Zuhal Demir en het ‘geschenk van god’
Beseffen wij goed wat er in Turkije gebeurt? Mark Grammens roept op om goed naar Zuhal Demir te luisteren.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementHet gebeurt wel vaker dat we met de neus op iets zitten en niet schijnen te weten wat er zich afspeelt. Dat deed zich weer voor ter gelegenheid van de zogenaamde staatsgreep in Turkije, waar onder onze ogen een terreurstaat werd gevestigd en we geen kick gaven.
Maar ook het goede geraakt soms in de verdrukking. Zo was de staatsgreep van president Erdogan voor de van Turkse afkomst zijnde Zuhal Demir (N-VA) aanleiding tot het publiceren van een hartenkreet (in Knack van 29 juli). Zij schreeuwde haar vertwijfeling uit, nu zij gespleten werd tussen haar Vlaams burgerschap en haar Turks-Koerdische afkomst.
Wat haar vooral dwars zat was de hopeloosheid van iemand als zij die zich in het verleden al vaker van Erdogan had gedistantieerd en nu moest ondervinden hoezeer hij de Limburgers van Turkse afkomst in zijn greep hield. Het scheen haar bijna onmogelijk toe dat zij haar eigen mensen niet wist te overtuigen. Dit gaf aanleiding tot een hartverscheurend stukje proza zoals men er zelden een aantreft in de Vlaamse literatuur. Ook daar zijn we aan voorbijgegaan. We stonden erbij en wisten niet wat er gebeurde, noch de staatsgreep met terroristische inslag, noch de geboorte van een hartstochtelijk literair talent in Vlaanderen, wat onbeholpen, soms zichzelf herhalend, maar steeds met passie.
Nu zitten we ermee. We hebben al zoveel gepalaverd over de terreur hier en elders, en nu presenteert Zuhal Demir ons haar land van oorsprong als een waar de persvrijheid zo goed als onbestaande is geworden, de invloed van de islam toeneemt met, zoals Demir zegt, ‘nefaste gevolgen voor vrouwen en andersgelovigen’, en de samenleving wordt ‘gezuiverd’ van alle niet Erdogan-getrouwen. Zij klaagt ook de voortdurende discriminatie van en het geweld tegen minderheden aan. Voor haar, die stevig verankerd is in Vlaanderen, en nog ooit burgemeester van Genk hoopt te worden, is democratie: respect voor minderheden, persvrijheid, en het functioneren van de rechtsstaat. Maar de hele Turkse maatschappij wordt herschapen naar het beeld en de gelijkenis van Erdogan. Een voorbeeld: alle militaire scholen, van hoog tot laag, werden gesloten in afwachting dat een nieuw systeem wordt ontworpen voor de opleiding van militairen, die trouw aan de islam en hun president zullen moeten zweren.
De Turkse president kan doen wat hij wil sinds hij gebruik heeft gemaakt van een mislukte staatsgreep om de noodtoestand uit te roepen. Hierdoor vallen bijvoorbeeld alle radio- en tv-uitzendingen onder staatsgezag. Meer dan 100.000 mensen verloren met een pennentrek hun job, zonder veroordeeld te zijn. Volgens eensluidende berichten wordt er willekeurig gefolterd, met de noodtoestand als excuus.
De staatsgreep verliep in twee delen, gespreid over twee dagen. De eerste dag werd de schijn gewekt alsof tegenstanders van Erdogan in en buiten het leger een staatsgreep zouden gewaagd hebben. Beelden werden verspreid van met lijken versierde straten. We weten nog steeds niet wie de daders van de staatsgreep zouden geweest zijn, behalve een Turkse godgeleerde die in Amerika woont. De coup was zo knullig uitgevoerd dat die van het begin af ongeloofwaardig leek. Een dag later riep president Erdogan de noodtoestand uit en werden in een beweging tegelijkertijd tenminste 6.000 mensen opgepakt. Erdogan noemde de coup een geschenk van god. De snelheid waarmee het hele scenario voltrokken werd kan niet anders worden verklaard dan door het feit dat het tweede deel van de staatsgreep sinds lang was voorbereid. De militaire coup was mislukt, maar de coup van Erdogan is wel gelukt.
