Waarom China geen te volgen model is
foto © Reporters
China wordt door sommigen gelauwerd als het te volgen model. Maar klopt dat wel? China wordt gedomineerd door de Communistische Partij en die is door en door ondemocratisch. Wil China verder groeien, dan is meer democratie de uitweg.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementVier decennia van snelle economische groei en relatieve politieke stabiliteit: China moet wel iets goed doen. Niet echt verrassend dus dat velen China als een succesformule beschouwen. Er zijn er zelfs die geloven dat het Chinese autoritarisme een alternatief biedt voor het democratische model van het Westen. Wie echter van dichtbij naar het fundamentele karakter van het Chinese regime kijkt, verwerpt het idee van een coherent ‘China model’.
Het ‘China model’
China is een contradictorisch compromis tussen democratische moderniteit en een eigenaardig confuciaans-totalitaire traditie. Dat wijkt af van de rest van de wereld. Er is geen coherent regime, laat staan één dat kan gekopieerd worden door andere landen. Het ‘China model’ bestaat niet.
Volgens prominente aanhangers is het succes van China er niet ondanks, maar dankzij het feit dat de Chinezen hun overheid niet kiezen. Het geeft de Chinese Communistische Partij (CCP) de ruimte om te heersen op een ‘meritocratische’ en ‘harmonieuze’ wijze. Het is een besluit dat de propaganda van de CCP dient. Dit zogezegde ‘China model’ maakte internationaal opgang tijdens de economische crisis dat het Westen in 2008 doormaakte.
Meritocratie tegenover democratie
Professor Internationale Betrekkingen Zhang Weiwei, investeerder Eric Li en professor filosofie Daniel A. Bell beschouwen de manier waarop de CCP zijn leiders rekruteert superieur tegenover democratische verkiezingen. De CCP kiest zijn leiders via het reusachtige Departement Organisatie. Ze worden telkens getest vooraleer ze naar een hogere positie kunnen verhuizen. Bell noemt dit in zijn boek The China Model een ‘gesofisticeerd’ systeem. Hij contrasteert dit meritocratische systeem met de democratie die volgens hem een hoog circusgehalte heeft met showverkiezingen en demagogie à la Donald Trump. Bell geeft toe dat de meritocratische principes van het Departement Organisatie gebukt gaan onder corruptie en nepotisme. Maar hij gelooft dat deze problemen op te lossen zijn.
Democratie is meer dan verkiezingen
Bell gaat in de fout door ervan uit te gaan dat de democratie te reduceren is tot verkiezingen. Andrew Nathan, een Amerikaanse politicoloog met specialisatie in de Chinese politiek, zegt terecht dat de democratie ook een manier is om ‘leiders te onderwerpen aan toezicht, om publiek debat toe te laten over het beleid en het recht op een vrije mening van de burgers te beschermen en te organiseren’. Verkiezingen maken deel uit van een groter pakket waarbij het ook gaat om de transparantie van instituties, mensenrechten, een kritische publieke ruimte ondersteund door een kritische journalistiek en een gemachtigde samenleving met betrokken burgers. Verkiezingen zijn misschien wel net de zwakste schakel in het systeem.
Ook de wijze waarop de CCP zijn leiders kiest is slechts een schakel. De CCP mag die dan goed selecteren, zelfs de beste leiders zorgen niet noodzakelijk voor het beste bestuur. Een vergelijking tussen China en het Westen moet focussen op de grote structurele impact van de CCP op de samenleving.
Ontmoet de Communistische Partij
De CCP is de machtigste organisatie ter wereld. Het telt 88 miljoen leden en een jeugdorganisatie van 89 miljoen. De partij is heer en meester over de Chinese staat met rechtstreekse controle over het leger, het onderwijs en de media en indirecte controle over grote organisaties zoals ngo’s, rechtsfirma’s en grote privéondernemingen. Deze enorme machtsconcentratie is het duidelijkste verschil tussen China en de liberale democratieën. De eenpartijstaat drukt zijn stempel op het juridische veld, de academische wereld, de journalistiek, de religie, de zakenwereld en het leger. De partij reduceert hun autonomie en onafhankelijkheid.
Baby’s en internet
Neem nu de godsdienst. De officieel atheïstische Communistische Partij selecteert zonder verpinken de Tibetaanse baby’s waar de boeddhistische lama’s in reïncarneren. Op die manier verbreekt de partij de autonomie van de Tibetaanse religieuze hiërarchie.
Dat geldt ook voor de media. In de journalistiek – ondanks de talloze glossy tijdschriften en hippe online media – domineert de unificerende stem van de CCP. Zoals de journalist Doug Young schreef: ‘Bij ieder belangrijk thema spreken de Chinese media met één stem, die van de Communistische Partij’. Ook de westerse hoop dat het internet China zou democratiseren bleek ijdel. De Economist journalist Gady Epstein vergeleek het Chinese internet met ‘een grote kooi’.
Economie en macht
De economie is sinds de ontmanteling van Mao’s communistisch economisch model veel vrijer. Desalniettemin, zijn staatsbedrijven nog altijd goed voor een derde van het BNP. Via allerlei leden en commissarissen controleert de partij vele beheerraden van grote privébedrijven. Overeenkomstig biedt politiek kapitaal nog altijd de zekerste route naar rijkdom. The New York Times wist te vertellen dat de familie van de vroegere premier Wen Jiabao zo’n slordige 2,7 miljard dollar bijeengaarde. Uiteraard vermengen de zakenwereld en de politieke klasse zich overal ter wereld. Maar die zakenwereld staat in China veel dichter bij de politiek dan in de westerse democratieën.
