JavaScript is required for this website to work.
Binnenland

Vlaams nationale gentleman Paul Van Grembergen

Mark Deweerdt6/6/2016Leestijd 5 minuten

Met Paul Van Grembergen is een politicus gestorven die in alle opzichten boven het maaiveld uitstak.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Gedreven door een ideaal en langetermijnvisie – “van het vaderland van de Vlamingen hun thuisland maken” –, afkerig van machtswellust en dagjespolitiek, gecultiveerd, integer en minzaam, wars van al wat vulgair is. En vooral een parlementair redenaar zoals er nauwelijks nog zijn.

Paul van Grembergen werd op 18 september 1937 geboren in het Oost-Vlaamse Eksaarde. Na zijn humaniora aan het Koninklijk Atheneum in Boom en Eeklo, begon hij het noviciaat bij de jezuïeten in Drongen, maar na enkele jaren trok hij naar het Hoger Instituut voor Sociale Wetenschappen in Gent, waar hij het diploma van maatschappelijk assistent behaalde. In 1961 werd hij leraar aan de Provinciale Technische School in Assenede. Hij onderwees er godsdienst en actuele wetgeving en sociale problemen.

Van Grembergen stamde niet uit een Vlaamsgezinde familie. Hij werd flamingant ten tijde van de acties tegen Expo 58, de Wereldtentoonstelling in Brussel, die België als een overwegend Franstalig land trachtte voor te stellen, en gaandeweg Vlaams-nationalist. Midden de jaren 1960 sloot hij zich aan bij de Volksunie. Al in 1968 werd hij provincieraadslid voor die partij. Bij de gemeenteraadsverkiezingen van 1970 werd hij het eerste VU-raadslid en tevens de eerste VU-schepen in Ertvelde, de gemeente waar hij sinds zijn huwelijk, eind 1967, woonde (bij de fusie van 1976 werd Ertvelde deel van Evergem). Zijn politiek engagement bracht hem in conflict met de kerkelijke overheid; hij kreeg verbod nog langer godsdienstles te geven. 

Brugfiguur 

In 1974 werd Van Grembergen verkozen tot Kamerlid voor het kiesarrondissement Gent-Eeklo en zegde hij het onderwijs vaarwel. Van 1979 tot 1981 leidde hij de VU-fractie in de Kamer, vervolgens die in de Vlaamse Raad. In 1985 werd hij niet herkozen als Kamerlid, maar de Volksunie viste hem op als gecoöpteerd senator. Ook in de Senaat was hij fractievoorzitter. In die periode was hij ook algemeen secretaris van zijn partij. In 1987 keerde hij naar de Kamer terug en werd hij opnieuw fractieleider in de Vlaamse Raad. Bij de afschaffing van het dubbelmandaat en de rechtstreekse verkiezing van de deelstaatparlementen, in 1995, koos hij voor het Vlaams Parlement. Het lag voor de hand dat hij er de Volksuniefractie leidde.

Zijn aversie voor de verzuiling en voor wat hij het machtspolitieke denken en handelen van de CVP noemde, maakten van hem na de ‘dioxineverkiezingen’ van 13 juni 1999 een pleitbezorger van ‘paars-groen’, de coalitie van VLD, SP en Agalev. De Volksunie hielp ze aan een meerderheid in het Vlaams Parlement en bedong voor haar toetreding tot de Vlaamse regering het Lambermontakkoord (over de vijfde staatshervorming, dat de partij evenwel verdeelde). Van Grembergen stond in het pro-kamp (sommigen brachten dat in verband met de steun die hij van Verhofstadt had gekregen om na de gemeenteraadsverkiezingen van 8 oktober 2000 burgemeester van Evergem te worden).

In de richtingenstrijd in de Volksunie trachtte hij als wijze nestor, samen met Herman Lauwers en Jan Loones, met veel geduld te bemiddelen tussen de strekking-Anciaux en de strekking-Bourgeois. Zijn uitval naar Geert Bourgeois, die hij ‘Dieu’ noemde, wierp begin 2001 evenwel een smet op zijn blazoen van verzoenende brugfiguur. Kort nadien liet hij weten dat hij op 31 augustus 2001 ontslag zou nemen uit het Vlaams Parlement en zijn politieke loopbaan zou beëindigen als burgemeester van Evergem. 

Minister 

Het lot besliste er anders over. In mei werd Johan Sauwens, die in de Vlaamse regering minister van Binnenlands Bestuur, Ambtenarenzaken en Buitenlandse Handel was, door de andere coalitiepartijen gedwongen ontslag te nemen omdat hij aanwezig was geweest op een bijeenkomst van het Sint-Maartensfonds, de vereniging van gewezen Oostfronters. Fractie en partijbestuur droegen Van Grembergen als opvolger voor – een bewijs dat hij in de verscheurde partij op brede steun kon rekenen.

