Twee jaar corona: geen reden voor een feestelijke verjaardag
foto © Belga
In een vrije tribune blikken 14 wetenschappers terug op 2 jaar coronacrisis met een aantal pertinente vragen.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementDeze vrije tribune is een open brief, ondertekend door 14 wetenschappers en vloeit voort uit het Wintermanifest.
Twee jaar geleden dook in Wuhan het Sars-Cov-2 virus op. Het overspoelde in een mum van tijd de wereld. Half maart 2020 besliste de Belgische regering om een lockdown af te kondigen. Een begrip dat tot kort daarvoor letterlijk onvoorstelbaar was.
Angst regeerde
In landen over de hele wereld werd een noodtoestand afgekondigd die overheden ongeziene slagkracht gaf om ingrijpende beslissingen te nemen. Zonder daarbij de geijkte democratische procedures te moeten volgen. Het onbekende virus en de angstaanjagende beelden die de wereld rondgingen, hielden hele bevolkingen aan het scherm gekluisterd, terwijl nieuwsuitzendingen zich beperkten tot één item: het nieuwe coronavirus en de daaraan gerelateerde cijfers, statistieken en beslissingen. Angst regeerde het land en beslissingen moesten worden genomen onder grote druk en onzekerheid.
Dat het gevoerd beleid er een was van vallen en opstaan is in die omstandigheden volledig te begrijpen. Maar de onbekendheid van het virus maakte plaats voor een nooit geziene hoeveelheid wetenschappelijke publicaties – we naderen de 1 miljoen peer reviewed papers . Merkwaardig genoeg ontbreekt nu een grondige reflectie van het gevoerde beleid van de afgelopen twee jaar. In de kern wordt nog steeds dezelfde koers gevaren als in de prille begindagen van de crisis: algemene maatregelen die meesurfen op de golven van het virus zonder dat de impact ervan op zowel het indijken van het virus als op andere levensdomeinen degelijk geëvalueerd wordt.
Alternatieven in diskrediet
Nochtans werden er van bij het begin vragen gesteld door gerenommeerde wetenschappers van over de hele wereld. Geen ‘achterafexperten’ dus. Er zijn al lang verschillende voorstellen om zaken anders aan te pakken. Deze werden soms massaal en globaal ondersteund, zoals de Great Barrington Declaration en de oproep voor een ‘omgekeerde lockdown’ die een vorm van ‘gerichte bescherming’ voorstelden. En er waren publicaties over behandelingen die, hetzij preventief, hetzij van bij de aanvang van de eerste symptomen van covid-19 (de ziekte veroorzaakt door SARS-CoV-2) konden toegepast worden.
Deze werden ofwel genegeerd door de reguliere media, beleidsmakers en beleidsadviserende experten, ofwel in diskrediet gebracht. In een vreemde dynamiek tussen wetenschap en media ging zo het publieke tegensprekelijke debat op de schop en werd één wetenschappelijke kijk als de enig mogelijke voorgesteld, terwijl er talloze wetenschappelijke controverses bleven bestaan, zowel binnen als doorheen en tussen de disciplines. Zowel het debat tussen wetenschappers, als het even noodzakelijke publieke debat met betrekking tot het beleid dat ten aanzien van zoveel wetenschappelijke onzekerheden moest plaatsgrijpen, werd nagenoeg onmogelijk gemaakt.
De vierde macht
Enkele experten werkten mee aan het blokkeren van het debat. Nadat ze op vraag van politici een adviesrol opnamen waarin de eenzijdige visie al sterk naar voor kwam, gingen ze gaandeweg meer en meer zelf een politieke rol spelen. Ze werden daartoe actief geholpen door de gangbare mediakanalen, die in hoofdzaak slechts dat klein kransje door de overheid geselecteerde experten een forum gaven.
Het verzaken aan de rol van ‘vierde macht’ werd daarom terecht aan de kaak gesteld in het ‘Wintermanifest voor een duurzaam pandemiebeleid’, dat in januari van dit jaar gepubliceerd werd door meer dan honderd wetenschappers, praktijk- en cultuurmensen en ondertussen meer dan 13000 keer werd getekend. Het is inderdaad hoog tijd voor vragen en debat over de aangewakkerde angst, het afschermen van de dominante visie voor kritiek, en de technocratische controlemaatschappij die progressief geïnstalleerd wordt.
