Van 11 juli naar 21 juli
Open Vld heeft zijn kans geroken
Springt Open Vld in het communautaire gat?
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementDe N-VA gaat prat op één weldaad voor Vlaanderen die ze zou bewerkstelligd hebben: eindelijk een regering zonder socialisten, zowel in België als in Vlaanderen. Ja, maar de jaarlijkse 11-juli toespraken van Lode Craeybeckx, de legendarische socialistische burgemeester van Antwerpen, blijven bij ouderen nog steeds in het geheugen hangen. En dat deed Craeybeckx in uiterst moeilijke naoorlogse omstandigheden, en na een levensweg die hem na de Eerste Wereldoorlog in de gevangenis had gebracht wegens activisme, d.w.z. dat hij tijdens de eerste bezettingsperiode in samenwerking met de vijand van België de Vlaamse zelfstandigheid tot stand had willen brengen. Wat klonk dit jaar als 11-juliboodschap vanop het Antwerpse stadhuis: niets. Misschien kan het doorgaan als een schuldbekentenis, maar ik vrees dat wat er klonk in Antwerpen het stilzwijgen was, dat mensen die in de rouw gekleed gaan in acht nemen. De stilte had immers de begeleiding kunnen zijn van de rouwplechtigheid naar aanleiding van het overlijden van de Vlaamse Beweging.
(Men leze: Lode Craeybeckx 1897-1976 door Gijs Garré, directeur van het Vlaams Onderwijscentrum Brussel – uitgeverij Grammens 1986).
Die stilte heeft de Vlaamse minister-president Geert Bourgeois willen doorbreken door te vertellen op hoeveel domeinen de Vlamingen dit jaar weer achteruit zijn gegaan. Hij signaleerde bij wijze van voorbeelden de kwestie van de vliegroutes boven Brussel, die op zijn Waals-Brussels werden geregeld, en de artsenquota, dat is de overeenkomst om slechts een beperkt aantal studenten tot de artsenopleiding toe te laten, en die door Wallonië pertinent wordt gesaboteerd, zodat, als de regering Michel in deze kwestie niet optreedt, er binnen een halve generatie een enorm overschot aan Franstalige artsen en artsenstudenten zal zijn dat Vlaanderen dreigt te overspoelen. Het is een vorm van Franstalig imperialisme zoals een ander. Bourgeois citeerde ook nog, zeer terecht, de volledig op Parijs afgestemde houding van België in verband met de crisis die in Europa is ontstaan na het Britse afwijzen van de EU, en andere internationale kwesties. Maar dat kwam de anti-Vlaamse Nederlandstalige pers in dit land niet goed uit, en dus vestigde zij alle aandacht op een spotternijtje dat Bourgeois ten beste had gegeven in een nieuwsuitzending van VTM, en waarin hij de taalgrens omschreef als een ‘stakingsgrens’, en zo’n grens, aldus Bourgeois, is iets ‘waar de Vlamingen op spuwen.’
Ho, ho. Wat kleurt De Standaard rood; zo’n uitspraak, aldus het blad, ‘overschaduwt 11 juli’. Dus 11 juli wordt niet overschaduwd door het oprukken van de francofonie en zeker niet door het stilzwijgen van de Antwerpse burgemeester Bart De Wever maar door wat De Standaard (11 juli) in zijn titel noemt de ‘spuwuitspraak’. De hele wereld wees, als men De Standaard mocht geloven, met de vinger naar Bourgeois, en de Belgische eerste-minister Michel beweerde zelfs dat het hier ging om een ‘evident gebrek van respect’. Wilde hij daarmee zeggen dat Vlaanderen respect verschuldigd is aan de Waalse stakingsbeweging? Vermoedelijk wel, en daarom heeft de CD&V ook de flater van haar leven begaan door de voorkeur te geven aan de onbenullige mevrouw Thyssen als Europees commissaris boven het eerste-ministerschap dat de partij normaal toeviel. Dan had ze iets anders kunnen zeggen dan Michel. Laten we hopen dat de CD&V-kiezer dat ter harte neemt.
