Uitbreiding Brussels gewest bedreigt Vlamingen
Gemeenschapsbevoegdheden overhevelen naar Brussel?
Elke Van den Brandt (Groen).
foto © Reporters / QUINET
De Franstaligen azen op de uitbouw van Brussel tot een volwaardig gewest. Dit zou faliekant zijn voor de rechten van de Vlamingen.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementDe Franstaligen azen tijdens de regeringsonderhandelingen op de uitbouw van Brussel tot een volwaardig gewest. Dit zou faliekant zijn voor de rechten van de Vlamingen in dit land.
Brussel als volwaardig gewest?
Onlangs brak Johan Vande Lanotte (sp.a) een lans voor een Belgische Unie met vier gewesten. Onderwijs en cultuur zouden wel niet overgeheveld worden naar Brussel. In zijn reactie hierop, stelde Karel De Gucht (Open Vld) dat het onvermijdelijk was dat Vlaanderen Brussel als volwaardig gewest zal moeten aanvaarden. Hij meent dat Brussel op lange termijn ook bevoegd moet worden voor onderwijs en cultuur.
Brussel als ‘région à part entière’ is al sinds de oprichting van het gewest een constante eis van de Franstaligen en die eis wordt, met een nieuwe staatshervorming in zicht, luider en luider. Het was het eerste waar Rachid Madrane (PS) in zijn nieuwjaarsspeech als nieuwe voorzitter van het Brussels parlement voor pleitte.
Hiermee wordt bedoeld dat Brussel niet alleen alle gewestbevoegdheden moet hebben (wat al het geval is), maar daarbovenop ook alle gemeenschapsbevoegdheden, zoals onderwijs, cultuur en sociale zaken. Gelet op het trieste parcours dat Brussel rijdt op vlak van taalwetgeving en rechten van de Brusselse Vlamingen, is het duidelijk dat een dergelijk scenario de Vlamingen in Brussel voor de keuze zou plaatsen: verfransen of verhuizen.
Akkoorden van Sainte-Emilie
Op dit moment is dit doemscenario gelukkig (nog?) niet aan de orde. Maar dat betekent niet dat de Franstaligen liggen wachten op een staatshervorming om de bevoegdheden van de Franse Gemeenschap reeds uit te breiden in Brussel. Deze inkanteling heeft meerdere voordelen. Vooreerst kan de failliete Franse Gemeenschap de factuur voor zijn Brusselse bevoegdheden mooi doorsturen naar Brussel.
De interne Franstalige staatshervormingen die zich afgelopen jaren op basis van de akkoorden van Sainte-Emilie voltrokken, zorgen ervoor dat deze overheveling niet tot gevolg heeft dat in Brussel een ander beleid gevoerd wordt dan in Franstalig België. Bovendien wordt er een sterk Franstalig blok gecreëerd tegen Vlaanderen en de manier waarop Vlaanderen haar bevoegdheden in Brussel uitoefent. Denk maar aan de alarmbelprocedures door de diverse Franstalige (en Brusselse) parlementen tegen de Vlaamse inschrijvingsdecreten die de toegang van Vlamingen tot Vlaamse scholen willen verbeteren.
Ten slotte geeft deze inkanteling voeding aan de argumentatie dat de aanwezigheid van de Vlaamse Gemeenschap in Brussel onnodig is. De dienstverlening wordt immers overgenomen door het ‘tweetalige’ Brussel. Het feit dat de Brusselse tweetaligheid vooral theoretisch is, wordt graag vergeten of zelfs ronduit ontkend.
Rusthuizen en inburgeringstrajecten
De voor de Brusselse Vlamingen catastrofale zesde staatshervorming, die gemeenschapsbevoegdheden toekende aan de Brusselse Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie (GGC), zette de deur open. De rusthuizen van de COCOF, de Brusselse poot van de Franse Gemeenschap, waren zwaar verlieslatend. Brussel werd dankzij de zesde staatshervorming bevoegd voor de ‘bicommunautaire’ (tweetalige) rusthuizen. Onmiddellijk werd overgegaan tot de inkanteling (?) van alle Franstalige rusthuizen naar het Brussels niveau. Waren deze rusthuizen tweetalig? Neen. Was dit wettelijk? Neen. Et alors?
