Vandaag 362: de grote tempel van Apollo in het losbandige Daphne wordt platgebrand door christenen
Een verbeelding van Daphne aan de Orontes door Abraham Ortelius, vroege zestiende eeuw
De tempel van Apollo in Daphne werd beroemd als één van de voornaamste plekken voor de verering van Apollo, en berucht om zijn lusthoven en liederlijk vertier. Christenen brandden de tempel plat.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementOp 22 oktober 362 wordt de grote, prachtige tempel van de god Apollo in Daphne, Syrië, volledig platgebrand door de plaatselijke christenen. Daphne is een oud Syrisch dorp in Klein-Azië, tegenwoordig in Hatay, de zuidelijkste provincie van Turkije. Daphne was een voorstad van Antiochië. Het ontleent zijn naam aan een nabijgelegen laurierbos, waar jaarlijks festivals werden gevierd ter ere van Apollo Daphnius. Oorspronkelijk staat in het bos van Daphne enkel die tempel voor Apollo. De tempel van Apollo in Daphne wordt bekend als ‘vrijplaats’, waar men veilig is voor het gerecht.
Daphne wordt daarna een van de favoriete toevluchtsoorden van de Seleuciden, de Griekse vorsten die na de dood van Alexander de Grote in 323 v. C. de macht overnamen in het oostelijk deel van zijn rijk (Babylonië, Syrië, Anatolië). Ze bouwen er paleizen en lusthoven. Zo krijgt Daphne een reputatie als plaats van losbandigheid. Mores Daphnici werd een begrip en verwijst naar het morele verval, met doorlopend schranspartijen en liederlijk vermaak met lichtekooien. De Romeinse schrijver en satiricus Juvenalis schrijft later ‘In Tiberim defluxit Orontes’, ‘de Orontes mondt uit in de Tiber’ (in Rome). Hij is van mening dat de afname van ethische normen in Rome is overgewaaid uit Daphne. Niettemin verbleven Romeinse veldheren op doortocht in Antiochië vaak en maar al te graag in Daphne.
Maar met de komst van de Romeinen worden er plots vele villa’s gebouwd in de bossen rond de tempel. De bouwwoede neemt nog toe onder keizer Claudius in de eerste eeuw na Christus. Hij organiseert populaire sportcompetities in Daphne. De bronnen in het bos werden omgebouwd tot fonteinen. De jachtpartijen in de bossen rond Daphne worden bijzonder gewaardeerd door rijke Romeinen. De luxueuze residenties in deze streek raken snel bekend over het hele Romeinse Rijk. De Romeinen spreken ironisch van Antiochia ad Daphne (Antiochië bij Daphne), in plaats van de echte naam Antiochia ad Orontes (Antiochië aan de Orontes rivier).
De christelijke onderkeizer Constantius Gallus (351-354) laat, om de heidense cultus uit te roeien, de relikwieën van Sint-Babila daarheen verhuizen en in de Apollotempel bijzetten. Julianus de Grote (voor de christenen ‘de Afvallige’) hekelt de aanval van de ‘Galileeërs’ en beveelt de sluiting van de kathedraal van Antiochië. Hij schrijft twee befaamde verhandelingen, Over koning Helios en Tegen de Galileeërs, en reageert met zijn Misopogon op de beschimpingen die hij ontvangt van aanhangers van het nieuwe geloof.
Christenen branden de Apollotempel van Daphne uiteindelijk in 362 plat, maar comes orientis (gouverneur van het Oosten) Julianus, oom langs moederskant van de keizer, laat de tempel herstellen.
Categorieën |
---|
Tags |
---|
Luc Pauwels is historicus, gewezen bedrijfsleider en stichtte het tijdschrift 'TeKoS'.
Schrijfster Henriëtte Roland Holst groeide op als notarisdochter en werd onder invloed van Herman Gorter marxiste. Ze evolueerde van sociaal-democrate tot overtuigd communiste.
‘Afgrond’ verhaalt de waargebeurde verhouding tussen Venetia Stanley en de veel oudere Britse premier Henry Asquith, die leidde tot een kabinetscrisis.