JavaScript is required for this website to work.
Media

Waarom de voedselprijzen écht stijgen: speculatie en stemmingmakerij

Dirk Rimaux31/12/2022Leestijd 4 minuten

Nu de inflatie zoetjesaan over haar hoogtepunt lijkt, kunnen we vanop enige afstand naar de afgelopen periode terugblikken.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Nu de inflatie zoetjesaan over haar hoogtepunt lijkt, kunnen we vanop enige afstand naar de afgelopen periode terugblikken. We herkennen twee speerpunten die deze tijdruimte domineerden: sterk stijgende energie- en voedselprijzen. Toch blijven bepaalde commentatoren de inflatie toeschrijven aan de politiek die centrale banken de voorbije jaren voerden.

De Moderne Monetaire Theorie (MMT) beweert dat geldcreatie en inflatie niet meer hand in hand hoeven te gaan. De recente praktijk geeft haar tot op zekere hoogte gelijk. Binnen een gelijkvormige eurozone lag in augustus de inflatie in Nederland bijvoorbeeld 4,5 procent hoger dan het gemiddelde. De tijd dat er een directe relatie bestond tussen een welbepaalde hoeveelheid edelmetaal en circulair geld, ligt ver achter ons. Nationale banken maken tegenwoordig zelfs geld zonder de drukpersen nog aan te zetten. Dat gebeurt via kredietverstrekking langs elektronische weg aan privébanken.

Bankbiljetten en munten vervallen langzaam tot getuigen van een monetair verleden. Wij betalen vandaag vooral door naar elkaar munteenheden door te schuiven via e-banking, betaalkaarten of betaalapps. We zien die eenheden als tastbaar geld, maar deze omzetting gebeurt puur in ons brein. De komst van cryptomunten bewijst het volledig: geld groeide uit tot een teken van de geest.

Ontwrichting door lockdowns

Goedkoop geld speelde wellicht een faciliterende rol bij het in gang zetten van de inflatoire spiraal, maar geen alles bepalende. De beschuldigende vinger wees bovendien al eens in de richting van corona. Maar een virus op zich kan evenmin prijsstijgingen veroorzaken. De ontwrichting van een maatschappij door een opeenvolging van lockdowns kan dat wel.

Wanneer handige opportunisten markten angst aanpraten omtrent nakende bevoorradingsproblemen, speculeren zij prijzen de hoogte in. Via de geijkte kanalen zoals de vakpers, beschrijven ze de werkelijkheid zoals het hen past, eventueel voorzien van wat overdrijvingen. De psychologische impact van de heersende geopolitieke of geo-economische context doet de rest. Zo duwen zij prijzen de hoogte in tot waar hun waarheid standhoudt. Goederen die je verhandelt op een beurs, zoals graan en energie, zijn daar zeer gevoelig aan. Gunnen marktleiders elkaar het licht in de ogen en vinden ze het even niet opportuun om te concurreren, stijgen prijzen door tot waar de gemiddelde koopkracht reikt. Bij graanhandel, waar amper vier spelers 75 procent van de wereldmarkt beheersen (de zogenaamde ‘ABCD-bedrijven’; nvdr), kwam dat recent sterk tot uiting.

Ik ben maar een reporter

In een vorig beroepsleven was ik ooit een van de grootste kopers van antimoon (metaal) buiten China. Zo leerde ik hoe je de mondiale vakpers kon bespelen door je koopkracht te gebruiken. Voor elk verhaal van Chinese traders, verzon je een tegenverhaal . Je leerde eveneens hoe je in de pers tussen de regels van de tegenpartij moest lezen. Hoe kort door de bocht het in dit wereldje soms gaat, vertelt de volgende anekdote. Op een dag maakte ik mij behoorlijk boos op een journalist van de (London) Metal Bulletin. Deze citeerde bijna letterlijk een manipulatief verhaal van een Chinese trader. Ik kreeg toen het laconieke antwoord: ‘I am a reporter, so I report.’ Vrij vertaald: ‘Ik ben een rapporteur, dus ik rapporteer.’

Wie de afgelopen jaren met een geoefend oog de berichtgeving van landbouwjournalisten volgde, zag hoe dit hielp om tarweprijzen stelselmatig de hoogte in te duwen. Deze fluctueerden voordien gewoon tussen 140-170 euro/ton. Het begon tijdens de eerste lockdown in maart 2020 met artikels over ons hamstergedrag. Men kneedde onze angst voor ontwrichting van aanvoerlijnen en tarweprijzen gingen vlot richting 200 euro/ton. Even later las je hoe de schitterende graanoogst toch maar net aan de gestegen vraag zou voldoen. Hoe toevallig dat net in 2020 de vraag op een bijna even hoog niveau uitkwam als het aanbod. Een verder bombardement met doemberichten bracht ons op het pad van  een algemene verhoging van voorraden. De angst zat erin en de tarweprijs steeg door tot boven de 250 euro/ton.

Ome Poetin

Tot ergens in december 2021 het nieuws begon door te sijpelen omtrent de schitterende oogst op het zuidelijke halfrond. Vooral de graanoogst in Australië brak alle records en de tarweprijzen zakten. Maar geen nood, toen begon Poetin op Oekraïne te schieten en er bleek geen houden meer aan. Tarweprijzen stegen exponentieel richting 400 euro/ton. Ook de algemene media deden hier een duit in het zakje door alsmaar te hameren  op die nakende wereldwijde voedselcrisis.

Dat het om fictieve tekorten ging, kon je bij Doorbraak meerdere malen lezen. Toen de haven van Odessa openging, zag de hele wereld dat in. De koersen zakten geleidelijk richting 270 euro/ton. Wellicht ontspant de tarwemarkt zich verder in het eerste kwartaal van 2023 in de richting van 170 euro/ton. Zonder de stemmingmakerij rond de oorlog in Oekraïne zat de tarweprijs wellicht nu al rond deze koers. Intussen lees je in de vakpers nog steeds tegenstrijdige berichten die de koersval vertragen. In Australië verwacht men opnieuw een schitterende oogst, toch blijven de glazen voor sommige commentatoren half leeg.

Prijsvork

Schiet nu niet gelijk op graanhandelaars en boeren. Voordien werkten ze gedurende jaren met zeer dunne marges. Plots zagen ze de mogelijkheid om tijdelijk wat meer te verdienen. En waarom gingen ze dat laten liggen als gegarandeerde minimumprijzen hen in het verleden werden ontzegd? De geschiedenis leert ons dat vrije markten het algemeen belang eerder dienen dan andersom. Maar de vrije markt werkt als een spel, en dat vraagt om een stelsel van afdwingbare regels. Legt de praktijk een zwakte in het systeem bloot, dienen overheden aan die regels te werken. Binnen de Europese Commissie circuleren daarom al jaren studies rond de werking van een prijsvork voor de graanhandel.

Maar als alle recente crisissen ons iets leerden, dan is het wel dat de EU niet in staat lijkt om problemen voor haar burgers op te lossen. De Unie is groot, maar dan wel in regelneverij. Wat hebben wij aan een machtsblok dat ons niet eens adequate garanties tegen honger en kou kan bieden?

Dirk Rimaux is burgerlijk ingenieur en werkt in de ontwikkeling van internationale markten op alle continenten (met uitzondering van Antarctica).

Commentaren en reacties