Vlaanderen, gezond en wel
Pleidooi voor een plan B na mei 2024
Operatie ‘omslag na 2024″ kan beginnen.
foto © Unsplash
In deze Vrije Tribune reflecteren Boudewijn Bouckaert, Dr. Van Ermen en Dr. Vermeyen, over de toekomst van Vlaanderen en met name de gezondheidszorg.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementIn deze Vrije Tribune reflecteren Boudewijn Bouckaert, professor emeritus Universiteit Gent, Dr. Lieve Van Ermen, voorzitter Vlaams Artsenverbond en Dr. Karel Vermeyen, lid Vlaams Artsenverbond over de toekomst van Vlaanderen en dan met name van de gezondheidszorg na 2024.
De professor heeft voor alles een oplossing
In de laatste aflevering van Casa de Papel, de beruchte Netflix-reeks, slaagt kolonel Tamayo erin de meeste leden van het team van de professor gevangen te nemen. Hij dreigt ze allemaal te executeren als de professor niet onthult waar het gestolen goud van de Nationale Bank zich bevindt. Een hopeloos dilemma voor de professor, denk je. Of het goud afgeven, of de kogel voor iedereen. Maar neen. De professor heeft altijd een plan B. Hij heeft fake-nuggets van de goudvoorraad laten maken. Tamayo kan dan de regering wijsmaken dat de goudvoorraad terecht is en de munt gedekt. De leden van het team worden doodverklaard, maar levend in een doodskist afgevoerd naar een ver land, waar ze kunnen genieten van de echte nuggets. Iedereen content dus.
De omslag van de grote roerganger
Deze passage schoot ons door het hoofd toen we het robuuste interview met Bart De Wever lazen in Business AM. De Wever hoopt op de grote omslag in 2024. Die komt erop neer dat Vlaanderen er een substantieel pak bevoegdheden bijkrijgt zodat het een beleid kan voeren dat spoort met het gevoerde beleid in de noordwestelijke landen van Europa. Dit onder meer op vlak van energie, met meer nadruk op kernenergie, op vlak van sociale zekerheid met meer nadruk op rechten en plichten, op begrotingsvlak met meer oog voor budgettaire discipline, op asielvlak met meer oog voor de ‘vol is vol’-toestand van Vlaanderen. Voor zo een omslag is er waarschijnlijk een stevige meerderheid in Vlaanderen. Tel gewoon de percentages in de laatste opiniepeilingen van N-VA, Vlaams Belang en CD&V bij elkaar, eventueel te vermeerderen met een pak centrumrechtse Open Vld-kiezers, en je klopt af op zo een 60%.
Het is moeilijk aan de overkant
Maar dat is niet genoeg in onze tweelandenstaat. Er is ook nog de overkant. Voor zijn grote omslag kan De Wever naar Francofonia roeien in twee richtingen.
Hij kan pogen zijn omslag te realiseren met een federale regering waarin MR de Franstalige steunpilaar is. MR is zeker een aantal ‘noordwestelijke’ opties van De Wever genegen. Meer kernenergie, meer begrotingsdiscipline, meer betaalbaarheid in de pensioenen, je ziet Bouchez driftig van ja knikken. Alleen, hij wil al die zaken samen met de Vlaamse rechterzijde realiseren, binnen het kader van ‘la Belgique unie’. Op het Libera!-diner van oktober vorig jaar klonk het bijna als een smeekbede: laat ons als rechtse liberalen niet verkommeren in een quasi-autonome Waalse volksrepubliek!
Hij kan de omslag proberen in een federale regering waarin de PS de Franstalige steunpilaar is. Dat is al eens geprobeerd in de hete zomer van 2019. De PS wou toen veel splitsen, al was het maar om de nachtmerrie van Bouchez realiteit te maken. Magnette is hierover nu meer terughoudend wegens het gebeuk van de leninistisch-unitaristische PTB. En mocht hij dan toch verkiezen om de splitsingsplannen van onder de korenmaat te halen, dan zal het, zoals Vld-ondervoorzitter Jasper Pillen terecht opmerkte in een interview, in ruil zijn voor een enorme zak geld.
De kans bestaat dus dat beide formules mislukken. We krijgen dan een nieuw Vivaldi zonder Noordwesten en zonder splitsing, maar met mediterranisering en herfederalisering.
Plan B. De bocht van Bouchez.
Om het absolute rampscenario van Vivaldi II te vermijden, houdt de Vlaamse rechterzijde maar best, zoals de professor van Casa de Papel, een plan B op zak. De best mogelijke ‘second best’, naast de ‘first best’ van de grote omslag, moet men zoeken in een federale regering rond de as De Wever-Bouchez waarin deze laatste als compromis een beperkte splitsing aanvaardt in ruil voor zijn medewerking aan een Noordwestelijk beleid in de niet-gesplitste domeinen.
Bouchez moet ervan overtuigd worden dat de N-VA zich geen tweede bocht van Bracke kan veroorloven en dat hij, tegen zijn unitaristische instincten in, de Vlaamse rechterzijde een belangrijke trofee moet gunnen op vlak van de staatshervorming. Kortom, in de plaats van de bocht van Bracke moet er, om in gps-termen te spreken, een flauwe bocht van Bouchez komen.
Best en meest haalbaar: de gezondheidszorg
Als er een keuze moet gemaakt worden welk domein als eerste in aanmerking komt als pasmunt in plan B, dan wint de gezondheidszorg deze veldrit met lengtes.
