‘Verkiezingen worden beschouwd als hinderpaal’
Links en Vlaams: een utopie? (I)
Jef Turf, gewezen Vlaamse voorzitter van de Kommunistische Partij van België, analyseerde deze zomer in een uitgewerkte lezing voor de VVB-afdeling Veurne onze politieke toestand. Wij brengen zijn visie in drie delen.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementHet is precies 24 jaar geleden dat ik nog in ’t openbaar het woord gevoerd heb bachten de kupe. Het was op uitnodiging van het lokaal comité dat ‘SOS-Lovaert’ had opgericht, met Willy Matthijs en Michel Calewaert. Dat comité verzette tegen de bovengrondse opslag van radioactief afval in de Westhoek. Mijn taak was, als kernfysicus, toelichting te geven bij de gevaren verbonden aan het project van de regering, die geen blijf wist met het afval dat gedurende eeuwen gevaarlijk zou blijven.
Het volk van ‘bachten de kupe’ in actie
Op 27 maart 1989 trok een betoging door de Vlaamse polders, onder leiding van de achttien burgemeesters. Heel het sociaal weefsel, dat men tegenwoordig ‘het middenveld’ noemt, was massaal aanwezig. De rij boerentractoren was eindeloos. Mandatarissen van alle politieke kleuren hadden hun steun toegezegd. De West-Vlaamse provincieraad had ondubbelzinnig stelling genomen tegen het dumpingplan. Luc Dewaele schreef het wagenspel ‘Two to Loo too’ over de avonturen van het duo Radio en Actief. Die echt Vlaamse betoging van Vlaamse mensen en Vlaamse organisaties, heeft op mij een diepe indruk nagelaten. Een volk in verzet. En bovendien: het volk heeft het gehaald tegen de Elektrabel-gigant en zijn dienstbare regering. Er is geen opslagplaats voor radioactief afval gekomen in de Westhoek!
Om nu tot het thema van mijn toespraak te komen: was die massale beweging tegen de opslag van radioactief afval links of rechts? Was de doorgaans brave bevolking van de Westhoek plots naar links gedraaid bij deze confrontatie met één van de uitwassen van het nationaal wanbeleid?
Mijn antwoord is ‘neen’. Wanneer het om het volk gaat, is het onderscheid tussen ‘links’ en ‘rechts’ artificieel. Er bestaat geen ‘links’ volk of geen ‘rechts’ volk. Een volk IS. Toegepast op het volk, zijn de begrippen ‘links’ en ‘rechts ‘ in handen van de machthebbers slechts middelen om het volk te verdelen. En wie het kan verdelen, wint. Vandaar de enorme actuele strijd om de geesten van de mensen. Maar dit vergt wat meer uitleg.
Vroeger werden ongewenste initiatieven door de heersende klasse met geweld bedwongen. Een betoging voor stemrecht? Een mars voor tewerkstelling? Een te langdurige staking? Men stuurde de politie, de rijkswacht, al of niet te paard, het leger. Men schoot er op. De afwikkeling werd toevertrouwd aan een wraakgerecht, of er werden administratieve maatregelen genomen. Vandaag gebeurt dat in onze contreien veel minder: men heeft geleerd dat rechtstreeks geweld niet de beste oplossing is. Het gaat er veeleer om ongewenste acties te voorkomen door het volk ervan te overtuigen dat het gevoerde beleid het best mogelijke is, ja de enige mogelijkheid.
Democratie
Daarom heeft de ideologie een grote plaats ingenomen in het politieke debat. Het volk moet overtuigd worden van de weldaden van het neo-liberaal systeem, van de meerwaarde van België, van de Europese Gemeenschap, van het internationaal globalisme, enz.. Vandaar dat de nadruk gelegd wordt op de ideologische strijd. Wanneer men de geesten van de mensen kan winnen, is men best verzekerd van het behoud van zijn voorrechten. Je kunt tegenwoordig geen krant meer open slaan op geen radio of TV open zetten, of je wordt bekogeld met ‘nieuwe’ ideologieën van partijvoorzitters en van geleerde professoren of zelfverklaarde specialisten. Zonder het altijd expliciet te vernoemen, is de toekomst van België de hoofdbrok van het ‘nieuwe denken’. We worden ervoor gewaarschuwd dat een autonoom Vlaanderen een rechts, ondemocratisch en a-sociaal Vlaanderen zal zijn. De referenties naar de jaren dertig van vorige eeuw moeten dat illustreren. Naar het schijnt zullen we in geval van Vlaamse autonomie niet meer kunnen genieten van de Belgische meerwaarde.
Eigenaardig genoeg gaat die woordenstrijd niet zozeer tussen Vlamingen en Franstaligen, maar zijn het Vlamingen zelf die een autonome toekomst afwijzen ,omwille van het rechtse karakter van zulk een toekomstig Vlaanderen.
Maar terwijl die dames en heren zich grote zorgen maken over hun toekomst in het autonome Vlaanderen, laten zij gewoon de afbraak van onze huidige democratische waarden doorgaan!
Laat ons dat even onder de loep nemen.
