze kunnen dus vragen wat ze willen voor allerlei behandelingen. Een fenomeen dat we bij alle medische professionals waarnemen, van huisartsen tot chirurgen. Bovendien worden een behoorlijk aantal ingewikkelde en kostelijke procedures helemaal niet meer terugbetaald door de sociale zekerheid. Dat leidt tot vaak aanzienlijke kosten (tot 10.000 € of meer) bij jong en oud. Het is een probleem waar de mutualiteiten dan weer als parasieten zijn opgesprongen met een aanbod van aanvullende verzekeringen, vaak met erg beperkende voorwaarden. Blijkbaar vinden die instellingen dat dat hun taak is. Maar dat is een andere kwestie.
Single buyer-mechanisme
Onze sociale zekerheid is opgebouwd als een sociale verzekering. Iedereen draagt bij en iedereen heeft recht op behandeling onder dezelfde voorwaarden. Behalve parlementariërs natuurlijk, die voor zichzelf een uitzondering bedongen. Solidariteit is geen barmhartigheid maar welbegrepen eigenbelang. Het kan dus gebeuren dat de bijdragen voor de zorg in een bepaald jaar niet volstaan om de kosten te dekken. Dat is de laatste decennia de regel geworden. In die periode is ieder jaar tussen 30 en 50% van de zorgkost uit de algemene (belasting)middelen betaald om de rekening te doen kloppen. Nu is dat op zich misschien niet zo’n probleem. Goede zorg voor iedereen is ongetwijfeld een teken van beschaving en mag wat kosten, maar wel zolang iedereen het spelletje meespeelt.
Onze zorg is georganiseerd als een single buyer-mechanisme. De overheid koopt als monopolist de zorg in, dekt de financiering af, hoeveel die ook mag zijn (binnen de afgesproken grenzen). Ze garandeert kwalitatieve zorg voor iedereen. Om dat systeem te doen functioneren moeten er afspraken komen tussen koper en verstrekkers. In ons land gebeurt dat wat amateuristisch in een soort jaarlijks (of bij tandartsen meer-jaarlijks) overleg dat steeds meer lijkt op een Mexican stand-off.
Groeinorm
De overheid heeft zichzelf een jaarlijkse maximale groeinorm voor de zorgkosten opgelegd. Dat is op zich een prudente actie, ook al zou men meer rekening mogen houden met de redenen van die jaarlijkse groei en hun groeimodel daaraan aanpassen. De tandartsen zijn het al een tijdje zat. De andere medische specialisten en huisartsen eigenlijk ook. Voor de tandartsen is het niet goed genoeg: de tarieven moeten hoger en als de terugbetaling niet volgt dan is de m/v/x in de stoel degene die het verschil maar moet oppikken. De tandarts bepaalt het zelf wel, als echte ‘vrije beroeper’. Hij kan vragen wat hij wil en de overheid moet maar volgen. Doen ze dat niet dan is de extra kost voor de patiënt, die dit hele feestje toch al financiert via SZ-bijdragen en belastingen.
Single buyer is een spel van rechten en plichten
We zijn het in West-Europa misschien vergeten, maar wie zich daar uitgebreid wil aan laten herinneren moet zeker de recente en komende sessies van de Congressional Hearings in het US House of Representatives over het onderwerp maar eens online opzoeken. De VS denkt erover na om over te stappen van een systeem van private zorgverzekering met vele inkopers van zorg naar een single buyer-model naar West-Europees model (Medicare). Die denkoefening is ten dele het gevolg van het falen van Obamacare. Dat systeem zat qua doelstelling misschien goed in elkaar en was goed bedoeld, maar kende vele technische uitvoeringsfouten waardoor de premies onbetaalbaar werden en vele verzekeraars het systeem niet meer aanboden.
Door die hoorzittingen worden we eraan herinnerd dat het single buyer-mechanisme een verhaal is van rechten en plichten. De overheid zorgt voor de totale financiering (ongeacht hoeveel die is) op basis van de afgesproken tarieven en neemt het kredietrisico over van de ‘vrije beroepers’ in de zorg. Daartegenover staat dat elke inwoner mag genieten van de beste zorg. Wie beslist zichzelf buiten dat systeem te plaatsen en niet meer geconventioneerd is of wil worden, zou logischerwijze zijn recht op terugbetaling voor zijn prestaties verliezen en het dus als een echte private marktpartij zelf moeten rooien. Dat is in de VS bijvoorbeeld ook zo. Het zou snel afgelopen zijn met al die praatjesmakers als ze zouden merken wat de implicaties zijn van echt ondernemerschap. Zo kost een eigen tandartspraktijk toch al snel 100.000 euro aan investeringen. Regel het maar, zou ik zeggen!
De Block bokst op sociale zaken duidelijk boven haar gewicht
De burger-patiënt wordt in deze kwestie barslecht vertegenwoordigd. Maggie De Block laat het gebeuren. Ze wijst naar de beperkingen van de groeinorm in de zorg en zegt dat flink wat geld richting dure kankerbehandelingen is gegaan. Dat is allicht allemaal waar, maar ook evengoed naast de kwestie. Bij wet is sociale zaken verplicht tussen te komen als er in een bepaalde regio te weinig geconventioneerde (tand)artsen beschikbaar zijn. Dat is bij mijn weten nog niet gebeurd ondanks het ondertussen opgelopen aandeel van 45% niet-geconventioneerde tandartsen.
