JavaScript is required for this website to work.
Europa

Van Auschwitz naar de euro en terug

maandag - Europadag

Sander Roelandt15/4/2013Leestijd 4 minuten

Het gewicht van hun bloedige verleden dwong de Duitsers sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog om zich als ‘goede Europeanen’ te gedragen. In de jaren negentig gaven ze zelfs hun geliefde Duitse mark op, om de Europese ‘vrienden’ uit Parijs tevreden te houden. De ironie van de geschiedenis wil echter dat de Duitsers vandaag door de eurocrisis meer en meer herinnerd worden aan dat nazi-verleden.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Betogingen tegen de gehate besparingen in het Zuiden van Europa lijken soms wel betogingen tegen de nazi’s. ‘Hitler-Merkel: Same Sh*t’ klonk het bij jonge demonstranten in Cyprus. De Grieken betogen al maanden met portretten van ‘Führer  Merkel’. En bij haar laatste bezoek aan Athene moesten duizenden politiemannen de Duitse bondskanselier beschermen.

De nazi-referenties zijn bovendien geen monopolie van woedende en provocerende betogers meer. Een econoom schreef eind maart in een column in de Spaanse krant El Pais, dat Merkel, net zoals Hitler, de oorlog aan de rest van het continent heeft verklaard om de Duitsers van economische lebensraum te voorzien. Het stuk werd na fel protest van het net gehaald. Ook in een krant van Silvio Berlusconi sprak men over de eurozone als het ‘Vierde Rijk’ van Merkel.

Duitsland heeft vóór en zelfs tijdens de voorbije crisisjaren zijn economische positie versterkt en daardoor veel extra invloed gewonnen. De reactie daarop is een golf van anti-Duitse uitlatingen, zowel bij het volk als bij politici. Deze germanofobie kleurt stilaan de mainstream media in onder andere Italië, Spanje en Griekenland. Vaak koppelt men daar dan de eis om meer Duitse solidariteit aan vast.

Duitsland wordt gevraagd de leiding te nemen in de eurocrisis, maar enkel indien het zelf zijn eigen belangen aan de kant schuift. De problematiek van de sterkte en invloed van Duitsland noemt men de Duitse kwestie. Ook de euro zelfs was trouwens een antwoord op de deze problematiek.

De Duitse kwestie

Duitsland werd na WO II snel terug een economische grootmacht, maar de opdeling van Duitsland en de herinnering aan de oorlog, hebben het land politiek, militair en diplomatiek decennia lang verzwakt. Verschillende Duitse bondskanseliers, van Konrad Adenauer tot Helmut Kohl, vormden zodoende een tandem met het politiek sterke, maar economisch zwakkere, Frankrijk. Via Frankrijk en bij uitbreiding de Europese Gemeenschap, kon Duitsland terug aan politieke invloed winnen.  

De val van de Muur en het einde van de Koude Oorlog in 1989/’91 bracht een snelle hereniging van Oost- en West-Duitsland in het vooruitzicht en dus een radicale verandering in de Europese machtsevenwichten. Wat voor de man in de straat een periode van optimisme en hoop leek, was voor enkele politici een geopolitieke nachtmerrie. Het perspectief van een dominant Duitsland veroorzaakte angst en verwarring in de hoofdsteden van Europa. Parijs, Rome en Brussel waren er van overtuigd dat de Duitse eenmaking moest samengaan met het verder ‘vastbinden’ van Duitsland in Europa.

David Marsh beschrijft in The Euro hoe wijlen Margaret Thatcher bezorgd was over de ‘balance of power’ in Europa (lees ook De erfenis van Lady Thatcher). Dit aloude Britse concept houdt in dat de Britse belangen het best gediend zijn, indien er op het Europese continent verschillende concurrerende grootmachten zijn. De Britse premier trok in het najaar van 1989 zelfs naar Moskou om Michail Gorbatsjov ervan te overtuigen de Duitse eenmaking, en dus een dominant Duitsland, tegen te houden.

Kohl’s offer

De Franse president Mitterand, zelf een WO II-‘veteraan’, had de hereniging van Duitsland lang voor de feiten voelen aankomen. Hij wist dat het politieke zwaartepunt in Europa van Parijs naar Berlijn zou verschuiven. De socialist slaagde erin de Duitse eenmaking te koppelen aan de opgave van de Duitse mark, de ‘financiële atoombom’, die de Fransen al decennia een doorn in het oog was. Via de euro hoopten de Fransen alvast hun monetaire macht terug te winnen.

Er is nooit een echte deal geweest tussen Kohl en Mitterand waarbij Duitsland de D-Mark opgaf om door te kunnen gaan met de Duitse hereniging, want die eenmaking was niet te stoppen. Maar Frankrijk zou er zonder dit momentum nooit in geslaagd zijn Kohl ervan te overtuigen de Duitse mark zo snel te vervangen door de euro.

Dat de Duitse politici akkoord gingen met het opgeven van de geliefde Duitse mark valt te begrijpen als een soort vrijwillige herstelbetaling aan de rest van Europa. Kohls ‘bewijs van goed gedrag en zeden’, dat aantoonde dat hij nog steeds Thomas Manns gezegde ‘Wij willen geen Duits Europa, maar een Europees Duitsland’ aanhing. Volgens de Duitse controversiële socialist Thilo Sarrazin is de euro zelfs een rechtstreeks gevolg van het schuldgevoel van de Holocaust.

Dat een dergelijke idee niet uit de lucht is gegrepen toont het volgende voorbeeld. In een Bundesbank-vergadering in 1978 trachtte toenmalig Bondskanselier Helmut Schmidt de sceptische centrale bankiers te overtuigen monetaire beslissingen te nemen die tegen de Duitse belangen ingingen. Hij argumenteerde als volgt: ‘hoe meer succes we hebben op het vlak van buitenlandse politiek, sociaaleconomische aangelegenheden en militaire zaken, hoe langer het zal duren tot Auschwitz wegzinkt in de geschiedenis.’ Met andere woorden, Duitsland moet zichzelf soms in de voet schieten om de herinnering aan de Holocaust te doen vergeten.

Quid Merkel?

Elders op doorbraak.be staat een bespreking van Frits Bolkesteins voorstel om parallel naast de euro een nieuwe noordelijke ‘guldenmark’ in te voeren voor de ‘triple-A-landen’ in de eurozone. In het Nederlandse praatprogramma Pauw & Witteman uitte de oud-Europees Commissaris zijn vrees dat de Duitse bondskanselier Angela Merkel nog niet mee kan stappen in zo’n verhaal, omdat Duitsland niet in de eerste plaats aan de eigen belangen kan denken door de ‘last van het verleden’.

Kohl wilde met het offer van de D-Mark de vrees voor Duitse dominantie wegnemen maar vandaag is de germanofobie groter dan ooit. Hoe lang zal de huidige generatie Duitse politici de last van het verleden nog blijven dragen, dat is één van de belangrijkste vragen in de huidige eurocrisis. Indien de generatie Merkel zich zou verlossen van de ‘historische ballast’ dan zal het land in de toekomst niet langer moeten doen alsof Frankrijk op gelijke voet staat en moet het niet langer eerst denken aan de partners en daarna pas aan zichzelf.

Indien de herinnering aan de Tweede Wereldoorlog levendig wordt gehouden – en daar doen de betogers in de perifere landen hun uiterste best voor – dan zal Duitsland misschien geen andere uitweg zien dan de portemonnee blijven bovenhalen.

Sander Roelandt (1989) is medewerker in het Europees Parlement en volgt er verschillende economische commissies.

Meer van Sander Roelandt
Commentaren en reacties