Zelfreflectie
In een belangrijk moment van zelfreflectie schrijft ook hoofdredacteur van De Morgen Bart Eeckhout eind januari 2022 dat een kritische blik op de media nu aan de orde is, en dat er vertrouwen moet teruggewonnen worden. De eerder alarmistische lijn die zijn krant gevoerd heeft, verdedigt hij met verwijzing naar een studie (o.l.v. Katharine Mach, University of Florida) , die krantenverslaggeving begrijpt vanuit een rechts-links analysekader en besluit dat de eerder linkse media gekozen hebben voor een ‘vooral beveiligende strategie’. Dit in tegenstelling tot de eerder rechtse media die minder alarmeerde maar daardoor ‘de impact misschien wel hebben verergerd’. Dit volstaat voor ons echter niet als verklaring, maar vormt slechts een aanzet tot begrijpen.
Wetenschap kan ook in dit debat helpen. Hoe hebben media gerapporteerd? Hoe pluralistisch was hun verslaggeving? Hoe neutraal dan wel positie-innemend? Kloppen de aannames van de ‘eerder beveiligende tenoren’ over dodenaantal wel? Kunnen links respectievelijk rechts de posities die werden ingenomen rond bijvoorbeeld vaccinaties wel goed vatten? Zijn alle betogers tegen de maatregelen rechts, en waarom niet als bij nader inzien (opnieuw via wetenschappelijk onderzoek ) blijkt dat dit niet het geval is?
De cijfers!
Veel vragen die nooit gesteld werden, blijven ook nu onderbelicht. Een cruciale vraag in het gehele verhaal is hoe men tot de cijfers komt die dagelijks op de bevolking werden afgevuurd en waarvoor veelal elke context ontbreekt. Pas recent wordt in de gerapporteerde cijfers bijvoorbeeld een duidelijk onderscheid gemaakt tussen mensen die mét en mensen die door het virus worden gehospitaliseerd; de vraag of mensen op hoge leeftijd met co-morbiditeiten wel als covid-dode moeten worden beschouwd is nog steeds taboe.
Het is ook ongezien dat mensen zonder symptomen maar met een positieve test als covid-19-patiënten beschouwd worden, terwijl eveneens van in het begin al vragen gesteld werden bij de betrouwbaarheid van PCR testen . Deze werden niet ontwikkeld als solo-instrument voor het stellen van diagnoses, maar zijn een hulpmiddel binnen een ruimer diagnostisch proces, waarbij de arts primair vertrekt van klinische symptomen. De huisarts werd echter vakkundig aan de kant gezet en tot uitvoerende administratieve kracht herleid. Dat 1 op 3 huisartsen nu denkt aan stoppen hoeft dan ook niet te verbazen ; dat ons zorgsysteem daardoor echt zou kunnen imploderen, kan zo wel eens de bittere realiteit worden die men net wou voorkomen.
Effectiviteit van lockdowns?
Die andere in het oog springende vraag die na twee jaar pandemie nog steeds onvoldoende aandacht krijgt, is die van de effecten van de maatregelen op zowel virologisch/epidemiologisch vlak als op andere levensdomeinen. Onderzoek lijkt er niet op te wijzen dat het virus beter onder controle bleef in landen met strenge lockdowns dan in landen met minder strenge vrijheidsbeperkende maatregelen. Dergelijke analyses blijven uiteraard een moeilijke oefening. Landen verschillen in veel meer zaken dan enkel de maatregelen die ze nemen, transparantie over data hapert soms, en verschillen in registratiemethoden en het ontbreken van essentiële data maken de vergelijking uitermate moeilijk.
Maar het ontbreken van duidelijke bewijzen voor de effectiviteit van radicale ingrepen als het sluiten van winkels, scholen, kappers, fitness centra, en zo meer, het drastisch beperken van sociale contacten en het langdurig verplichten van mondmaskers, tonen op zijn minst dat een grondige analyse van wat de afgelopen twee jaar is gebeurd een absolute noodzaak is. Dat is des te meer het geval omdat het er steeds meer op lijkt dat de kostprijs van die maatregelen op andere levensdomeinen vele malen hoger is – zoals door critici op voorhand ook werd voorspeld. Steeds meer wordt duidelijk dat de economische impact van de maatregelen voor een grotere ongelijkheid heeft gezorgd, en dat de opgelopen schoolachterstand vooral voor kinderen en jongeren uit sociaal kwetsbare groepen onherstelbare gevolgen heeft gehad.