Op vlak van inburgering is de financiële stroom van Brussel naar de Franse Gemeenschap nog rechtstreekser. Vlaanderen had al langer dan tien jaar een internationaal gelauwerd parcours met het BON (het Brussels Onthaalbureau) dat op vrijwillige basis inburgeringstrajecten in Brussel aanbood. Het inburgeringsbeleid van de COCOF kan gekwalificeerd worden als onbestaande. Toen Brussel besloot om inburgering te verplichten, werd onmiddellijk een enorme dotatie toegekend aan de COCOF voor het oprichten van Franstalige inburgeringsbureaus, dit met behulp van toenmalig minister Guy Vanhengel (Open Vld).
Vlaanderen, dat wél al jaren investeerde in Brusselse inburgering kreeg géén centen. Op het vlak van inburgering gaat men inmiddels nog een stapje verder richting volledige inkanteling in Brussel. Minister Alain Maron (Ecolo) wil immers de Franstalige inburgering volledig overhevelen naar Brussels niveau en een Brussels ‘tweetalig’ parcours organiseren. Niet alleen weten we allemaal wat Brusselse ‘tweetaligheid’ betekent, dit neptweetalig parcours zal de overlevingskansen van het Vlaamse inburgeringsparcours in Brussel heel klein maken. Minder Nederlands in Brussel? Tant mieux!
Verbrusseling van bevoegdheden
Ten slotte het laatste voorbeeld: de schoolcontracten. Vlaanderen voert al jaren een succesvol ‘Brede school’-beleid binnen de Vlaamse scholen, ook in Brussel. In het kader van een ‘Brede school’ wordt de schoolinfrastructuur opengezet voor buurtactiviteiten, bijvoorbeeld een lokale turnvereniging die ’s avonds gebruik maakt van de turnzaal van de school.
De Franstalige Gemeenschap kijkt al jaren vol afgunst naar dit succesvolle Vlaamse verhaal, maar kan, om financiële redenen, dit niet toepassen binnen haar eigen scholen. Vandaar dat bij Brusselse ordonnantie de ‘schoolcontracten’ in leven werden geroepen. Hetzelfde principe als de ‘Brede school’ wordt ingevoerd voor alle scholen in Brussel, met inbegrip natuurlijk van de Franstalige, en dit op kosten van Brussel en tegen elke (grond)wettelijke regel in. Gelukkig werd tijdig ingegrepen door het Vlaams Komitee voor Brussel, dat tegen deze ordonnantie een beroep tot nietigverklaring indiende bij het Grondwettelijk Hof. Dankzij dit tijdig beroep, had ook de Vlaamse regering de tijd om zich aan te sluiten bij de procedure.
Groen laat begaan
Zo zijn er nog vele andere voorbeelden van ‘verbrusseling’ van de bevoegdheden van de Franse Gemeenschap, ten koste van niet alleen de Vlaamse gemeenschap, maar ook van het Nederlands in Brussel. En het ziet er niet naar uit dat deze tendens zal stoppen: in mijn glazen bol zie ik binnenkort ‘tweetalige’ crèches ontstaan. Op geruisloze wijze (omdat men elke opschudding wil vermijden) is men tevens de inkanteling van het totaal failliete Erasmusziekenhuis van de Franse Gemeenschap in de Brusselse IRIS-koepel van ziekenhuizen aan het voorbereiden.
Met de nieuwe Brusselse regering wordt deze strategie ook politiek georganiseerd. De kabinetten van Brussels minister Maron en minister Barbara Trachte (Ecolo), voorzitter van de COCOF, bestaan uit dezelfde personen.
Wie nergens te horen is in dit verhaal, en al zeker niet in de parlementaire commissie van de Brusselse GGC, waar deze kwesties behandeld worden, is minister Elke Van den Brandt (Groen). Het is nochtans haar taak om te waken over de belangen van de Brusselse Vlamingen. Haar afwezigheid is een klap in het gezicht van alle Brusselse Vlamingen die hun stem aan haar gaven. De enige hoop op een kritische stem ligt bij Vlaams minister voor Brussel Benjamin Dalle (CD&V), die – in tegenstelling tot zijn voorganger, minister Sven Gatz (Open VLD) – wél de collegevergaderingen van de Brusselse GGC schijnt bij te wonen. Wordt vervolgd…
Categorieën |
---|
Tags |
---|
Bernard Daelemans is voorzitter van het Vlaams Komitee voor Brussel.
Toon Vandeurzen (CD&V): ‘Laat ons opnieuw vanuit Vlaanderen als bakermat van de beurs een stap zetten naar een nieuwe evolutie: een meerlandenbeurs.’
Evolueren we naar een politiek model zoals in een communistische eenpartijstaat? Ontdek het in ‘Ondernemen in Achterland 1.0’.