JavaScript is required for this website to work.
post

Waar niemand leest

Analfabetisme in de Arabische wereld

Frans Crols11/10/2021Leestijd 3 minuten

Arabisch

Arabisch

foto © CC0 publiek domein

De Wereldbank publiceert een vernietigende studie over het massale analfabetisme in de Arabische wereld.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

De Wereldbank is geen bijhuis van Vlaams Belang. De excellente economische waarnemer publiceert een vernietigende studie over het massale analfabetisme in de Arabische wereld.

De wereld telt 470 miljoen Arabischsprekenden. Volgens een verslag van de Wereldbank (Advancing Arabic Language Teaching and Learning, A Path to Reducing Learning Poverty in the Middle East and North Africa) worstelen 60% van de tienjarigen van dat taalgebied, incluis Iran, met het lezen en begrijpen van een eenvoudige tekst. Het Midden-Oosten en Noord-Afrika lijden aan een hoge ‘onderwijsarmoede’. Het onderwijs diept het een gat uit tussen de kinderen en hun taal. Veel scholieren kunnen niet lezen of een tekstje schrijven.

Falend onderwijs

Het rapport wijst in diplomatieke woorden naar het falende onderwijs en meer specifiek de lessen Arabisch. Die zijn saai en houden zich onledig met grammatisch gekift. In de klaslokalen ontbreekt gedrukt lesmateriaal. Weinig scholen hebben een bibliotheek. De leraren Arabisch kennen de taal zelf onvoldoende. In de universiteiten van Groot-Arabië, om het zo te noemen, bezetten studenten met de zwakste kwalificaties de faculteiten Arabisch en religie. De leraren zijn zeer traditionalistisch. Een afranseling is pedagogische praktijk. Zestig procent van de leraren van Marokkaanse kinderen van tien hebben geen hoger onderwijs genoten. Alleen Bahrein heeft een lerarenschool voor de Arabische taal. De kinderen hebben een gloeiende hekel aan de lessen Arabisch. Nog niet 1% van de leraren leest in de klas een verhaal voor omdat het fijn is.

Thuis is er, ook omwille van analfabete ouders, geen tijd en geen zin voor een sprookje voor het slapen gaan. Slechts een kwart van de Arabische vaders en moeders doet die inspanning. In grote delen van het Westen is dat 70%. Als kind lezen voor het plezier is een hefboom voor latere goede schoolresultaten. Ook dat ontbreekt in Groot-Arabië. Naast het zwakke onderwijs gaapt de kloof tussen enerzijds het MSA — het Modern Standaard Arabisch, de taal van de overheid — en anderzijds de plaatselijke dialecten waarin de jeugd opgroeit.

Remedies

De Arabische ministeries van Onderwijs zoeken remedies, aldus The Economist. In de Verenigde Arabische Republiek (VAR) ontstaan er leeshoeken in de klaslokalen. Meisjes doen het in de Arabische wereld stukken beter dan jongens. Dat is ook een vaststelling bij scholieren met een allochtone achtergrond in Vlaanderen. De betere prestatie van de meisjes in de Arabische wereld is deels te danken aan de hogere bekwaamheid van hun vrouwelijke leraars. In Saoedi-Arabië mogen leraressen sedert een tijd, tegen de zin in van de clerus, Arabisch geven aan jongens, weliswaar afgescheiden van de meisjes. Het lokale onderwijsministerie verdeelt nu stripverhalen onder de jeugd boven de 10 met superhelden die slang spreken. Om de heiligheid van het goddelijke Arabisch van de profeet op maat van de opkomende generatie te snijden. En lezen tot een hobby te maken.

De kamp voor beter onderwijs van het Arabisch wordt begluurd door de traditionalisten. De Koran zegt dat God het Arabisch koos voor zijn boodschap omdat de taal makkelijk is te begrijpen. Wat in de praktijk niet klopt. Vlotter lezen en communiceren kan trouwens de beteugeling van de vrije meningsuiting verstoren. Boeken verbieden en kranten op hetzelfde laten kauwen is de gewoonte bij een half miljard medeburgers op de globe. Hou ze dom, leer hun niet lezen, is de wens van de feodale Arabische wereld.

Oosterse christenen

Het rapport van de Wereldbank leidt tot het heroprakelen van een oudere vaststelling. Het graag aangehaalde en door de westerse school van ‘weg met ons’ te pas en te onpas aangehaalde foute feit dat het westen de Griekse en antieke cultuur kent dankzij de Arabieren. Dat is correct als men beseft dat deze intellectuele Arabieren haast uitsluitend de miljoenen christenen waren in Klein-Azië en het Midden-Oosten. Zij kenden Grieks, Oud-Syrisch, Aramees en Chaldees, en andere plaatselijke talen. Zij waren de grondleggers en uitvoerders van de grote vertaalslag in Damascus, Bagdad en Efese van de antieken naar het Arabisch. Lees er het sublieme The Church in the Shadow of the Mosque van Sidney Griffith op na.

Ondertussen zijn de christenen door de druk en de haat van de moslims haast verdwenen uit die gebieden. Terwijl zij er de eerste duizend jaar van het christendom veel belangrijker waren dan het toenmalige Rome en de West-Europese christenheid. Die situatie kent tot vandaag haar wrange anekdotes. Kent u Mikhail Yoehanna, oftewel Michaël Johannes? Dat is de originele eigennaam van Tariq Aziz, minister van Buitenlandse Zaken van Saddam Hoessein. Als van oorsprong Chaldese rooms-katholiek met een puur christelijke naam, wijzigde hij deze — en hij was niet de enige  in een islamitisch klinkende naam. Dit om minder soepele Arabische tegenhangers niet voor het hoofd te stoten. In de jaren tachtig van de vorige eeuw waren nog 20 procent van de Iraakse leerkrachten en tal van Iraakse artsen en ingenieurs van christelijke huize.

Ere-moslim

Edward Said, een van de meest briljante intellectuelen uit het Midden-Oosten, modieus woke voor het woord bestond, verdediger van de Palestijnen en criticus van de westerse blik op de Oriënt (puur, hardvochtig kolonialisme, volgens hem) was Anglicaan van geboorte. Een kleine christelijke minderheid binnen een stroming van 10% Oosters-Orthodoxe christenen in Caïro, waar zijn vader een rijke ondernemer was. Spottend noemde hij zich, zoals meer ‘ondergrondse’ christenen in het oosten, een ere-moslim.

Frans Crols was hoofdredacteur en directeur van het economisch magazine Trends en na zijn 65 werd hij vrije pen van ’t Pallieterke, Tertio en Doorbraak.

Commentaren en reacties