Zweedse kiezer kwam, sprak en verdeelde
Mogelijke regeringspartijen kunnen geen meerderheden vinden in parlement
De Riksdag, het Zweedse parlement.
foto © WikiMedia Commons
De verkiezingen in Zweden leveren de twee grootste partijen geen regeringsmeerderheden op. Partijen willen niet met elkaar regeren. Wat nu?
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementZweden heeft op zondag 11 september gekozen voor 349 leden in het parlement, de Riksdag. Momenteel wordt het land bestuurd door een sociaaldemocratisch minderheidskabinet, dat 100 zetels in het parlement heeft. Oorspronkelijk was er een breder kabinet met de groenen (Miljöpartiet de Gröna), de liberalen (Liberalerna) en de centrumpartij (Centerpartiet). Maar deze groep kreeg ruzie over de begroting, de fiscaliteit en de toetreding tot de NAVO. De groenen en de linkse Vänsterpartiet zien dat lidmaatschap niet zitten. In de oppositie zetelen de Conservatieven (Moderata); de Zweedse democraten (Sverigedemokraterna) en de christendemocraten.
Wie met wie?
De sociaaldemocraten willen met iedereen besturen, behalve met de Zweedse democraten: de anti-migratiepartij in het land van ABBA. Dat geldt ook voor de groenen. Beide linkse partijen zien een regering met de conservatieven ook niet zitten. De linkse Vänsterpartiet wil alleen besturen met de sociaaldemocraten en de groenen. De liberalen en de centrumpartij willen dan niet besturen met de Zweedse democraten en de Vänsterpartiet.
De christendemocraten en de conservatieven hebben het weer niet begrepen op de groenen en de linkse partij. Maar deze beide rechtse partijen zien een coalitie — eventueel een minderheidskabinet — met de Zweedse democraten wel zitten. Deze politieke stellingen maken de vorming van een regering wel erg moeilijk. Het is in Zweden zo dat het initiatief om een nieuwe Zweedse regering te formeren bij de grootste partij ligt. En dat zijn de sociaaldemocraten!
Zweden heeft al jaren geleden beslist dat de koning geen rol meer heeft in een regeringsvorming. Inderdaad, de Riksdag bepaalt de regels en begeleidt deze regeringsvorming. Trouwens, ook de goedgekeurde wetten worden niet meer bekrachtigd door de koning, maar door de voorzitter van het parlement. Het Zweedse staatshoofd en zijn functies zijn zeer protocollair. Ten slotte vermeld ik nog dat deze 349 zetels worden gekozen in 29 kiesgebieden en dat er een nationale kiesdrempel bestaat van vier procent.
Veiligheid
Diverse thema’s kwamen naar voren in deze campagne, zoals: de toetreding tot de NAVO waar de Vänsterpartiet en de groenen nog tegen zijn; de energiekwestie en het behoud van kernenergie met een eerder links-rechtse tegenstelling; het klimaat met een zelfde verdeling over de politieke partijen; de fiscaliteit en de begroting ook al met de drie linkse partijen tegen de vijf centrum- en rechtse partijen; en het dominerende thema: het geweld op straat van bendes. Zweden is zowaar de far west uit het cowboytijdperk aan het worden in West Europa. Uiteraard is dit thema een gedroomd onderwerp voor de Zweedse democraten. Het is opvallend dat de meeste partijen zeer veel aandacht hebben besteed aan de veiligheid.
Uitslag
Dan volgt nu de uitslag van de Zweedse verkiezingen met de verdeling van zetels in de Riksdag, en de vergelijking met de voorgaande uitslag van 2018.
- de sociaaldemocraten van premier Magdalena Andersson: 108 zetels of 30,5% (2018: 100 zetels & 28,3%);
- de Zweedse democraten met Jimmie Åkesson: 73 zetels of 20,6% (2018: 62 zetels & 17,5%);
- de conservatieven van Ulf Kristersson: 67 zetels of 19,1% (2018: 70 zetels & 19,8%);
- de linkse communisten met Nooshi Dadgostar: 24 zetels of 6,6% (2018: 27 zetels & 8%);
- de Centerpartiet met Annie Lööf: 24 zetels of 6,7% (2018: 31 zetels & 8,6%);
- de liberalen met Johan Pehrson: 16 zetels of 4,6% (2018: 20 zetels & 5,5%);
- de christendemocraten met Ebba Busch Thor: 18 zetels of 5,1% (2018: 23 zetels & 6,3%);
- de groenen met het duo Per Bolund en Märta Stenevi: 18 zetels of 5% (2018: 16 zetels & 4,4%).
Uiterst links staat de Vänsterpartiet, links de groenen, centrum-links de sociaaldemocraten, in het centrum eerder de liberalen met de Centerpartiet, centrum-rechts de conservatieven alsook de christendemocraten en verder naar rechts de Sverigedemokraterna.
Mogelijkheden
Wat is er nu mogelijk met deze uitslag? De winst is er voor de twee grootste partijen: de sociaaldemocraten en de Zweedse democraten. De conservatieven blijven relatief status quo, net zoals de groenen. Maar alle andere kleinere partijen gaan erop achteruit.
Een linkse combinatie van de sociaaldemocraten, de communisten en de groenen behalen tezamen 150 zetels en komen dus niet aan een meerderheid. Zelfs met de op het milieu gerichte centrumpartij komt men aan niet meer dan 174 zetels, ervan uitgaande dat deze Centerpartiet wel zou willen besturen met de Vänsterpartiet. Langs links is het niet mogelijk om aan 175 zetels te geraken in de Riksdag.
De combinatie uit het centrum van de sociaaldemocraten, de groenen, de liberalen en de centrumpartij komt uit op maar 166 zetels. Een herstart van een dergelijk kabinet is niet mogelijk. Dan maar langs rechts met de conservatieven, de Zweedse democraten en de christendemocraten, oftewel 158 zetels, en dus ook niet genoeg. Zowat een decennium geleden werd Zweden bestuurd door de Allians för Sverige (de conservatieven, de christendemocraten, de liberalen en de centrumpartij) en dat geeft 125 zetels en dus ook geen meerderheid. Maar een gedoogsteun van Jimmie Åkesson brengt de zetels totaal op 198 in de Riksdag! De vraag is of de liberalen en de centrumpartij dat zien zitten? Ook stelt zich de vraag of de Zweedse democraten met een dergelijk scenario kunnen leven? Want dat betekent dat Ulf Kristersson de nieuwe eerste minister wordt van Zweden.
Geduld?
Conclusie: de Zweedse kiezer heeft eerder gekozen voor de grotere partijen, maar de kaarten voor een regeringsvorming liggen zeker niet gemakkelijker op de politieke tafel te Stockholm. Hoogstwaarschijnlijk zal ook een aantal voorzitters van kleinere partijen moeten vertrekken als gevolg van het slechte resultaat. In ieder geval kan Magdalena Andersson de periode van lopende zaken openen en de vraag is: hoe lang dat gaat duren?
Categorieën |
---|
Tags |
---|
Herman Matthijs doceert publieke en openbare financiën aan de UGent en de VUB. Hij volgt o.m. overheidsadministratie en -begrotingen op, maar evenzeer de politiek van de VS.
Recente provinciale verkiezingen in Canada kunnen de Franstalige Parti Québécois doen overwegen om de gedoogsteun aan premier Justin Trudeaus minderheidskabinet op te zeggen.
‘Afgrond’ verhaalt de waargebeurde verhouding tussen Venetia Stanley en de veel oudere Britse premier Henry Asquith, die leidde tot een kabinetscrisis.