Verhofstadt, Mak of Baudet
Maandag - Europadag
Vorige week donderdag besprak Terzake de toekomst van de Europese Unie. De sympathieke muzikant Bent Van Looy sprak als verrassingsgast tien minuten over de ‘prachtige culturele diversiteit binnen Europa’, waarna eurofederalist Guy Verhofstadt een pleidooi mocht houden voor Europese samenwerking. Alsof samenwerking enkel kan onder de vorm van een federale EU en de eurokritische(re) stemmen samenwerking afwijzen. Au contraire.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementBij Guy Verhofstadt aan tafel zat Lander Piccart, voorzitter van de Vlaamse jeugdraad. Als ex-KSJ-leider probeerde hij de kijker ervan te overtuigen dat we de grote problemen niet in ‘ons kleine België, of Vlaanderen, kunnen aanpakken’. Een verdedigbare stelling: milieupolitiek, energievoorziening of defensie zijn beleidsdomeinen die via internationale samenwerking georganiseerd kunnen worden als daarvoor een democratisch draagvlak bestaat.
De eurorealistische en eurosceptische stemmen wijzen die internationale samenwerking ook niet af, integendeel; velen onder hen willen net méér internationale samenwerking en minder bevoegdheidsoverdrachten naar een gecentraliseerd machtscentrum in Brussel. Het debat over de toekomst van de EU gaat helemaal niet over de noodzaak van internationale samenwerking, maar over hoe we die Europese samenwerking moeten organiseren.
Moet er meer macht naar de Europese instellingen in Brussel of is het beter om de bevoegdheden zo dicht mogelijk bij te burger te houden? Willen we dat de Europese economieën, landen en nationale identiteiten opgaan in één Europees project of ligt de kracht van Europa net in de diversiteit, competitie en samenwerking tussen de verschillende culturen, politieke tradities en overheden? Willen we de Verenigde Staten van Europa of een Verenigd Europa van Staten?
In de studio van Terzake zaten donderdag pleitbezorgers van drie verschillende organisatiemodellen voor de EU bij elkaar.
Voor Europa!
Guy Verhofstadt, dat moet je hem aangeven, heeft een duidelijke visie. Hij wil een echte Europese regering, een groter Europees budget, Europese belastingen, een Europees asiel- en immigratiebeleid, eurobonds, een eengemaakt sociaal, economisch en financieel beleid, een Europees buitenlands beleid met één buitenlandse minister en een Europees leger, een Europese diplomatieke dienst, een Europese zetel in de VN Veiligheidsraad en ten slotte een Europees openbaar ministerie en een Europese veiligheidsdienst.
Voor Verhofstadt zijn aparte naties voorbijgestreefd en is de enige mogelijke organisatievorm een federale Verenigde Staten van Europa. Aangezien ‘het ultieme gevolg van identiteitsdenken de gaskamers van Auschwitz zijn’, moet onze nationale eigenheid opgaan in een post-nationale Europese identiteit. In Terzake herhaalde Verhofstadt, nu de Europese verkiezingen dichter bijkomen, bovenstaande gedachtegang niet meer, maar het komt allemaal uit Verhofstadts gepubliceerde teksten van de voorbije jaren.
Aandacht voor het lokale
Geert Mak, auteur van het veelgeprezen boek ‘In Europa’ en naar eigen zeggen een ‘linkse, progressieve, multiculturalist’ verdedigde in Terzake de huidige EU, maar legde ook uit waarom hij Verhofstadts toekomstvisie niet deelt: ‘Europa als Staat, dat is precies het probleem. Voor een natie heb je een verbeelde gemeenschap nodig, een vorm van solidariteit die door de generaties heen gaat.’ Volgens Mak bestaat die gemeenschap wel degelijk ‘diep van binnen’ in de Unie, maar is hij sterk aangetast door de eurocrisis.
Mak denkt dat er een groot debat moet komen na de Europese verkiezingen. Hij wil de huidige EU behouden, maar met meer aandacht voor het lokale. Op het einde van de uitzending kwam de Nederlandse auteur nog straf uit de hoek en vergeleek hij de euro met een handgranaat. ‘Om de euro te verstevigen heb je een politieke eensgezindheid nodig die in de verste verte niet meer te bekennen is. Juist om de Unie te redden moet je de euro, zoals een handgranaat, bedachtzaam ontmantelen.’
De Nederlandse jurist en historicus Thierry Baudet is de tegenpool van Geert Mak. Hij is rechts, conservatief en nationalist. Hij denkt dat die Europese ‘natie’ nooit bestaan heeft en dat de pogingen van de Europese leiders om steeds meer te centraliseren en te integreren averechts werken. ‘De verschillende tradities en talen in één mal persen, heeft als effect dat mensen niets meer met de EU te maken willen hebben.’ Hij ziet de nationale parlementen als het enige forum waarin die politieke gemeenschap gestalte kan krijgen.
