JavaScript is required for this website to work.
Europa

Who the f* is Catherine Ashton?

maandag / EU-dag

Sander Roelandt8/4/2013Leestijd 3 minuten

The Daily Telegraph, bracht aan het licht dat de Britse Barones Catherine Ashton een uittredingsvergoeding van meer 470 000 euro krijgt wanneer ze er in oktober dit jaar mee ophoudt als Europees minister van Buitenlandse Zaken. Vraag is wat ze tijdens haar mandaat doet voor haar riante salaris.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Onderzoek van Bruno Waterfield, de Europa correspondent van de Britse krant The Daily Telegraph, bracht aan het licht dat wanneer Lady Ashton er mee ophoudt als “Hoge Vertegenwoordiger van de Unie voor Buitenlandse Zaken en Veiligheidsbeleid en Vicevoorzitter van de Europese Commissie” (HV/VV), zoals haar volledig titel luidt, ze tot eind 2017 meer dan 155.000 euro per jaar krijgt. Dat is 55% van haar basissalaris.


Tegenover de “overbruggingstoelage” staan geen opdrachten meer voor de EU en bovendien wordt het geld belast onder het lage fiscale EU-regime in plaats van onder het Britse belastingsysteem. Het verhaal werd bevestigd door een woordvoerder van de Europese Commissie.


De Commissie verdedigt de vergoeding als ‘de prijs voor de totale onafhankelijkheid’ van hoge EU-ambtenaren zoals Lady Ashton. Daarenboven ‘is het belangrijk dat de commissarissen in de laatste maanden van hun mandaat niet op zoek gaan naar een nieuwe baan, en dat ze na hun opdracht de tijd nemen voor het vinden van een nieuwe passende job’, aldus een woordvoerder van de Commissie. ‘Op die manier bestaat er veel minder kans op een belangenconflict.’


De Britse Barones komt uit de Labour-partij en krijgt veel kritiek voor haar optreden, of het gebrek daaraan. Al van bij haar aanstelling werd gezegd dat ze te weinig voeling heeft met het thema Buitenlandse Zaken, dat ze weinig leidinggevende capaciteiten heeft en de Franse pers pakte haar ook aan omdat ze enkel het Engels machtig is.


Het gebrek aan Europese samenwerking op het vlak van Buitenlandse zaken is de tweede grootste ergernis van de voorstanders van een sterkere Europese Unie, naast natuurlijk de puinhoop die ontstond met de Eurocrisis.


Hoge Vertegenwoordiger?


In het voorstel voor een Europese Grondwet uit 2004 was het de bedoeling om een Europese minister van Buitenlandse Zaken aan te stellen. Nadat Frankrijk en Nederland dat verdrag in referenda hadden weggestemd, stelde de EU na jaren van onzekerheid en een ‘periode van bezinning over de toekomst van de EU’ het Verdrag van Lissabon op.


Enkele symbolische elementen zoals de benamingen Grondwet en Minister van Buitenlandse Zaken werden uit de oorspronkelijke tekst gehaald. De titel Hoge Vertegenwoordiger werd gerecycleerd uit één van de vorige verdragen en de post samengevoegd met de functie van Europees Commissaris voor Externe Betrekkingen.


Ashton heeft dus een speciale plaats in het organogram van de EU. De HV/VV is sinds het Verdrag van Lissabon namelijk tegelijk vicevoorzitter van de Europese Commissie en voorzitter van de Europese raad van ministers van Buitenlandse Zaken. Dat had er voor moeten zorgen dat er één duidelijk aanspreekpunt was voor het Europees buitenlands beleid maar zorgde in de praktijk voor een administratieve chaos en een te zware agenda voor Ashton.


Gebrek aan slagkracht


Ashton beschikt over een eigen diplomatieke vertegenwoordiging; de Europese dienst voor extern optreden (EEAS), opgericht eind 2010. Deze werkt parallel met de diplomatiek korpsen van de lidstaten en is samengesteld uit eurocraten uit de verschillende Europese instellingen en een aantal nationale diplomaten. Door het gebrek aan eigen ambtenaren en doordat de bevoegdheden van de dienst niet echt duidelijk zijn, ontstaan er veel conflicten, zowel binnen de organisatie als met de Commissie en de lidstaten.


Maar ook Ashton zelf slaagt er niet in haar stempel op het beleid te drukken. Vorig jaar citeerde Le Monde in een vlijmscherp artikel enkele hoge Europese ambtenaren die aangaven dat de lidstaten hun vertrouwen in de Ashton en haar dienst al lang verloren hebben: ‘Iedereen heeft het hoofdstuk afgesloten, mevrouw Ashton is incapabel, en de dienst is zo chaotisch op touw gezet dat er nu al niemand meer in gelooft.’ Begin dit jaar schreef European Voice dat ‘van alle ontwerpfouten in de Europese buitenlandse dienst, veruit de grootste fout, de keuze voor Ashton is geweest.’


Men kan zich ook afvragen of ze wel een eerlijke kans heeft gekregen. De lidstaten slagen er zelden in om op belangrijke Europese dossiers een gezamenlijk standpunt te bereiken en Ashton mag enkel de – zelden bereikte – Europese consensus verdedigen. Iedereen herinnert zich de besluiteloosheid van de EU met betrekking tot de oorlog in voormalig Joegoslavië in de jaren negentig maar ook twintig jaar later slagen de grote lidstaten Duitsland, Frankrijk en Groot-Brittannië er niet in een duidelijk gemeenschappelijk standpunt te vinden over bijvoorbeeld de burgeroorlog in Syrië. De tegenstelling tussen de lidstaten toen werd ingegrepen in Libië was ronduit pijnlijk.

Categorieën

Sander Roelandt (1989) is medewerker in het Europees Parlement en volgt er verschillende economische commissies.

Meer van Sander Roelandt
Commentaren en reacties