Vormgeven aan Vlaanderen
Joe English + 31 augustus 1918
Gisteren 98 jaar geleden overleed Joe English, de ontwerper van het heldenhuldezerkje voor de Vlaamsgezinde gesneuvelden van WO I.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementJoe English wordt op 5 augustus 1882 geboren als zoon van een Ier en een Vlaamse uit Brugge. In zijn werk zal Joe op welsprekende wijze uiting geven aan zijn dubbele achtergrond en de onderdrukking die Vlaanderen en Ierland verenigt. Hij volgt zijn kunstenaarsopleiding aan de academie van Antwerpen, onder het waakzame kunstenaarsoog van Juliaan De Vriendt.
Joes naarstige artistieke arbeid bleef niet lang onopgemerkt. In de impressionistische techniek en het ontoegankelijk programma van zijn werken vinden we de persoonlijkheid van de schilder terug. Een schilder met een diep religieuze en sterk morele inslag.
Joe wordt opgeroepen en komt, omwille van zijn slechte gezondheid, in een geniebataljon terecht. De bataljonsdokter en flamingant Frans Daels krijgt de toestemming om in Veurne een gasmasker te ontwikkelen. Voor dit project doet hij tevens beroep op Joe, die daarmee uit de afstompende middens van de genie gehaald werd. Testreizen voor het nieuwe gasmasker gaven Joe English de kans om in contact te komen met flaminganten aan het front. Na aflevering van het eindproduct werd Frans teruggestuurd naar het front als bataljonsdokter met inferieure rang. Joe bleef achter in het oorlogsdepot.
Na het avontuur met de gasmaskers van Frans Daels wordt Joe ingedeeld bij de compagnie van kunstenaars te Veurne. Verlost van de zware arbeid van de ‘travailleurs’ kan hij zich toeleggen op het vormgeven van de gruwel in de loopgraven en het lijden van de Vlamingen daar om hun Vlaams-zijn. Joes fijnbesnaarde kunstenaarsgeest vat met klare lijn de donkere uren in de geest van de Vlaamse frontsoldaat. Zijn werk is echter niet pessimistisch; ook in de zwartste momenten van lijden biedt het christendom hoop.
Joe English werkt in Veurne naarstig samen met Frans Daels. Hij illustreert de brochures en bundels van Daels, waarin woord en beeld verenigd zijn in een dubbele strijd; een voor het behoud van de taal en een tegen de verwilderde zeden aan het front. De Frontbeweging is een beweging van culturele verheffing; tegen onderdrukking, alcoholmisbruik en geslachtsziekten stellen Joe English en Frans Daels cultuur, taalontwikkeling en het christendom in het geweer.
In zijn uren van vruchtbare arbeid creëert Joe English een subliem embleem van het Vlaamse lijden in de loopgraven. Fijnbesnaarde religiositeit en de gruwel van de oorlog versmelten in een krachtig beeld: ‘Onze Lieve Vrouw van de IJzer’, moeder van barmhartigheid, laatste steun en hoop van de afgestompte soldaat. Joes werk zal bij ons Vlamingen een gevoelige snaar raken. Het wordt een icoon dat in verschillende vormen -reproducties, siertegels, aardewerken beeldjes en standbeelden – in Vlaanderen opduikt.
Hoewel Joes eerste werk aan het front een sterke neiging tot het karikaturale in zich heeft, evolueert de kunstenaar naar een verheven, emblematische en symbolische vormentaal. Van zijn hand zijn de meest krachtige beelden van Vlaanderens lijden aan de IJzer. Zijn verbeelding van de dood van Frans en Edward van Raemdonck (26 maart 1917) vat met scherpe trekken de paradox van de Eerste Wereldoorlog samen: broederliefde te midden van de broedermoord van Europa.
Joe verlaat van tijd tot tijd de rustige atmosfeer van het college te Veurne om aan het front dicht bij zijn kameraden en zielsverwanten te zijn. Hij kluisde dan tussen het puin van het Noordhof, tussen Ramskapelle en Pervijze, in het gezelschap van zijn kunstbroeders Samuel De Vriendt en Juliaan Platteau. Zijn ervaringen worden omgewerkt tot sublieme weergaven van het Vlaams lijden aan het front, zoals de dood van Renaat De Rudder, gesneuveld te Merkem op 17 december 1917. Zijn laatste woorden zijn de eerste van de Vlaamse beweging: ‘Alles voor Vlaanderen, en Vlaanderen voor Kristus’. Begin augustus 1918 krijgt Joe hevige krampen in de onderbuik. Ondanks een ingreep het legerhospitaal L’Océan te Vinkem stierf hij aan de gevolgen van een blindedarmontsteking. Zijn laatste gedachten waren bij zijn vrouw en twee kinderen. Een van zijn kinderen had hij nog nooit gezien.
Op 3 september 1918 wordt Joe English begraven in Steenstraete. Zijn vrienden brengen hulde aan de man die vorm heeft gegeven aan Vlaanderen, haar lijden en haar roeping als onafhankelijk volk. Juliaan Platteau vervangt Samuel De Vriendt en spreekt in naam van de cirkel kunstenaars in Antwerpen. Frans Daels eert Joes onvermoeibare arbeid voor het Secretariaat der Katholieke Vlaamsche Hoogstudenten (SKVH), waaraan hij de leuze ‘Ik Dien’ had geschonken. Filip de Pillecyn huldigt Joe voor de heerlijke idealen van deugdzaamheid, Vlaamsgezindheid en Christelijk leven, die hij in de studenten heeft aangewakkerd.
Begin 1920 ontstond een voorlopig comité dat de herdenking van Vlaamse gesneuvelden aan de IJzer zal organiseren. Op zondag 5 september 1920 werd een gedenkteken opgericht op het graf van Joe English, op het kerkhof van Steenkerke. De eerste algemene Bedevaart naar de graven van onze IJzerdoden, de eerste IJzerbedevaart, was geboren. Hoewel de bedevaarten een woelige geschiedenis hebben gekend tot op de dag van vandaag, zullen wij Joe English en onze Vlaamse doden blijven herdenken.
Raf Praet (1989) studeerde klassieken aan de universiteit van Gent. Na twee jaar als onderzoeksmedewerker in de byzantinistiek aan deze universiteit, voltooide hij zijn doctoraatsstudies in de oude geschiedenis aan de universiteiten van Groningen en Gent.
De Frontbeweging speelde in op de rol van de VS na het einde van de Grote Oorlog. VOS Vlaamse Vredesvereniging haalt die banden terug aan.
Amerikakenners Roan Asselman en David Neyskens bespreken de actualiteit aan de overkant van de oceaan.