Een nieuwe start
Voor Baudet zijn de Europese culturele en taalkundige diversiteit een onoverkomelijk obstakel om van de EU een land te maken. Hij verwees daarbij naar het gefaalde Belgische project: ‘Na 180 jaar is het niet gelukt om de taalbarrière in België te overbruggen. Als dat met twee landen al zo moeilijk is, hoe gaan we dat dan ooit doen in Europa?’ Wat we missen, volgens Baudet, is een poging om over alternatieven te praten. Baudet wil een ‘Brits’ Europa: een EU gebaseerd op vrijhandel en vrijwillige politieke samenwerking. (Zie kadertekst onderaan)
Als de EU zich concentreert op haar oorspronkelijke kerntaak; handel binnen de Europese interne markt vergemakkelijken en daarnaast platform bieden voor Europese samenwerking tussen wie wil, worden twee grote problemen opgelost. Het democratisch deficit verdwijnt omdat de huidige nationale Potemkin-parlementen terug inspraak krijgen in het Europese beleid en daarnaast zorgt een flexibilisering van de EU ervoor dat wie Europees wil samenwerken, niet tegengehouden wordt door wie niet wil.
Misschien dat Terzake het volgende keer dus kan hebben over de echte vraag die zich stelt bij de Europese verkiezingen over vier maanden: (hoe) moet de EU zich hervormen zodat ze terug aansluiting vindt bij de nationale democratische tradities? Kiezen we voor een federale EU? Een beperkte of grote hervorming van de EU? Of helemaal géén EU? Niemand die gelooft dat de huidige institutionele mengelmoes nog lang zal meegaan. Benieuwd wat Bent van Looy en Lander Piccart daarover denken.
Een Brits Europa
Vanuit Vlaanderen krijgen we het gevoel dat de Britten, met Premier David Cameron voorop, niets goed kunnen zeggen over de EU en er vooral zo snel mogelijk uit willen. Dat klopt echter niet. Cameron wil wel degelijk in de EU blijven, ondanks veel tegenstand van de eurosceptische flank binnen zijn partij en de verhoogde druk van de succesvolle UK Independence Party van Nigel Farage. Cameron kondigde vorig jaar een ‘in or out’-referendum aan, maar beloofde eerst te proberen de Unie van binnenuit te hervormen.
Vorige week legde Andrea Leadsom, een invloedrijk parlementslid van de Britse conservatieven, in het Duitse weekblad Der Spiegel uit hoe zo’n Brits Europa er dan moet uitzien. Ze toert als lid van de EU Fresh Start groep van de ene naar de andere Europese hoofdstad om te lobbyen voor de Britse visie. Wat begon als een poging om de relatie tussen het Verenigd Koninkrijk en de EU te heronderhandelen, verandert langzaam en via gesprekken met buitenlandse gelijkgezinden in een paneuropees project voor een nieuwe start voor de EU.
Leadsome wil eerst en vooral een politiek akkoord tussen de achtentwintig Europese lidstaten dat stelt dat de EU niet langer ‘een steeds hechtere unie’ beoogt. Sinds het verdrag van Rome ter oprichting van de EEG (1957) is dat namelijk officieel het doel van de Europese samenwerking. Het kan niet zijn dat een federale Unie het einddoel blijft en dat er enkel onderhandeld kan worden over de snelheid waarmee Europa integreert.
Ten tweede wil Leadsome ook een ‘rode kaart’ aan de nationale parlementen geven. Dat betekent dat lidstaten wetsvoorstellen van de EU kunnen terugsturen naar Brussel en ook bestaande wetgeving kunnen terugdraaien. In principe zouden de lidstaten die een bepaalde wet of bevoegdheid wél Europees willen dan via versterkte samenwerking verder kunnen werken. Een soort confederale EU waarbij het de lidstaten zijn die beslissen wat ze samen aanpakken.
FOTO: Doorbraak (Thierry Baudet)
Categorieën |
---|
Tags |
---|
Sander Roelandt (1989) is medewerker in het Europees Parlement en volgt er verschillende economische commissies.
Marianne Thyssen is het slachtoffer geworden van een Tjevenstreek: de haar toegekende Europese portefeuille is niet zo dik als verwacht.
De reislust voert uw schrijver naar de Maas en Brussel, waar hij onthaald wordt door een villa, kunstschilders en een schaamteloos jonge fotograaf.