JavaScript is required for this website to work.
Binnenland

1000 bommen en granaten

En bijna evenveel vragen

Edi Clijsters14/2/2016Leestijd 6 minuten

Bestaan er in dit land geen dwingender noden dan de ‘behoefte’ aan 34 gesofistikeerde gevechtsvliegtuigen?

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Merkwaardig is het, want ongebruikelijk. Het Algemeen-Nederlands Verbond (ANV), die oude en eerbiedwaardige vereniging, wil aandacht besteden aan de miljardenzware militaire uitgaven die in België op til zijn en in Nederland al een tijd lopen. In België – waar naar het schijnt drastisch moet worden bespaard op overheidsuitgaven – gaat het om meer dan negen miljard euro.

Dan loont het zeker de moeite die stoere plannen eens onder de loep te nemen. Daarbij haken aardig wat vragen in elkaar, van erg specifieke tot meer algemene, en zelfs fundamentele. Of omgekeerd.
Is het bijvoorbeeld geen tijd om, in de internationale omgeving zoals die sinds 1989 is geëvolueerd, het concept ‘defensie’ zelf grondig te her-denken ? Voor welke gevaren moeten we beducht zijn ? Tegen welke vijand moeten we ons verdedigen ? Is ‘klassieke’ oorlogsvoering met zogenaamd gesofistikeerd wapentuig echt de beste aanpak in conflicten die zich aandienen ?
Dit kleine koninkrijk heeft in het verleden voldoende bewezen dat het zich niet op eigen kracht kan verdedigen. Bondgenootschappen zijn dus geen slecht idee. Alleen: moeten die louter defensief optreden of mogen ze ook andere opdrachten uitvoeren ? En is elk lid van het bondgenootschap dan verplicht voluit aan elke operatie mee te werken, of kan over aard en omvang van de inzet ook worden gepraat ?
Budgettair niet onbelangrijk ten slotte: zo’n bondgenootschap is toch geknipt om een rationele taakverdeling tussen de verschillende leden uit te dokteren. Want je hoeft waarachtig geen genie inzake begroting en/of strategie te zijn om te beseffen dat een kleine lidstaat zijn bescheiden krachten hopeloos verspilt wanneer die worden verdeeld over de drie traditionale gevechtsterreinen (land, zee, lucht). Via een goed doordachte taakverdeling kan daarentegen elk lid afzonderlijk zijn schaarse middelen optimaal concentreren.

Voorbeeldig
Over al die vragen zijn al talloze bladzijden geschreven; aan leerrijke inzichten ontbreekt het hoegenaamd niet. Daarom is des te merkwaardiger dat die vragen nauwelijks aan bod komen nu het koninkrijk België zinnens is om in de komende vijftien jaar maar liefst 9,2 miljard euro aan nieuw militair materiaal uit te geven. Nu de grootste Vlaamse én Belgische partij ook het departement Defensie beheert, wil zij kennelijk bewijzen hoe goed zij het meent met het koninkrijk, en vooral aantonen dat België opnieuw een voorbeeldige NAVO-partner wil worden. Tot elke prijs, dat mag je wel zeggen.
9,2 miljard, dat is niet niks. Dus draaien de lobby-machines op volle toeren. Eerst tussen de verschillende ‘wapens’ (land-, zee- en luchtmacht) over de verdeling van de koek. En nu die is vastgelegd gaat het tussen mogelijke leveranciers van al dat dure wapentuig. De luchtmacht blijkt – met minstens 5 miljard euro – de grootste slokop. En laat nu precies dààr de pijnlijkste vragen rijzen. Over de noodzaak van de geplande aankoop. Over de criteria voor de keuze, over de chantage en geheimdoenerij die daarmee gepaard gaan. En over de prijs-kwaliteitverhouding bij de verschillende toestellen die in aanmerking komen – geen onbelangrijke vraag ten slotte wanneer het gaat om vijf miljard … en meer.