De machtsconcentratie in het land kenmerkt China en doet het fundamenteel verschillen van democratieën en eigenlijk van alle moderne samenlevingen, met uitzondering van Noord-Korea. Maar dat betekent nog altijd niet dat het land een consistent bestuursmodel biedt.
Er is geen model
De economische boom kwam er eerder ondanks dan dankzij de doordringende sturing van de CCP. Het succesverhaal begon onder Deng Xiaoping. Zijn hervormingen in de jaren 80 zorgden voor een ommezwaai. De CCP trok zich gedeeltelijk terug uit verschillende sociale velden zoals de zakenwereld, de journalistiek, de academische wereld en het juridische veld. Daardoor kwam er een professionalisering op gang. Het Chinese succes is dus niet te danken aan de centralisering van de macht, maar eerder het tegendeel.
Bovendien importeerde het land doorheen de jaren lukraak allerlei organisatievormen uit democratieën. Het huidige China staat daarom nu tussen het maoïstische model en het democratische model in. In het China van Mao was het socialistische leven het enige goede en die gedachte domineerde alles en iedereen. Het model was consistent, maar slecht. China is sindsdien enorm geëvolueerd, maar het heeft geen model meer. Het zit verwrongen tussen twee tegengestelden. Je vindt gefragmenteerde elementen van het democratische model naast disfunctionele en halve restanten van China’s totalitaire en imperiale verleden.
Dit zal ik toelichten met voorbeelden uit het recht en het leger.
Oud en modern recht
Het rechtssysteem bestaat uit zowel maoïstische, keizerlijke als westerse elementen. Zoals de xinfang-bureau’s waar de gewone Chinezen klachten kunnen neerleggen bij ambtenaren, meestal als reactie tegen de confiscatie van hun woning en grond door bouw- en infrastructuurprojecten. De xinfang hoort bij het traditionele rechtsdenken waarbij eertijds in de leer van Confucius opgeleide beambten en later partijambtenaren zorgden voor de bevolking als ‘ouders voor kinderen’.
Daarnaast heb je het aan belang groeiende westerse-stijl rechtssysteem op basis van een wetboek en met rechtbanken en advocaten. Vandaag telt China 300 000 advocaten; veertig jaar geleden had je er geen enkele. De CCP ondersteunt de groeiende autonomie van dit moderne rechtssysteem, omdat het een onontbeerlijk hulpmiddel is in het beheersen van een almaar complexer wordende economie. Echter, rechters krijgen nog altijd orders van politici en de meeste advocatenkantoren tellen partijambtenaren die een oogje in het zeil houden.
De CCP belemmert zichzelf
China probeert ook het leger te professionaliseren. Maar daar wordt elke hoge militair gekoppeld aan een politieke commissaris die hem controleert. Een maoïstische kopie van het stalinistische systeem, maar het keizerlijke China kende eveneens zoiets. Ook al schouwde de Chinese Volksrepubliek in 2016 de grootste militaire parade ooit, het leger heeft nog altijd voor de helft politieke hoge officieren.
Je ziet hetzelfde in de journalistiek en in de sociale wetenschappen. Keer op keer botsen de twee doelstellingen van China met elkaar: een sterke politieke grip handhaven en China moderniseren door het te professionaliseren. De CCP staat zichzelf in de weg. China kan alleen maar professionaliseren en moderniseren als de partij de controle afbouwt. Maar elke stap in die richting is ook een stap naar democratie. En dat wil de CCP nu net niet.
China moet kiezen
Op welke manier zal China in toekomst evolueren? Dat hangt van de vraag in hoeverre de CCP het beleid van de voorbije vier decennia verderzet. De verdere hervorming van het land zal komen van de groter wordende groep van professionelen. Hun roep om politieke onafhankelijkheid zal toenemen.
China kan niet verdergaan met het huidige cherry-picking van democratische elementen zoals innovatie, creativiteit ondersteunend onderwijs, sterke universiteiten, efficiënte werknemers die initiatief nemen, dynamische organisaties die openstaan voor kritische feedback en werknemers met een sterke hang naar professionalisme. Het kan niet al deze elementen overnemen zonder de maatschappij richting democratisch pluralisme te bewegen. Alleen geleidelijke democratisering zal China verder doen ontwikkelen.
Lang leve de liberale democratie!
Het wordt een grote overwinning voor de hele mensheid als de CCP, ’s werelds machtigste politieke organisatie, een nieuw regimemodel ontdekt dat op zijn minst dat van de democratieën evenaart.
Maar zolang China dat nog niet heeft ontdekt en alleen maar doet alsof het dat heeft ontdekt, biedt het land ondanks zijn sterkte geen coherent en imiteerbaar model aan andere landen. En zo zijn we terug aan het begin. De gevestigde democratieën blijven ondanks al hun problemen, ‘s werelds beste model.
Eric C. Hendriks is een Nederlandse socioloog verbonden aan de universiteit van Peking.
Hoe past men in China censuur toe? In dit tweede deel gaat Eric C. Hendriks dieper in op het bevoogdende karakter van de Chinese staat
Amerikakenners Roan Asselman en David Neyskens bespreken de actualiteit aan de overkant van de oceaan.