De argumenten hiervoor liggen voor het grijpen in de standpunten en studies vanwege onder meer het Vlaams Artsenverbond, het Aktiekomitee Vlaamse Sociale Zekerheid en de lezing van directeur-generaal Karin Moykens op de Jubileumviering van Pro Flandria. Zonder volledigheid te pretenderen zetten we de argumenten nog even op een rijtje:
Punt 1: Een inefficiënte splitsing wordt vervangen door een efficiënte
De huidige opsplitsing, namelijk de preventieve gezondheidszorg voor de gemeenschappen en de curatieve nagenoeg volledig voor federaal, oogt mooi op papier maar heeft twee zware nadelen. Vooreerst loopt er geen Berlijnse muur tussen preventieve en curatieve zorg waardoor deze splitsing soms voor Kafkaiaanse toestanden zorgt. Zo bijvoorbeeld is voor wat betreft het liggend ziekenvervoer het dringende vervoer federaal en het niet dringende gemeenschapsmaterie. Voor beide soorten vervoer staan nochtans dezelfde ambulancediensten in.
Bovendien zit deze splitsing slecht voor wat betreft de prikkels voor een efficiënt beleid. Als de gemeenschappen zwaar investeren in preventieve gezondheidszorg, plukt de federale overheid daar de vruchten van door geringere kosten in de curatieve gezondheidszorg. Politici zijn geen misdienaars. Voor de kiezers pronken zij graag met resultaten van hun publieke investeringen. Dat zij de resultaten van hun concullega’s met hun budgetten zouden financieren berust wellicht op een overschatting van hun altruïsme. Door preventief en curatief in één hand te verenigen verdwijnen deze bezwaren.
Punt 2: De toewijzing aan de gemeenschappen sluit aan bij verschillen in medische cultuur
Unitaristen zullen natuurlijk het voorgaande argument beantwoorden door te stellen dat men de inefficiënties van de huidige splitsing kan wegwerken door alles te herfederaliseren. Dit lijkt ten eerste politiek weinig haalbaar omdat daarvoor geen twee derde meerderheid in de verste verte is. ‘De pasta is uit de tube’, zoals Standaard-journalist Guy Tegenbos het treffend uitdrukte. Een herfederalisering zou ook botsen met de feitelijke situatie.
Medische preferenties verschillen sterk in Vlaanderen en Francofonia. Er zijn sterke verschillen inzake de toepassing van preventie en de zienswijze op huisartsen. Er zijn in Francofonia disproportioneel zwaardere uitgaven in medische beeldvorming, in zware apparatuur, in de hartcentra. Francofonia is gul in het toelaten van medische gediplomeerden op de markt, Vlaanderen is restrictief. Tenslotte zijn al heel wat medische diensten op basis van de gemeenschappen georganiseerd. Vlaanderen bijvoorbeeld heeft bijvoorbeeld Domus Medica, Icuro, het VNZ. De CM, de grootste mutualiteit heeft haar structuur op basis van de gemeenschappen gestructureerd.
Punt 3: De splitsing past in de vervollediging van de Vlaamse welvaartstaat.
Ziekenzorg is een persoonsgebonden materie. Bijgevolg past de toewijzing aan gemeenschappen in de logica van het Belgisch federalisme. Revolutionair is het voorstel dus niet. Dit werd ook zo gezien door alle Vlaamse partijen in de Vlaamse resoluties van 1999. Het aantal ‘gezondheidsministers‘ zou normaal, als de Franstaligen hun gezond verstand gebruiken, dalen tot twee in plaats van de huidige acht.
Punt 4; De bijzondere problemen zijn oplosbaar.
Uiteraard zullen unitaristen komen aandraven met de situatie in ‘Ost-Belgien’ en Brussel. De ‘Ost-Belgier’ moeten zelf uitmaken of zij een eigen gezondheidszorg ontwikkelen of dat zij aansluiten bij Vlaanderen of Francofonia. ‘Selbstbestimmung’ heet dat daar. Voor Brussel zullen klinieken moeten kiezen onder welke inrichtende macht zij willen vallen, terwijl de patiënten kiezen voor een Vlaamse of Franstalige mutualiteit die hun terugbetaling regelt.
Voor de Vlaamsgezinde maximalisten zal plan B wellicht te pover en teleurstellend zijn. Maar goed, Vlaanderen wordt blijkbaar geleidelijk een staat van ‘verraad’ naar ‘verraad’. Voor de minimalisten is het glas met plan B halfvol, voor de maximalisten halfleeg. Maar een halfleeg glas is alleszins beter dan een leeg glas. En dat moet in 2024 absoluut vermeden worden.
Boudewijn Bouckaert, professor emeritus Universiteit Gent
Dr. Lieve Van Ermen, voorzitter Vlaams Artsenverbond
Dr. Karel Vermeyen, lid Vlaams Artsenverbond
Categorieën |
---|
Tags |
---|
Doorbraak publiceert graag en regelmatig artikels die door externe auteurs worden aangebracht. Deze auteurs schrijven uiteraard in eigen naam en onder eigen verantwoordelijkheid.
Rani De Leeneer (N-VA): ‘De groeiende spanningen tonen aan dat traditionele partijen aan macht verliezen.’
Yukio Mishima wijdde zijn schrijversleven aan het in ere houden van Japanse tradities tegen de amerikanisering van het land in. Hij vond zichzelf daarin mislukt en trok daaruit de uiterste conclusie.