JavaScript is required for this website to work.
post

Zijn we met te veel?

Alain Vannieuwenburg9/3/2020Leestijd 5 minuten
Er zijn heel verschillende ideeën over overbevolking.

Er zijn heel verschillende ideeën over overbevolking.

foto © Unsplash.com

Alain Vannieuwenburg buigt zich naar aanleiding van een artikel in Elsevier Weekblad over de politiek heikele kwestie van de overbevolking.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Medio november 2019 waagde de hoofdredacteur van Elsevier Weekblad, na de uitspraak van de Nederlandse premier Mark Rutte dat er bij het aanpakken van de stikstofcrisis geen taboes mochten zijn, zich aan een, zo bleek, gewaagde intro. Arendo Joustra stelde de vraag waarom bij het bespreken van de milieuproblematiek er geen aandacht meer is voor de bevolkingspolitiek. De bevolkingsaanwas werd in Nederland immers gedurende geruime tijd gezien als een problematische kwestie, maar momenteel is dit iets dat Nederland blijkbaar gewoonweg overkomt.

Bizar, zeker wanneer je rekening houdt met de correlatie tussen bijvoorbeeld de ecologische voetafdruk en bevolkingsaantal. Dit was voor sommigen een brug te ver. De reacties waren van dien aard dat de betrokken hoofdredacteur een uitgebreid essay schreef. Hij motiveerde zijn visie en onderstreepte hierbij herhaaldelijk dat het om aantallen gaat en niet om de samenstelling van de groep.

De Club van Rome

Begin 1968 namen industriëlen en wetenschappers een opmerkelijk initiatief: zij wilden de toekomst van de planeet onder de loep leggen. Bevolkingsgroei, milieuproblemen, slinkende grondstofvoorraden, ongeremd consumeren en produceren waren enkele van de aandachtspunten. Het resultaat van hun werkzaamheden werd in 1972 publiek gemaakt in een publicatie De grenzen aan de groei. De impact ervan was – ondanks kritiek (waren zeker die industriëlen wel te vertrouwen?) – groot. Het milieubewustzijn kreeg een wetenschappelijke impuls. De mensheid stond voor een belangrijke keuze. De oliecrisis – met autoloze dagen – zou voor een naschok zorgen.

Sommigen legden de link met de Essays on the principles of population van Thomas Malthus, die reeds in 1798 waarschuwde voor het verbroken evenwicht tussen bevolkingsgroei en voedselreserves. Bij ons had men in de in vijftiger jaren van de vorige eeuw reeds de aandacht gevestigd op de mogelijke gevolgen van een ongeremde bevolkingsaangroei: het streven van de mens naar ongebreidelde expansie zou mede aan de basis liggen van een overbelast ecosysteem.

Het debat werd zowat overal gevoerd. Begin 1977 legde in Nederland professor dr. Pieter Muntendam (staatssecretaris PvdA) het rapport van de Staatscommissie Bevolkingsvraagstuk voor. De snelle groei van de Nederlandse bevolking kon wel eens problematisch worden. Het vruchtbaarheidscijfer beneden vervangingsniveau krijgen (en behouden) en de gevolgen van immigratie waren aandachtspunten.

Het toenmalige kabinet-Van Agt stond niet negatief tegenover het rapport: ‘De Regering constateert dat de bestuurbaarheid van demografische processen tot nu toe gering is gebleken. […] is van oordeel dat in het licht van het bovenstaande nader onderzoek zal moeten worden gedaan naar de bestuurbaarheid van demografische processen opdat zonodig een sturend beleid ter zake inderdaad kan worden gevoerd.’

Anticonceptie, afschaffen van kinderbijslag (‘fokpremie’) en gezinsgrootte of bevolkingsaanwas in derdewereldlanden werden – soms beladen – discussiepunten. Links en rechts, christenen en socialisten, voorstanders- en tegenstanders van anticonceptie en geboorteplanning zorgden voor pittige discussies.

Enkele decennia later stelde professor dr. Dick van de Kaa, honorary fellow aan het Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut (NIDI), vast dat ‘bevolkingsgroei door de overheid niet langer als een probleem [wordt] ervaren.’ Dit is verwonderlijk. Er is immers heel wat beleidsondersteunend materiaal aanwezig en ‘Het wetenschappelijk peil is nu heel hoog; de beleidsmatige benutting ervan blijft daarbij achter.’

Aandacht voor de relatie bevolkingsaantal en milieu

Elk jaar berekent het Global Footprint Network de Earth Overshoot Day. Dit is de dag waarop de menselijke consumptie van alle natuurlijke hulpbronnen het productievermogen van de aarde in één jaar tijd overschrijdt. De draagkracht van de aarde wordt, zo wordt vastgesteld, elk jaar vroeger en vroeger overschreden. De jaarlijkse vastlegging van Earth Overshoot Day leidt tot de vaststelling dat het sinds het begin van deze eeuw trouwens van kwaad naar erger gaat. Voedselverspilling inperken, ontbossing tegenhouden, het overstappen naar een circulaire economie, onze ecologische voetafdruk verminderen en de demografische groei beperken zijn enkele van de aangereikte oplossingen.

De Ver­enig­de Naties rekenden uit dat we in 2050 met tien miljard mensen zullen zijn. Volgens sommige onderzoekers zou de wereldbevolking stabiliseren rond de tien of elf miljard. Dit betekent dat we minstens ander­half keer zoveel voedsel zullen moeten produ­ceren om iedereen te eten te geven. Probleem: dit zou het best op de bestaande land­bouw­grond gebeuren zodat geen natuurgebieden moeten worden aangesproken. Het afremmen van de geboortecijfers blijft hoe dan ook een van de oplossingen om ervoor te zorgen dat men de draagkracht van de aarde kan herstellen.