Ethisch-maatschappelijke keuzes
Op vlak van psychisch welzijn en het sociale weefsel ontvouwde zich een stille catastrofe waarvan we ondertussen niet meer kunnen wegkijken. Over intrafamiliaal geweld werd al heel snel aan de alarmbel getrokken. Elke studie over mentaal welzijn bij kinderen en jongeren toont hoe sterk dat welbevinden onder druk staat. De WHO bracht begin maart een rapport uit dat spreekt over een toename van angst en depressie met 25%. Alleen het opschalen van psychologische zorg zal dit niet oplossen vrezen we. Het globale verlies aan zinverlening en de teloorgang van sociale banden vraagt een herstel dat een meer diepgaande maatschappelijke reflectie vraagt. In onze ogen hebben de maatregelen tegen de pandemie een reeds bestaand probleem verdiept en verscherpt, namelijk de reductie van het menselijke bestaan tot lichamelijk genot en biologische levensverwachting.
Het in rekening brengen van psychisch welbevinden werd in het beste geval beschouwd als toegift; denk bijvoorbeeld aan het toelaten van een knuffelcontact voor alleenstaanden. Dit blijkt eveneens uit de beperkte vertegenwoordiging van de humane wetenschappen in de adviesraden. Maatregelen werden primair ingegeven door virologische argumenten, schade in andere domeinen werd gereduceerd tot onvermijdelijke ‘collateral damage’.
De grondslag voor een dergelijk beleid is echter geen objectieve op cijfers gebaseerde analyse, maar een al lang daarvoor gemaakte ethisch-maatschappelijke keuze die het biologische (over)leven centraal stelt en politiek tracht te sturen. Dat de mens een sociaal, politiek, cultureel, emotioneel wezen is, met psychologische basisbehoeften zoals autonomie, betrokkenheid en competentie, een wezen dat zich wenst te ontplooien en aan zinvolle activiteit wil doen, wordt daarbij als onbelangrijk beschouwd. De pandemie van psychisch lijden toont ons dat een dergelijke keuze niet licht kan gemaakt worden. Dat hoeft ook niet te verwonderen. Onderzoek toonde reeds uitvoerig de nefaste effecten van sociale isolatie en eenzaamheid op zowel psychische als fysieke gezondheid.
Ook andere maatregelen om gezondheid preventief te versterken, zoals het stimuleren van gezonde voeding, lichaamsbeweging, het bevorderen van slaap, het tegengaan van angst,… kwamen gedurende de voorbije 2 jaar nauwelijks aan bod, en nog steeds niet.
Vaccinatiecampagne
Met de start van de vaccinatiecampagne in het begin van 2021 werd een nieuwe fase in de crisis ingeluid. Mensen leefden in de hoop dat de moeilijke tijd voorbij was als we ons allemaal lieten vaccineren en dat samenzijn met anderen terug tot de orde van de dag kon gaan behoren. Jongeren die veel minder risico lopen lieten zich vaccineren om kwetsbaren te beschermen en om terug ’te mogen leven’.
Eerder dan de pandemie een halt toe te roepen, creëerde de vaccinatiecampagne echter een verscherpte polarisatie in de samenleving. De banvloek werd uitgesproken over al wie twijfels had bij de vaccins. Artsen werden er zelfs voor geschorst. Het was daarbij de overheid die actief en systematisch-technologisch het uitsluiten van mensen organiseerde en een groep tweederangsburgers creëerde met het invoeren van het ‘covid safe ticket’ (CST). Betogingen, rechtszaken of petities die vragen stelden bij het CST werden in de complotsfeer weggezet of doodgezwegen.
Nochtans werden de wetenschappelijke vragen bij de duurzaamheid van de bescherming en de beperkte impact op transmissie steeds pertinenter. Die vragen leidden terecht tot toenemende kritiek op de dwang die via het CST werd uitgevoerd, en zeker op de manier waarop het vaccin ook aan kinderen werd opgedrongen.
Omikron
De recente neergang van de Omikroncurve deed opnieuw hopen dat de pandemie voorbij is. Maatregelen werden in sneltempo afgebouwd, maar sommigen waarschuwen al (opnieuw) dat we niet te vlug victorie moeten kraaien en voorzien volgende golven en nieuwe varianten. Zoals David Robertson en Peter Doshi in the British Medical Journal eind 2021 betogen, zal het einde van de pandemie in tegenstelling tot het begin ervan, niet op televisie uitgezonden worden. Ze zal verdwijnen als onze aandacht elders op gericht wordt en de eindeloze toevloed aan cijfers en statistieken in het nieuws stopt. Dat lijkt nu tijdelijk te gebeuren.