Erdogan heeft zich reeds sinds lang tot doel gesteld Turkije te re-islamiseren. Hij hoopt een streng islamitische staat te vestigen, die nog het meeste gelijkt op wat in Irak en Syrië de islamisten van het kalifaat voor ogen staat. Deze omwenteling moet gebeuren tijdens de noodtoestand die Erdogan alle macht verleent. Dat is dus het Turkije waarmee Europa nu te maken krijgt, en dat volgens de in Europa overheersende Duitse opvattingen terzake, essentieel is voor het aanpakken van het vluchtelingenprobleem. Als Ankara hielp om de stroom vluchtelingen naar Europa af te remmen, beloofde de Duitse kanselier Merkel Turkije zowat alles wat het wenste. Het kreeg voor zijn goede zorgen 3 miljard euro per jaar, Turken zouden zonder visum naar Europa kunnen reizen, en gesprekken over het Turkse lidmaatschap van de EU zouden in versneld tempo aangepakt worden. Men weet er weinig over, maar uit wat men weet valt af te leiden dat alles zo’n beetje on hold staat. Niemand, uitgezonderd de Oostenrijkse kanselier Christian Kern, heeft bijvoorbeeld vooropgesteld dat gesprekken over de Turkse toetreding tot de EU niet kunnen plaatsvinden met een autoritair regime.
Intussen zitten meer dan 1 miljoen Syrische vluchtelingen in kampen in Turkije te wachten op een kans om naar Europa te mogen. Turkije houdt ze tegen maar sluit ze op in kampen waar amper voedsel is, nauwelijks of geen verzorging en geen onderwijs. Turkije is letterlijk een terreurstaat in actie. De rechtsstaat is er opgeheven. Erdogan heeft, zoals Elsevier schrijft, (18 juli) ‘de republiek bewusteloos geslagen’. Duitsland wil, in afwachting van de verkiezingen van volgend jaar, de Turkse regering koste wat het kost, te vriend houden. Is heel Europa het eens met dit tamelijk lafhartig standpunt? Bijvoorbeeld de Duitse oppositiepartijen zijn het zeker niet eens met hun regering en dringen erop aan om de akkoorden met Turkije af te blazen.
De Vlaamse sp.a voorzitter, John Crombez, vindt het erg (in De Standaard van 13 augustus) dat er over de hele vluchtelingencrisis nog steeds geen ernstig debat is gevoerd in Europa. Kan men hem ongelijk geven? Zeker als men weet dat de nieuwe islamistische staat Turkije onder Erdogan expansionistische doelstellingen zal nastreven. Het zal niet lang meer duren of men zal in Europa systematisch herinnerd worden aan de voorspellingen van de Amerikaanse politicoloog Samuel Huntington, die in zich zijn boek ‘Clash of Civilisations’ van een kwarteeuw geleden verwacht aan een ‘Kulturkampf’ waarbij Turkije een niet onbelangrijke rol zal spelen. Ook Zuhal Demir zegt dat Erdogan en zijn partij al jaren de Turkse gemeenschappen in Europa op dit expansionisme zijn aan het voorbereiden. En John Crombez, die we reeds citeerden, zegt dat hij daar wakker van ligt: ’tussen nu en vijf jaar dreigt er in onze steden een bom te ontploffen’. Hij ziet een toenemende radicalisering. Denken wij er voldoende over na, wat het resultaat zal zijn als deze radicalisering de steun krijgt van een machtig land als Turkije dat het tweede grootste leger van de NAVO bezit? Neemt men de berichten wel voldoende ernstig dat Turkije (cfr. De Standaard 17 augustus) de IS financieel ondersteunt, zijn gewonde strijders verzorgt in zijn ziekenhuizen, en er zelfs wapens aan levert. Vergeet men niet te gauw dat, met de woorden van Elsevier (18 augustus), ‘het jarenlang samenwerken met terreurgroepen, bewuste politiek is van de regering van Erdogan’, die bij herhaling zijn ‘ideologische affiniteit’ benadrukt met wat wij hier noemen extremisten of zelfs terroristen. Dit Turkije krijgt nu een overheid zonder critici en zonder oppositie. Dit vormt een zeer verontrustende nieuwe factor in de internationale politiek, en zou dit derhalve ook moeten zijn in de internationale politiek van de Europese landen. De Belgische premier Michel heeft het 1 keer (1 enkele keer) gehad over ‘een onaanvaardbare autoritaire ontsporing in Turkije’ en daarna heeft hij gezwegen.
Lezen we nu opnieuw Demir: hoe juist zij van het begin af de voor haar persoonlijk tragische consequenties van de zogenaamde staatsgreep in Turkije, voorvoelde en hoe zij van meetaf aan wist dat er iets heel belangrijks in de wereld was gebeurd.
Foto (c) Reporters
Categorieën |
---|
Mark Grammens (1933) was uitgever en hoofdredacteur van De Nieuwe en Journaal. Hij schreef ook in 't Pallieterke, Het Volk, Trouw, Tijdschrift voor Diplomatie. Hij kreeg de Orde van de Vlaamse Leeuw en de Prijs voor de Vrijheid.
In 1988 – twintig jaar na mei ’68 – stelde Mark Grammens zich de vraag wat er feitelijk te vieren was, dan ‘des enfantillages’ die alles behalve progressief waren.
Amerikakenners Roan Asselman en David Neyskens bespreken de actualiteit aan de overkant van de oceaan.