Verbannen! De zaak Vandermeulen
De IJzertoren in Diksmuide.
foto © Reporters
Honderd jaar geleden strafte de Belgische legerleiding de priester Paul Vandermeulen als afschrikking voor de Vlaamsgezinde soldaten.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementHonderd jaar geleden waren het woelige tijden aan het front. Niet zozeer de Duitsers, maar de Vlaamse zaak baarde de Belgische legerleiding zorgen. Er was de Open Brief van de Frontbeweging en de blijvende discussie over de vernederlandste Gentse universiteit. En dan worden wel eens overhaastte onverstandige beslissingen genomen of te snelle straffen.
Limburgs priester
Paul Vandermeulen (1893-1975) studeerde theologie in Luik. Als Limburgs student engageerde hij zich in het Algemeen Katholiek Vlaamsch Studentenverbond (AKVS). Hij was oorlogsvrijwilliger en brancardier, en werd in augustus 1915 omwille van zijn moed gedecoreerd met het erekruis in de Sint-Jorisorde. Tot priester gewijd in 1916 komt hij op voor de Vlaamse studenten met onder andere de publicatie van het Limburgsch Studentenblaadje voor Oorlogstijd.
Omwille van enkele van zijn artikels over de Raad van Vlaanderen en de vernederlandsing van de universiteit van Gent, werd hij door hoofdaalmoezenier mgr. Marinis ontslagen als zijn medewerker -een van zijn artikels werd immers opgepikt door de activistische pers en werd herdrukt in Onze Taal, het tijdschrift van het Vlaamse krijgsgevangenenkamp in Göttingen.
Cézembre
Op 29 augustus wordt hij uiteindelijk naar de tuchtcompagnie van Cézembre -een eilandje voor de kust van Saint-Malo – overgeplaatst. Hoewel het hier strikt gesproken ging over een administratieve maatregel was de verbanning van Vandermeulen bedoeld als een duidelijk voorbeeld van minister van oorlog De Ceuninck naar de flaminganten aan het front toe.
Paul Vandermeulen was het slachtoffer van een paniekreactie van de Belgische regering en legerleiding na het verschijnen van de eerste Open Frontbrief op 11 juli 1917 en de verspreiding van een tweede Open Frontbrief aan Albert I de volgende maand.
De vervolging van een priester liet tevens zien hoe de spanningen rond de taalproblematiek gedeeltelijk ook langs levensbeschouwelijke lijnen liepen. De Frontbeweging werd geschraagd door de vele frontaalmoezeniers en brancardiers uit de rangen van de Katholieke Kerk, terwijl de legerleiding een Franstalig, liberaal én antiklerikaal bolwerk was.
Ten Huize van
Paul Vandermeulen kreeg na de oorlog een bisschoppelijk schrijfverbod, werd collegeleraar en trad in bij Trappisten in de Achelse kluis. Vandaaruit stichtte hij een klooster in Kasanza, een afgelegen plek in Congo. Hij stierf in 1975, 82 jaar oud. Op de digitale Bibliotheek van de Nederlandse letteren is een interview met Paul-Pater Lambertus- Vandermeulen bewaard gebleven met De oude pater, door Joost Florquin, in de reeks Ten Huize Van (boek gepubliceerd in 1976).
Raf Praet (1989) studeerde klassieken aan de universiteit van Gent. Na twee jaar als onderzoeksmedewerker in de byzantinistiek aan deze universiteit, voltooide hij zijn doctoraatsstudies in de oude geschiedenis aan de universiteiten van Groningen en Gent.
De Frontbeweging speelde in op de rol van de VS na het einde van de Grote Oorlog. VOS Vlaamse Vredesvereniging haalt die banden terug aan.
Amerikakenners Roan Asselman en David Neyskens bespreken de actualiteit aan de overkant van de oceaan.