Verder kost het weinig moeite om de voordelen van het single buyer-mechanisme te koppelen aan de eis dat men de afgesproken tarieven volgt. Zo niet begeef je je op de private markt en moet je het zelf rooien. Maar niets van dat alles! De Block is de zoveelste liberaal die duidelijk geen enkel besef heeft van het feit dat marktwerking in de zorg niet werkt en niet kan werken. Maar ja, dat is haar wel zo ingefluisterd door die hijgerige types van Itinera. Die zien in alles een markt en lopen de deur plat op Sociale Zaken. Het is de zoveelste plek waar de overheid de burger in de kou laat staan.
Ook andere situaties zijn denkbaar in de zorg: neem De Blocks jarenlange weerstand tegen het oprichten van volksgezondheidscentra (waar ook tandartsen onder kunnen vallen). Het vrije beroep- statuut van medische zorgprofessionals krijgt altijd voorrang op de collectieve belangen verenigd in het single buyer-mechanisme.
Nederland op kop
De vereniging voor Vlaamse tandartsen (VVT) wijst naar buitenlandse situaties, met Nederland op kop. Daar is tandzorg uit de algehele private polis gehaald. Nu is die gedekt door een (vrijwillige) tandpolis en liggen de tarieven hoger. Wat ze niet vermelden is dat het systeem daar vastloopt. Sinds het invoeren van de aparte tandzorgpolis met eigen franchise, is het volume ingekochte tandzorg ernstig in verval. In de Maslow-piramide is tandzorg dan duidelijk geen levensnoodzakelijke dienst meer. De zorg wordt vaak onbeperkt uitgesteld, hoe onwenselijk dat dat misschien ook mag zijn. Dit doet denken aan de VS waar mensen allerlei soorten medische zorg uitstellen wegens geen, een slechte of beperkte dekking. Dit artikel had ik dus ook kunnen schrijven over ieder soort van medisch specialisme, van huisarts tot chirurg.
De ‘takers’ versus de ‘makers’
Er is een bredere problematiek aan het werk: de ’takers’ versus de ‘makers’ in de maatschappij. Studies tonen nu al even dat de totale waardecreatie in heel wat landen overwegend wordt weggekaapt door 3 beroepsgroepen (allen ‘takers’). Tot deze club behoren bankiers, advocaten en medische professionals. Takers zijn diegenen die waardecreatie afromen in een maatschappij. Die wordt in hoofdzaak gecreëerd door de ‘makers’ (ondernemers, bedrijven, werknemers, ja soms zelfs de overheid). We moeten er ernstig over waken dat de balans tussen die twee niet verloren gaat. Daar ziet het echter naar uit.
Als je ziet dat afgestudeerde artsen hun specialisme kiezen op basis van toekomstige verdiencapaciteit (wegens het kunnen stellen van veel technische en terugbetaalde prestaties op korte tijd) en pediaters en psychiaters onderaan de lijst voorkomen (je kan maar zoveel patiënten behandelen op 1 uur) zit er toch behoorlijk wat rot in dat systeem van terugbetaling per technische prestatie. Dat is iets waar de hogergenoemde volksgezondheidscentra een oplossing voor willen bieden.
Artsen als takers?
Ik hoor het u denken: artsen voegen toch ook waarde toe! Zeker, beter gezonde dan zieke mensen. Zorg levert echter geen waarde op die pecuniair kan worden omgezet om maatschappelijke systemen zoals zorg, onderwijs etcetera te financieren. En daar wringt het schoentje. Hetzelfde geldt voor advocaten en bankiers. Vandaar de kwalificatie als ‘takers’. Vanzelfsprekend zien ze dat zelf helemaal anders. Ik vrees dat het alleen maar erger zal worden. Vele tandartspraktijken worden opgekocht door internationale financiële groepen en/of gaan opereren als een consortium. Dat zal de zorg nog meer het cachet van een industrieel complex geven.
Falende staat?
De zorg is duidelijk een van de domeinen waar de staat zich al falende voortsleept. Vaak wordt het uitkleden van de sociale zekerheid en in het bijzonder de zorg —waar de rest van de wereld toch nog steeds met afgunst naar kijkt— verantwoord door de budgettaire beperkingen die de EU oplegt en de marktwerking die speelt in het financieren van de overheidsbegroting en het tekort. Het is onduidelijk voor mij hoe dat argument overeind blijft als je tegen negatieve rentes kan lenen.
Het inroepen van de marktwerking en de disciplinerende werking van de financiële markten op het functioneren van een overheidssysteem en de maatschappelijke ordening van de sociale zekerheid is eigenlijk een dwaalargument. Het wordt ingeroepen om bepaalde acties te rechtvaardigen (zoals het uitkleden van de zorg) die duidelijk buiten de institutionele capaciteit van de democratisch gekozen instellingen ligt. Wil je iets realiseren dat buiten de overheidseigen legitimiteitsgrenzen ligt, dan roep je de disciplinerende werking in van de financiële markten om die keuzes te rechtvaardigen. Alsof die laatste niet een fictie zijn die door regels van overheden gecreëerd worden en functioneren.
Luc Nijs is bestuursvoorzitter en groep CEO van investeringsmaatschappij The Talitha Group. Hij doceert o.a. internationale kapitaalsmarkten aan de Universiteit Leiden en is de auteur van een reeks boeken over internationale financiën en schaduwbankieren.
Jonah Penninck (CD&V): ‘De waarden van Kerstmis kunnen nooit helemaal verdwijnen.’
Amerikakenners Roan Asselman en David Neyskens bespreken de actualiteit aan de overkant van de oceaan.