Democratie. Ik weet dat dit een containerbegrip is, waar men voorzichtig moet mee omgaan. Ooit heb ik, na de val van de muur van Berlijn, een Amerikaans president horen zeggen dat het recht van een stem uit te brengen de essentie van de democratie is. Dat is niet mijn mening: men kan een stem uitbrengen, terwijl alle voorzorgen genomen worden dat ze niet effectief zal zijn. Democratie volgens mij betekent de reële mogelijkheid van de bevolking , van bottom to top, invloed te hebben op het beleid, ook tussen twee stembeurten in. Wat stellen wij hier vast? De vrees voor verkiezingen overheerst: de vrees dus dat de mening van de kiezer niet strookt met die van de beleidsmensen. Zelfs de socialisten vinden dat men zo weinig mogelijk verkiezingen moet hebben en als die er zijn, moeten ze samen vallen, zoals gepland volgend jaar. Kan men duidelijker zeggen dat verkiezingen eerder een hinderpaal zijn voor het doorvoeren van een (asociaal) beleid?
Meerderheid wordt minderheid
Maar er is meer. De zogenaamd ‘democratische’ verkiezingen in ons land, hebben tot gevolg gehad dat een (Franstalige) minderheid tot meerderheid is omgetoverd. En dit met het akkoord van de Vlaamse regeringspartijen. Wanneer er gevaar dreigt dat de meerderheid van het parlement een wet zou goedkeuren die in gaat tegen de mening van de Franstaligen, krijgen deze laatsten alle mogelijkheden om zulk een initiatief af te remmen. Wat geleid heeft tot de kermismolen van Brussel-Halle-Vilvoorde, waar zelfs onze Duitstalige landgenoten werden opgevorderd om het Franstalige spelletje mee te spelen. En zeggen dat inderdaad vijf minuten politieke moed van de Vlamingen had volstaan om BHV te splitsen zonder de woekerprijs die we er nu hebben voor moeten betalen.
Maar er is meer: op binnenlands vlak wordt de macht van het parlement beknot door een steeds grotere delegatie van het wetgevend werk van het parlement naar de uitvoerende macht. De verkozenen mogen nog slaafs de regeringsvoorstellen bekrachtigen, dikwijls zonder nog echt te weten waarover het gaat.
Er is nog meer: fundamenteel leven wij in een corrupt regime. Verkozenen van het volk hebben een status die ver verheven is boven de kiezers. Zij hebben een inkomen ver boven dat van hun meeste kiezers en kunnen op die wijze zich het leven van de mensen die zij heten te vertegenwoordigen niet meer voorstellen. Bovendien krijgen zij, al zij braaf zijn, wel een paar mandaatjes om hun oude dag gezellig en lucratief te maken. Wie dwars ligt, kan een kruis maken over zijn politieke carrière
Braaf zijn betekent zich te gedragen naar de bevelen van de partijtop die de kieslijsten samenstelt en dus beslist wie verkozen wordt. Het resultaat is dat de junta van de partijvoorzitters veel meer invloed heeft dan de kiezers zelf.
Moesten de heren en dames verkozenen dan nog goed hun werk doen, maar neen: zoals onlangs bekend werd gemaakt stellen organisaties uit het ‘middenveld’ de ontwerpen van wetteksten op…
En, jawel, er is nog meer. Ik haal Anton Roosens aan: ‘het reeds gemuilkorfde parlement wordt dan volledig gecastreerd door een systematische overdracht van de besluitvorming inzake economische en sociale politiek, van het nationale parlement naar een reeks supranationale, geheime onderonsjes van de verenigde heersende klassen. Dit komt vooral van pas voor de sociaaldemocratische partijen. Zij vinden daar het gedroomde alibi om hun medeplichtigheid te vergoelijken aan een politiek, die steeds meer indruist tegen de belangen van de arbeidende bevolking: het is niet hun schuld maar die van allerlei ongrijpbare en mysterieuze vreemde machten. Zij paaien hun kiezers met de hersenschim te zullen werken aan de democratisering van de supranationale instellingen!’
Dat alles heeft hier de naam van ‘democratie’, waar wij zo fier op gaan…
(Dit is het eerste deel van de analyse. Morgen deel twee.)
De auteur was actief in de Kommunistische Partij van België, waarvan hij de Vlaamse voorzitter was. Hij is lid van de Gravensteengroep. Het boek van de Gravensteengroep ‘Land op de tweesprong’ is verkrijgbaar via onze webwinkel.
<Vindt u dit artikel informatief? Misschien is het dan ook een goed idee om ons te steunen. Klik hier.>
Categorieën |
---|
Doorbraak publiceert graag en regelmatig artikels die door externe auteurs worden aangebracht. Deze auteurs schrijven uiteraard in eigen naam en onder eigen verantwoordelijkheid.
Toon Vandeurzen (CD&V): ‘Laat ons opnieuw vanuit Vlaanderen als bakermat van de beurs een stap zetten naar een nieuwe evolutie: een meerlandenbeurs.’
Jack London was een veelschrijver én avonturier. Zijn omzwervingen overtuigden hem van de noodzaak van een socialistische samenleving, een idee dat hij verwerkte in zijn boeken.