De voorbije twee jaar hebben echter zodanig diepe wonden geslagen in een reeds daarvoor haperende samenleving dat grondige bezinning zich opdringt. Er is dermate veel gebeurd en veranderd, dat we dit niet zomaar achter ons kunnen laten. Het mens- en maatschappijbeeld dat door sommigen wordt naar voor geschoven en nu opdoemt, is evenmin hoopgevend. Controle, polarisatie, CST’s die in ‘de gereedschapskist’ moeten en hier en daar zelfs al aan de onvermijdelijk komende griepopstoten worden gekoppeld. Is de veeleer beperkte winst in gemiddelde levensverwachting die daarmee wordt geboekt, daartoe een voldoende rechtvaardiging?
Controlemaatschappij
We zijn van oordeel dat de controlemaatschappij die tijdens de pandemie vorm kreeg niet de weg is om verder te bewandelen. Hoe ver willen we precies gaan in het opschorten van het normale sociale leven en het opofferen van het mentale welzijn met het oog op het beperken van het risico op besmetting en ziekte? Moet de kwaliteit van het leven en het levenseinde op een gegeven ogenblik niet opnieuw voorrang krijgen op de kwantiteit ervan? En hoever kan een overheid gaan in het opleggen van ethische keuzes aan de bevolking?
In welke mate heeft ons rechtsstatelijk apparaat gezorgd voor een tempering van te vergaande Covid-restricties? Volstaat het klassieke rechtsstatelijk kader met tussenkomst van organen zoals de Raad van State en de rechterlijke macht? Zijn nieuwe instanties of waakhonden nodig? Hoe heeft de Autoriteit Gegevensbescherming gefunctioneerd? Het UNIA? Het recent opgerichte Federaal Instituut voor de bescherming en de bevordering van de Rechten van de Mens (FIRM)? Het Kinderrechtencommissariaat, als pleitbezorger van kinderrechten, opgericht door het Vlaams Parlement?
Daarbij willen we ons hier niet beperken tot een oproep voor meer debat. Daar is ondertussen een begin mee gemaakt. Wij willen werken aan universiteiten waar ook in tijden van crisis debat wordt gevoerd, aan media die wetenschappelijk pluralisme een plaats geven in hun redactie, en aan betere democratische instellingen die al te eenzijdige en verregaande ambities van machthebbers en lobbygroepen temperen. Want als de crisis ons iets heeft geleerd, dan is het dat al de voornoemde mechanismen het op cruciale punten hebben laten afweten. En dat willen we niet aanvaarden. Niet om lastig te doen, maar om te voorkomen dat dit allemaal nog eens opnieuw gebeurt.
Auteurs in alfabetische volgorde:
Prof. dr. Bert De Munck (geschiedenis, Universiteit Antwerpen)
Prof. dr. Dirk Lafaut (bio-ethiek, VUB)
Prof. dr. em. D.K. Hammer (computerwetenschappen, University of Technology Eindhoven)
Dr. Henk Van Hootegem (huisarts)
Prof. dr. Herwig Mannaert (beleidsinformatica, Universiteit Antwerpen)
Prof. dr. Kenneth Lasoen (intelligentie en veiligheid, Universiteit Antwerpen)
Prof. dr. Lieven Annemans (gezondheidseconomie, UGent)
Prof. dr. Matthias E. Storme (handelsrecht en rechtsvergelijking, KUL)
Prof. dr. Mattias Desmet (klinische psychologie, UGent)
Dr. Merijn Mestdagh (psychologie, KULeuven)
Prof. dr. Paul De Hert (privacy, VUB en Tilburg)
Prof. dr. Peter Petré (cognitieve wetenschap, Universiteit Antwerpen)
Prof. dr. Reitske Meganck (klinische psychologie, UGent)
Dr. Stijn Verdonck (psychologie, KULeuven)
Op 23 en 24 maart gaat het Lentesymposium door in de KVS (www.lentesymposium.net). Dit initiatief vloeit voort uit het Wintermanifest en maakt ruimte voor debat over de verschillende aspecten verbonden met het pandemiebeleid.
Meer reflecties over de hier aangehaalde thema’s zullen verschijnen op www.decontroversatie.be, een initiatief vanuit de academische wereld om de noodzakelijke dialoog mee te faciliteren.
Categorieën |
---|
Dit is een initiatief dat voortvloeit uit Wintermanifest
Jonah Penninck (CD&V): ‘De waarden van Kerstmis kunnen nooit helemaal verdwijnen.’
Amerikakenners Roan Asselman en David Neyskens bespreken de actualiteit aan de overkant van de oceaan.