Keuze
Theoretisch kan uit vijf toestellen worden gekozen; in werkelijkheid blijken Saab, Dassault, Eurofighter en Boeing nauwelijks nog in het plaatje voor te komen, en is de sluipende besluitvorming ten voordele van de F-35 al ver gevorderd. Merkwaardig is dat, want de F-35 – pompeus ‘joint strike fighter’ (JSF) genoemd – is veruit het duurste toestel. Maar (zo zeggen ettelijke militaire en andere experts, ook in België, die deze aankoop onverantwoord achten) de aanbesteding werd dan ook ‘op maat’ geschreven voor Lockheed Martin. Onder meer omdat werd gespecifieerd dat het nieuwe toestel ook atoombommen moet kunnen dragen – vanuit Kleine Brogel, bijvoorbeeld, waar ze officieel niet bestaan.
U las goed: vele Belgische militairen zijn hoegenaamd niét gewonnen voor de F-35. Omdat die peperdure aanschaf ten koste gaat van andere ‘noodzakelijke’ aankopen, mopperen zee- en landmacht. Omdat, zo zeggen ook kritische luchtmacht-officieren, een grondig vernieuwde versie van de F-16 veel minder kost en vrijwel alle nuttige taken aankan, terwijl rond de F-35 nog ernstige twijfels bestaan qua veiligheid en prestaties.
Die twijfels bestaan overigens ook bij andere NAVO-partners, óók in de VS zelf. Maar aangezien Nederland al voor de F-35 heeft geopteerd, heet het dat België in feite geen andere keuze meer heeft, gezien de nauwe samenwerking tussen beide korpsen.

Ontwikkeling
Lockheed Martin, het grootste militaire concern ter wereld, werkt al sinds eind vorige eeuw aan de ontwikkeling van de ‘joint strike fighter’, en betrok daar ook andere NAVO-lidstaten bij, waaronder Nederland.
Het ontwikkelingsproces werd evenwel een aaneenschakeling van vertragingen, kostenstijgingen, wijzigingen en tekortkomingen. De niet-aflatende problemen dreven zelfs het Pentagon tot wanhoop; in 2011 werd de constructeur uitdrukkelijk gewaarschuwd dat niet oeverloos uit de staatskas kon worden geput. Ook de VS-Senaat toont zich erg sceptisch, ondanks het feit dat LM in liefst 40 deelstaten beloofde dat ze konden rekenen op een deel van de productie. Bij velen in de VS staat JSF thans voor ‘jeopardizing state funds’: het in gevaar brengen van de staatsfinancies.

Want ondanks de opeenvolgende vertragingen, aanpassingen en kostenstijgingen blijven, luidens rapporten voor de VS-Senaat, ernstige twijfels bestaan m.b.t. veiligheid en prestaties van de F-35. Zelfs de peperdure ‘stealth’-functie (die een toestel zogezegd ‘onwaarneembaar’ maakt voor radar) blijkt dubieus, en zal waarschijnlijk al achterhaald zijn in 2020, wanneer China en Rusland al meer gesofistikeerde toestellen zullen ontwikkeld hebben. Terwijl alleen optimisten nog geloven dat tegen die tijd een operationeel toestel kan geleverd worden.

Prijs
Vragen te over dus. En dan is de aankoopprijs nog niet te berde gekomen, want daarover heerst nog steeds de grootste onduidelijkheid. Helemaal onlogisch is dat niet. Van concept via tekentafel tot prototype zijn de ontwikkelingskosten voor zo’n vliegtuig immens; naarmate die kost over méér verkochte toestellen kan worden verdeeld, wordt elk afzonderlijk toestel dan uiteraard goedkoper (voorzover dat woord hier op zijn plaats is).
Nederland is destijds als mede-ontwikkelaar in het project gestapt en heeft daar al ongeveer één miljard euro voor uitgegeven. Daar staat dan tegenover dat het als co-producent de toestellen tegen een ‘vriendenprijs’ zal kunnen aankopen. Niettemin raamt een parlementsrapport daar de aankoopprijs op minstens 121,6 miljoen Euro per stuk; dat rapport is ook bijzonder kritisch over de hoge onderhoudskosten. Gevolg: om budgettaire redenen zal Nederland minder dan de helft van het geplande aantal toestellen kopen: 37 in plaats van 85.
Ook andere NAVO-partners hebben ondertussen hun bestelling drastisch teruggeschroefd, zelfs wanneer ze bij de ontwikkeling van de F-35 betrokken waren (en zijn): de Britten schroefden hun bestelling terug van 150 naar 48 toestellen, de Italianen van 130 naar 90, de Noren van 85 naar 52. Canada en Japan ‘achten zich niet meer gebonden’. In België was voorheen sprake van 40, nu van 34 toestellen.
Lockheed Martin beweert steevast dat de uiteindelijke prijs wel zal dalen … als maar voldoende toestellen worden verkocht. Dat blijkt echter uitermate twijfelachtig geworden; bovendien heeft Lockheed eerder een kwalijke dan een goede reputatie inzake geloofwaardigheid en integriteit.