Inmiddels gaat de N-VA voort op de ingeslagen weg. Uitgerekend de mensen die ooit de Vlaamse Volksbeweging op gang hebben getrokken – de heren Jambon en De Roover – werden met de woorden van Walter Pauli (Knack.be 9 juli) ‘de gezichten van een verstandig, redelijk flamingantisme’. Dat zijn dan toch twee aanwinsten die zich geen onvertogen woord zullen laten ontvallen over stakende Walen, zoals Bourgeois deed, zal Bart De Wever gedacht hebben. Pauli noemt Jambon ‘de behoeder van het veilige vaderland België’, en De Roover ‘ontpopt zich als de behoeder van de regering’, en bovendien ‘versterkt hij met zijn politiek optreden eerder de Belgische instellingen dan dat hij ze onder druk zet’.
Toch hoor je de N-VA basis niet klagen. Hoe komt dat, terwijl iedereen in het land toch weet dat die basis morrend en afkeurend door het leven gaat? Pauli legt dat uit: de basis krijgt in de N-VA spreekverbod opgelegd. Sinds de laatste verkiezingen werd aan de leden en militanten geen kans geboden om te zeggen wat ze denken over de koers van de partij. ‘Het is ongezien’, aldus Pauli, ‘sinds oktober 2014 heeft de N-VA geen enkel partijcongres meer georganiseerd’. Door dat enkele feit alleen al, weten we beter dan door congressen wat de kiezers en leden van de N-VA denken over het beleid.
De partij zal bij gebrek aan resultaten van de regering, alles moeten zetten op de gemeenteraadsverkiezingen van 2018. Die zijn belangrijk op zichzelf, omdat de N-VA op die manier een stevige pijler in de Vlaamse grond wil slaan als ‘de partij van de burgemeesters’, maar het is ook belangrijk ter vervanging van regeringsresultaten. De partij kan op die manier proberen de aandacht van de kiezer af te leiden van de regering en ervoor gaan om in 2019, als er nationale verkiezingen zijn, ‘meer bevoegdheden naar Vlaanderen te halen’. Althans dat beweert de N-VA zelf, maar het is zeer de vraag hoeveel mensen dat fabeltje een tweede keer zullen geloven.
Ze zullen er toch iets op moeten vinden, want Open Vld dreigt in het communautaire gat te springen door een Belgicistisch nationalisme te prediken. Het was onvermijdelijk, en de timing was perfect. De N-VA had juist het bewijs geleverd dat zelfs 11 juli haar geen barst meer kon schelen, en Open VLD begreep dat de weg open lag voor een nieuw communautair verhaal. Daar gaat de N-VA het nog zeer moeilijk mee krijgen, nu zij de vaste basis van flamingantische militanten stilaan moet ontberen. Vergeet ook niet dat de N-VA de kiezer warm heeft gemaakt voor ‘verandering’. Welnu, wat zou een grotere verandering zijn dan de federaliserende tendens van de laatste jaren om te buigen naar een ‘ontfederaliserende’ tendens?
Levensles: wie zijn belofte, ook een belofte aan de kiezer niet houdt, rijdt zich op den duur vast en komt uit bij het tegenovergestelde van zijn uitgangspunt.
Categorieën |
---|
Mark Grammens (1933) was uitgever en hoofdredacteur van De Nieuwe en Journaal. Hij schreef ook in 't Pallieterke, Het Volk, Trouw, Tijdschrift voor Diplomatie. Hij kreeg de Orde van de Vlaamse Leeuw en de Prijs voor de Vrijheid.
In 1988 – twintig jaar na mei ’68 – stelde Mark Grammens zich de vraag wat er feitelijk te vieren was, dan ‘des enfantillages’ die alles behalve progressief waren.
‘Afgrond’ verhaalt de waargebeurde verhouding tussen Venetia Stanley en de veel oudere Britse premier Henry Asquith, die leidde tot een kabinetscrisis.