JavaScript is required for this website to work.
post

Waarom BDW zijn critici zo razend maakt

(Ze kunnen hun oren niet geloven)

Daniël Walraeve24/3/2015Leestijd 2 minuten

Elke keer prijs! Als BDW nog eens opduikt in een studio is het altijd feest. Alle tegenstanders op hun achterste poten. Hoe komt dat toch?

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Hemeltje, wat kunnen die linkse jongens en meisjes zeuren over de VRT! Te weinig kritische vragen, te weinig onderbrekingen, te lang interview, foute format … er was weer niets goed aan het Terzake-interview met Bart De Wever op maandagavond. Zo gaat het altijd als de N-VA-voorzitter weer eens in de studio gezeten heeft: ’tandeloos’, ‘free podium’ of – jawel – ‘regimezender’. Elk uitgebreid tv-optreden van De Wever maakt zijn vele, vele tegenstanders uitzinnig van woede.

De verklaring voor al die woede is vrij eenvoudig: heel wat mensen kunnen hun oren niet geloven. Na al die jaren Bart De Wever op tv is er nog steeds een deel van kijkend Vlaanderen dat over de rooie gaat als er eens een invloedrijk politicus afwijkt van het politiek correcte pad. Dit deel van het publiek heeft voor het televisietoestel elke keer opnieuw een machteloos Onkelinx-moment: ‘Comment ont-ils osé??!‘. Hoe durft die vent al die dingen zeggen? Waarom mag dit??!

Het is niet toevallig dat er zoveel opschudding blijft over het ‘racisme is relatief’-idee. Van het vroegere politiek correcte denken blijft ondertussen nog maar weinig over. Alleen Racisme rest verzameld Links nog als laatste Ultieme Kwaad, de Grote Gruwel die zelfs niet geduid of gecontextualiseerd of begrepen mag worden. Zo lang was ‘Racisme’ een toverwoord voor Links, een stok om elke vervelende discussie, elke schuchtere kritiek, elke rechtse hond mee dood te meppen. Heel wat ‘progressieven’ kunnen maar niet begrijpen dat het taboe verdwenen is. Ze snappen niet dat ze met z’n allen van ‘Racisme!’ kunnen roepen, en dat die hele N-VA toch doodleuk in twee regeringen blijft zitten. Het is de frustratie van de machtelozen. 

Racisme is bespreekbaar geworden in Vlaanderen. Vroeger was dat anders: racisme kon je alleen maar veroordelen. Daarna voelde iedereen zich een hele pief, en veranderde er voor de rest niets. Dat is nu anders. Er wordt geen cordon sanitaire meer opgeworpen als je suggereert dat er een verschil bestaat tussen de claim van racisme en het feit van racisme. Je mag racisme een (overtrokken en betreurenswaardig) gevolg van andere zaken noemen. Je mag de heksenjacht tegen werkgevers en verhuurders wegzetten als symptoombestrijding. En als je dat allemaal gedaan hebt, mag je nog steeds op televisie verschijnen. 

Een taboeloze spreekbeurt van De Wever herinnert Links aan alle veldslagen dat het de laatste jaren verloren heeft. Eigenlijk wil een deel van Links nog het liefst dat de lege ballon van het Vlaams Belang weer volloopt, zodat het hele multiculturele vraagstuk opnieuw rustig genegeerd kan worden. De grootste nachtmerrie van progressief Vlaanderen is een rechtse partij die een complexloze analyse koppelt aan oplossingen die finaal niet gedemoniseerd kunnen worden. Was het nog maar 1992, dat was een mooiere tijd, waarin zo een De Wever nooit ofte nimmer zendtijd had gekregen. Die boze linkse mannetjes zijn misschien de enige echte reactionairen, vol heimwee naar een tijd die nooit meer terugkomt. 

Vroeger was ‘Racisme’ steevast het einde van elke discussie. Hopelijk kan het nu het begin worden van een debat dat de oorzaken van onze samenlevingsproblemen viseert. Maar dan moet de linkse minderheid in Vlaanderen wel eerst de eigen verontwaardiging overwinnen. Hoe sneller dat zou kunnen, hoe beter. Alvast bedankt. 

 

 

Daniël Walraeve (1988)  is het pseudoniem van een brave historicus die eigenlijk maar één onhebbelijk trekje heeft: hij is een onverbeterlijke consument van traditionele media. Elke dag leest hij zowat alle kranten en elke dag wordt hij dan weer vreselijk boos om een of ander editoriaal of ander naïef opiniestuk. Hij kan er zelf echt niets aan doen, tenzij er af en toe een stukje over plegen voor Doorbraak. Stokpaardjes zijn ideologie, identiteit en samenleven. 

Commentaren en reacties