Aap
Kortom: de ‘stukprijs’ dreigt dus flink te stijgen, zeker voor landen die niet hebben meebetaald voor de ontwikkeling van het toestel. Waarnemers ramen de meerprijs op (minstens) 25 %. Een eenvoudige berekening leert dan dat België per stuk 152 miljoen euro zou moeten dokken (zonder onderhouds- of brandstofkosten, welteverstaan). Voor 34 JSF maakt dat 5,17 miljard euro.
Maar daarenboven komt hier een onsmakelijke aap uit de mouw: de exploitatiekosten van de JSF zijn fabelachtig, zelfs als ie niét vliegt. Exclusief brandstofkosten worden de uitgaven voor onderhoud en ‘upgrading’ geraamd op 7,2 miljoen Euro per jaar en per toestel. Geen wonder dat de Nederlandse Rekenkamer zich daarover zeer kritisch heeft getoond, en dat de F-35 daar al ‘een Fyra met vleugels’ wordt genoemd. In België levert die raming – voor 34 toestellen die aan de grond blijven – een bedrag op van ongeveer 245 miljoen euro. Per jaar, elk jaar opnieuw. Pikant detail voor de vaderlandse lezer: onderhoud en ‘upgrading’ voor heel Europa worden toevertrouwd aan de Italiaanse firma Alenia Aermacchi, hier te lande bekend en berucht als producent van de Agusta-helikopter…
Die pijnlijke herinnering roept nog een andere kwestie op. In het dossier van de F-35 kan men immers onmogelijk de kaart uitspelen van ‘solidariteit’ met de vele mensen die aan een baan zullen geraken dank zij de economische ‘compensaties’ voor deze monster-aankoop. Zo’n compensaties waren er wel voor de F-16 en werden beloofd voor de Agusta. Maar in dit geval hoeft niemand zelfs maar op beloften te rekenen aangezien België (anders dan Nederland) niet bij de mede-ontwikkelaars hoort.

Dwingende(r) noden
De sluipende besluitvorming draait dus rond een som van (eenmalig) 5,1 miljard euro plus een kleine 250 miljoen jaarlijks. Dat zijn geen onaardige bedragen. In de vele sectoren waarin momenteel drastisch bespaard ‘moet’ worden, gaan mensen dan allicht aan het dromen wat je met zoveel geld zou kunnen doen. Je kan nu eenmaal moeilijk beweren dat in dit land geen dwingender noden meer bestaan dan de ‘behoefte’ aan 34 gesofistikeerde gevechtsvliegtuigen.
De vraag is dan ook gewettigd waar dat geld vandaan zal komen. Als de regering dat geld niet kan of wil halen waar het echt zit, dan vraagt een mens zich af wat voor drastische besparingen verder nog op til zijn. Uit een grote, solidaire crowd funding zullen die miljarden alvast niet komen, want een recente opiniepeiling wees uit dat hooguit één ondervraagde op vier voor de dure aankoop te vinden is.
Het parlement hoeft zich alvast die vraag niet te stellen. Want de voorzitter van de commissie Defensie (mevrouw Groseman, N-VA, die dat wél eiste toen ze in de oppositie zat) vindt een extra zitting over de geplande vliegtuig-aankoop niet nodig. En dat het Vlaamse Vredesinstituut – een onafhankelijk instituut bij het Vlaams Parlement – een eerder kritisch advies uitbracht, wie maalt daarom? Defensie is geen Vlaamse bevoegdheid, toch?

Communautair
Toen in januari 1975 zowat vijftienduizend mensen betoogden tegen de geplande aankoop van nieuwe gevechtsvliegtuigen voor een bedrag van 30 miljard Belgische frank (ongeveer 750 miljoen Euro, ocharme) liepen daar vele leeuwenvlaggen mee. Volkomen terecht, gezien de lovenswaardige pacifistische traditie van de democratische Vlaamse Beweging. Maar daaraan herinneren is pure nostalgie. Tegenwoordig heerst de kracht der verandering. Toen, daarentegen, was de minister van Defensie een Franstalige christendemocraat.
Een schrale troost tot slot: aangezien alles in dit land ‘communautair’ is bestaat de kans dat de MR, die al in vele dossiers als nijvere pleitbezorger voor Franse belangen optrad, zal tegenspartelen in de hoop dat de bestelling dan toch naar Dassault kan gaan.

Categorieën

Edi Clijsters is doctor in de politieke wetenschappen, oud-adjunct-hoofdredacteur van De Morgen en vertegenwoordigde de Vlaamse regering in Berlijn. Hij is kernlid van Vlinks en medewerker van het maandblad Meervoud.

Commentaren en reacties