Het Nederlandse Centraal Bureau voor de Statistiek

Het Nederlandse Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) heeft enkele prognoses bekendgemaakt. Hoewel er, zoals steeds, een aantal tussenkomende factoren zijn die men natuurlijk niet beheersen kan, zou de Nederlandse bevolking, volgens ramingen, blijven groeien. In 2060 zou Nederland net geen 19,6 miljoen inwoners tellen. Het aandeel inwoners met een migratieachtergrond stijgt.

Alleen al voor 2019 (niet alle gegevens zijn verwerkt) verwacht het CBS dat je ervan mag uitgaan dat 272.000 mensen zich in Nederland vestigden. De bevolking steeg door buitenlandse migratie dat jaar netto met 114.000 personen. De helft kwam uit Europa (85 % uit een EU–land). Voor het CBS is de huidige bevolkingsgroei de grootste sinds het begin van deze eeuw.

De Belgische situatie

Ook het Belgische Federaal Planbureau waagde zich aan een prognose. Volgens het Planbureau zal de bevolking van België tegen 2070 stijgen met 16 %, ten opzichte van de bevolking op 1 januari 2018. Dit staat voor een gemiddelde jaarlijkse stijging met 36.000 inwoners. Tussen 1991 en 2018 steeg de bevolking gemiddeld met 51.000 mensen per jaar.

Tussen 2018 en 2070 stijgt, aldus deze prognose, de Belgische bevolking van 11,4 miljoen inwoners tot 13,2 miljoen inwoners. Zeker het internationaal migratiesaldo telt sinds twee decennia voor een zeer belangrijke bijdrage aan de groei van de bevolking. Na migratie vanuit de EU-lidstaten zou, vanaf 2030, de immigratie grotendeels toe te schrijven zijn aan de toename van de immigratie uit niet-Europese landen.

Delicaat onderwerp

Eng nationalisme, bekrompenheid, gebrek aan solidariteit, egoïsme en xenofobie steken vaak de kop op als je begint over de bevolkingsgroei. Regelmatig hoort men de kritiek dat wetenschappelijke cijfers worden ‘verbogen’. De politieke ramkoers is nooit ver weg.

In 1992 merkte de sociaal geneeskundige dr. Doeke Post op hoe het woord ‘bevolkingspolitiek’ in het Westen nog steeds een nare bijsmaak had. ‘Men heeft nog te veel associaties met de fascistoïde ideeën hierover.’ Het was echter bizar ‘dat men het voor de Derdewereldlanden wel aanbeveelt.’

Onder meer de Nederlandse hoogleraar demografie Jan Latten vraagt dat nagedacht zou worden over de bevolkingsaanwas. Latten blijft erbij dat het vreemd is dat in Nederland wordt nagedacht over de CO2-uitstoot in 2050, de afkoppeling van de huishoudens van het gas of de invloed van de stijging van de zeespiegel, maar dat niemand zich geroepen voelt over de bevolkingsgroei na te denken.

Bepaalde steden, waaronder Amsterdam, brengen ondertussen wel de gevolgen van de mogelijke aanwas in kaart. Amsterdam groeit vermoedelijk met 9.000 eenheden per jaar. De groeiende populariteit van de stad heeft onder andere een invloed op lokale huisvestingsprijzen, drukte, stadsvlucht en zorgt voor druk op de omliggende regio. Daar moet de politiek op focussen.

Het debat zwengelt aan

Er is echter ook het standpunt dat bevolkingsgroei niet negatief is. Net de komende bevolkingsgroei in Afrika zou essentieel zijn voor dit continent om zich uit de armoede te werken. Het zou de noodzakelijke aanjager van een beter leven kunnen zijn.

Zijn sommigen van oordeel dat bijvoorbeeld Nederland toch nog plaats zou kunnen bieden aan een flink aantal nieuwkomers en dit zonder de reeds druk belaste regio’s te treffen, dan zijn anderen er niet gerust in en vragen dat de politiek onderzoekt wat de maximaal draagbare bevolkingsaanwas is.

Eind vorig jaar resulteerde een peiling van de krant De Telegraaf in de vaststelling dat 94 % van de respondenten zich zorgen maakt over de bevolkingsaanwas. Volgens sommigen is reflectie hierover ondertussen even urgent als de klimaatverandering, de CO2-uitstoot, overexploitatie of de druk op de biodiversiteit.

De Australische filosoof Peter Singer vatte de uitdagingen goed samen: ‘Overbevolking brengt veel feitelijke maar ook filosofische vragen met zich mee. Hoe zwaar weegt het geluk van een individu? En als het aankomt op biodiversiteit, is het welzijn van de mens belangrijker dan dat van de natuur? Deze vragen zijn niet makkelijk te beantwoorden. Het is daarom belangrijk dat we niet bang zijn om samen de discussie aan te gaan over overbevolking en de gevolgen hiervan.’

In Nederland zwengelt het debat over de bevolkingsgroei hoe dan ook aan. En, al duurde het even om Den Haag te overtuigen, de boodschap werd gehoord.

Alain Vannieuwenburg is ethicus en doctor in de interdisciplinaire studie van het recht.

Commentaren en reacties