Toen de Volksunie enkele maanden later definitief uiteenviel, trok Van Grembergen naar de Spiritgroep van Bert Anciaux. Op de vraag naar het waarom van deze voor de meeste waarnemers verrassende keuze – men had hem ter wille van zijn ‘klassiek’ Vlaams-nationaal profiel eerder bij de N-VA verwacht – antwoordde hij: ‘Ik weet dat sommigen mijn keuze niet begrijpen, om twee redenen: het Vlaams-nationalisme en het libertaire aspect. De Volksunie was een partij van federalisten met een sociale hartenkreet. Federaal en sociaal, was onze leuze. Dat weerspiegelt zich meer in Spirit dan in de N-VA, waar het staatsnationalisme dat natiestaten tegen elkaar opzet, sterker is dan het federalistisch-maatschappelijk verhaal dat bindt. Wat het libertaire betreft, ga ik ervan uit dat elke mens het recht heeft om z’n diepste zijn te verwezenlijken en de overheid niet regelgevend moet optreden. Natuurlijk heeft het met waarden te maken, maar waarden zijn niet altijd universeel. De familiewaarde die Vlaanderen tot in de jaren 1950 kende, toen ouders, kinderen en grootouders in grote financiële en emotionele mededeelzaamheid onder één dak woonden, is verdwenen. Ik kan dat betreuren, maar ik kan ze niet bij wet herinvoeren. Als het gaat om waarden die de publieke ordening betreffen, is Spirit niet libertair. Maar als het gaat om de keuze voor een partner, een religie, zelfs voor euthanasie, dan moet Spirit niet tussenbeide komen.’ (De Tijd, 11 mei 2002).

Onder druk van VLD-voorzitter De Gucht stond ‘lichtgewicht’ Spirit in juli 2002 één van zijn twee ministerambten af: Bert Anciaux nam ontslag, Van Grembergen nam zijn bevoegdheden Cultuur, Jeugd en Vlaamse Rand over (en moest Buitenlands Beleid afstaan aan Jaak Gabriëls, VLD; de andere bevoegdheden van Anciaux werden verdeeld tussen nieuwkomer Guy Vanhengel, VLD, en Mieke Vogels, Agalev). Zo beëindigde Van Grembergen zijn politieke loopbaan als ‘superminister’ en lid van ‘de kern’ van de Vlaamse regering. In 2004 duwde hij nog de sp.a-Spiritlijst voor het Vlaams Parlement in Oost-Vlaanderen, maar hij werd niet verkozen (wat overigens zijn ambitie niet was).

Minzaam en welbespraakt

Paul Van Grembergen was een typische vertegenwoordiger van het democratische Vlaams-nationalisme zoals het na de Tweede Wereldoorlog gestalte had gekregen in de Volksunie. Hij was een onversneden democraat, wars van extremisme, principieel als het moest, pragmatisch als het nodig was.

Van Grembergen was een ware gentleman: erudiet, gecultiveerd, integer, wars van alles wat platvloers is. In de omgang was hij een uitermate minzaam man. Ook dat verklaart waarom hij alom respect afdwong (alleen toenmalig Kamervoorzitter Herman De Croo meende hem, ter wille van zijn rechtlijnige houding over het Nederlandstalig karakter van de Vlaamse Rand, in Knack van 25 september 2002  denigrerend  ‘dat klein manneke met een hoedje op’ te moeten noemen – wat overigens meer zegt over De Croo dan over Van Grembergen).

Als parlementslid is hij altijd een generalist geweest, een man van grote lijnen, niet van artikelen en paragrafen. ‘Ik bewonder de technische kennis van vele parlementsleden’, zei hij daarover, ‘maar soms vergeten zij het homogene en harmonieuze verhaal achter de details te brengen. Wie een detailverhaal brengt, communiceert weinig. Dat is een van de oorzaken van de afstand tussen de burger en zijn politieke vertegenwoordiging.’ (De Tijd, 11 mei 2002).

Bovenal bezat hij de gave van de welsprekendheid. Met zijn halfzware stem, zijn verzorgde taal en zijn (beeld)rijk woordenpalet, was hij een van de zeldzame parlementsleden die alle registers van de retorica konden bespelen. Aan een uitgeschreven tekst had hij geen behoefte. Van enkele woorden en gedachten op een spiekbriefje, maakte hij telkens weer een beklijvende toespraak. Wanneer Paul Van Grembergen op het spreekgestoelte stond, was het muisstil in het parlementair halfrond – een stilte die boekdelen sprak.

Foto (c) Reporters 

Doorbraak publiceert graag en regelmatig artikels die door externe auteurs worden aangebracht. Deze auteurs schrijven uiteraard in eigen naam en onder eigen verantwoordelijkheid.

Meer van externe auteurs
Commentaren en reacties